2014 - Maria Lichtmis © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
LAAT ME MAAR STERVEN!
 
 
 
 
OP HOOGTEPUNT GAAN
Je hoort wel eens dat iemand sterft met een somber gemoed. Eigenlijk zag hij het al niet meer zitten. De schulden waren hoog, in de familie heerste onvrede. De gewrichten deden pijn. ‘Laat me maar dood gaan, het leven is me niets meer waard!’
Maar vandaag in het evangelie komen we de oude Simeon tegen. ‘Laat me maar sterven’ zegt hij, ‘want... ik heb genoeg gezien en ik ben helemaal gelukkig! Ik heb gezien dat God een mooie toekomst voor ons in petto heeft. Ik heb het kind van Maria en Jozef in mijn armen mogen nemen!’
Zo’n dood zou je je wensen. Dat je op je oude dag tot de conclusie komt dat God bezig is met de wereld. Dat hij zich het lot van mensen aantrekt, en dat je dus met een gerust hart sterven kunt. ‘Laat, Heer, uw dienaar nu in vrede gaan, want ik heb het geluk gezien, dat Gij alle volkeren aanbiedt.’
 
HET UUR VAN ONZE DOOD
Heeft een mens eigenlijk invloed op het moment van zijn dood? Dat is een omstreden vraag. Vaak heb ik meegemaakt dat mensen rondom een ziekbed ervan overtuigd waren dat hun dierbare had gewacht met doodgaan totdat een dochter uit bijvoorbeeld Groningen eindelijk was gearriveerd. Ik ken mensen die ervan overtuigd zijn dat moeder haar dood had uitgesteld totdat ze haar kleindochter in de arm gelegd had gekregen. Verleden jaar stond in de krant (04/01/13, VLKSKR) dat een New Yorks ziekenhuis ruim 50 procent meer sterfgevallen had geteld in de week na de jaarwisseling van 2000 dan in de week daarvoor. En in 1979 schafte de Australische regering een erfbelasting af. In de week vóór invoering stierven beduidend minder mensen dan in de week erná. In de Oosterse wereld geldt iemand die dag en uur van zijn eigen overlijden tevoren kan aangeven, als een Verlichte. Enige invloed van onze geest op het afscheid lijkt er wel te zijn.
 
ZIEN AANKOMEN!
Ik herinner me mijn oudtantes. Ze woonden als onge-huwde zussen samen naast mijn opa. Zij hadden Hotel de Gouden Leeuw in Panningen gerund. Nu rustten ze uit. Tankte Kik, tante Jien, tante Virginie en niet te vergeten tante Maria. Na elk logeerpartijtje gingen we bij de tantes afscheid nemen. Ik herinner me, dat je bij die gelegenheid behoorlijk werd afgelikt; de tantes hadden zelf geen kinderen. Telkens riepen zij dan geëmotioneerd uit, dat dit wel de laatste keer zou zijn dat ze ons gezien hadden. Op zekere dag bracht de post het sterfbericht van tante Maria. Mijn moeder zuchtte aan tafel met de rouwbrief nog in de hand en zei devoot: ‘Ze had het voelen aankomen.’ Ik herinner me het uitgeschaterd te hebben. Zeker, tante Maria had haar dood zien aankomen.., al meer dan tien jaar lang!
 
SIMEON EN HET KIND
Simeon is in de tempel. Hij zal er wel de hele dag hebben rondgehangen. Net als veel ouderen. Het buitenste tempelplein was een soort hangplek. Er kwamen altijd pelgrims aan uit het hele land. Daar kon altijd wel een familielid tussen zitten, met veel verhalen. Het was een plek van ontmoeting, maar ook van sombere gesprekken want het ging slecht met het land en met het geloof. De moderne zeden van de Grieken hadden steeds meer invloed op de jeugd. Sportscholen, renbanen en badhuizen verrezen. Orthodoxe Joden moesten er niets van hebben! Ook niet van de Romeinse munten waarop de keizer als godenzoon stond afgebeeld. Het ging dwars tegen hun diepste overtuiging in. Het gevoel dat God werd uitgedaagd om eens afschuwelijk wraak te nemen op de ontrouw van zijn volk, groeide met de dag. Wanneer zou Hij ingrijpen? Wanneer zou een catastrofe zich over de stad voltrekken? Hoeveel bloed zou er vloeien? Het werd hoogtijd dat God een Messias naar de stad stuurde, een gezalfde, een nieuwe koning, die het kon opnemen tegen de onderdrukkers. Zulke overpeinzingen hielden Simeon bezig. Dan ziet hij Maria en Jozef. Hij moet ze ergens van gekend hebben. Maria was immers een nichtje van Zacharia. ‘Wil je het kindje even vasthouden?’ ‘Graag!’ De oude man smelt. Hij voelt het kind, zijn vitaliteit, zijn onschuld, zijn willetje, zijn genegenheid... Ineens zijn alle sombere gedachtes weg uit het hoofd van Simeon. Dit kind is Gods glimlach. Hier begint een nieuwe toekomst. ‘Laat me nu maar sterven. Alles komt toch nog goed!’
 
VOOR ALLES EEN DAG
Lieve kinderen. Wist jij dat het dinsdag de ‘dag van het vergeten kind’ is? Alle kinderen die niet ergens thuis wonen, worden dan getracteerd! Vrijdag dan is het ‘Warme truiendag’, dat is reclame voor energiebesparingen. Donderdag over een week is het Valentijsdag voor alle mensen die verliefd zijn. Maandag over 2 weken is het ‘doe vriendelijk dag’. De naam zegt het al. En zo is er het hele jaar wel wat! Ziekendag, vaderdag, moederdag. 6 December vind ik een echte kinderdag. In maart heb je nog de vrouwendag en de vriendinnendag en de nationale pannekoekendag. Je begrijpt wel dat er winkels zijn die graag iets meer willen verkopen en er dan maar een dag van maken. Zo had de Amrobank in juli een opa en oma dag uitgevonden, maar een fabriek van wandelstokken en hoorapparaten had al een andere datum in het najaar gekozen. En daarom, lieve kinderen, stel ik voor om vandaag, 2 februari, Maria Lichtmis, het feest van de oude Hanna en Simeon die het kindje Jezus in hun armen nemen en daar heel blij van werden..., ik stel deze dag voor als ‘opa en omadag’, dus ga ze vanmiddag maar eens feliciteren met een vette knuffel!