2016 - 32ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

 

 

 

 

 

DEMONEN IN DE HUWELIJKSNACHT

 

 

 

 

ASMODEUS

U kent de verhalen wel - misschien wel uit eigen ervaring! - van bruidsparen die aan het eind van hun feest voldaan en doodmoe thuiskomen en dan het huis vol grappen vinden. Wekkers die om half vijf aflopen en verstopt zitten onder de vloer van de slaapkamer, duizend ballonnen die moeten worden doorgeprikt, een slaapkamer vol kuikentjes en konijnen. Er zijn honderden varianten. Dit soort lol stamt uit de tijd dat gemeenschap tussen man en vrouw zich in de huwelijksnacht voor het eerst voltrok. Daardoor hing er rond die nacht veel onzekerheid en zelfs angst. ‘Huwelijksnachtimpotentie’ kwam nogal eens voor. Ik besef overigens dat veel jongeren niet weten waar we het nu over hebben!

Asmodeus, de leider van de boze geesten, was vanuit oude Iraanse mythen het Jodendom binnengedrongen. Hij speelt een kwade rol in het bijbelboek Tobit. Ik vermoed dat men eeuwenlang gesmuld heeft van zijn ondergang. Tobit had een geëxecuteerde volksgenoot die op straat lag te creperen begraven. De koning van Nineve had Tobit toen gestraft door hem zijn rijkdommen af te pakken. Oud en blind geworden stuurde Tobit zijn zoon Tobias op reis om bij een vriend in Medië wat spaartegoed op te halen. Tobias gaat op pad, vergezeld van zijn hond en van de engel Rafaël. In Medië wordt hij verliefd op Sara. Maar er is een groot probleem. Sara is al zeven keer getrouwd geweest. Al haar echtgenoten werden in de huwelijksnacht gewurgd. Dat was het werk van Asmodeus, de huwelijksnachtdemon. Sara wil wanhopig een eind aan haar leven maken. Maar dan ontstaat er een pure, sterke liefde tussen Tobias en Sara. Deze overwint alle angst. Ze trouwen. Maar de deur van het bruidsvertrek zijn nauwelijks gesloten, of daar begint de vader van Sara maar alvast een graf te delven, zodat zijn achtste schoonzoon in stilte, zonder nieuwe opspraak, begraven kan worden. Tot zijn verrassing echter zitten bruid en bruidegom ‘s anderendaags gelukkig aan het ontbijt. Asmodeus was weggevlucht naar Opper Egypte, nadat Tobias op aanraden van Rafaël een speciaal bereide wierrook had gebrand.

 

VERSIMPELING VAN DE EEUWIGHEID

De vrouw, op wie zeven mannen verliefd worden, die daarna alle zeven sterven, was dus een bekend gegeven in Jezus’ tijd. Daar komt bij dat er in het jodendom het zogenaamde ‘zwagerhuwelijk’  bestond. Nageslacht was voor de oudedagsvoorziening zo belangrijk, dat als een vrouw kinderloos weduwe werd, de broer van de overledene geacht werd, om alsnog, namens zijn broer, bij haar nageslacht te verwekken.
De Sadduceeën gebruiken dit verhaal als argument tegen Jezus. In het jodendom geloofde men aanvankelijk niet in het hiernamaals. Men vond dat iets van de aartsvijand Egypte. Daar moest Farao na zijn dood, in een piramide, de weg vinden naar de zon. Van Mozes was niet eens een graf bekend. De Sadduceeën hielden zich strikt aan de thora. Alle inzichten en ontwikkelen die in latere eeuwen waren ontstaan, wezen zij af. Het eeuwig leven is daar een van. Pas enkele eeuwen voor Christus is men gaan aanvoelen, dat God op een of andere manier recht moest doen aan kinderen die jong gestorven zijn, of aan vrijheidsstrijders die hun leven hadden gegeven voor de bevrijding van het volk. Het geloof in Gods goedheid en het verlangen naar gerechtigheid creëerden de hoop naar een leven bij God, ook na de dood. Jezus sluit zich bij die visie aan, en krijgt het met de Sadduceeën aan de stok. Die komen dan op de proppen met het verhaal over de zeven broers. ‘Met wie is zij in het hiernamaals getrouwd?’, willen ze van Jezus weten. Ze bedoelen: ‘die hemel van jou kan er niet zijn!’

 

GEEN KENNIS MAAR OVERGAVE
De Sadduceeën maken een fout. Ze versimpelen het geloof van Jezus. En in die versimpeling halen ze hun gelijk. Jezus beseft als geen ander dan wij in onze mensentaal en met onze mensenmaten over God niets zinnigs kunnen zeggen. Niet over zijn lengte, noch over zijn duur, niet over zijn gestalte, zijn liefde, zijn licht, zelfs niet over Z’n zijn en niet-zijn. God is het mysterie dat ons verstand en onze taal radicaal te boven gaat. Het hiernamaals is geen inzicht in wat er na de dood is, maar het is de overgave eraan, het vertrouwen dat de werkelijkheid waarin we ontwaakt zijn een betrouwbare en goede realiteit is. Met een gerust hart kan de stervende zich aan God overgeven en laat die vrouw met haar zeven mannen zich maar eens door Hem verrassen!
Het hiernamaals is in wezen ons geloof in gerechtigheid. Het is geen voorstelling van de eeuwigheid, maar een overgave aan God.

 

WERELD LIEF MAKEN
Lieve kinderen. Ik ben op bezoek geweest op school. Aan alle kinderen heb ik gevraagd: Wie heeft een goed idee om de wereld een beetje liever te maken. Daar kwamen een heleboel goede ideeën naar voren. Een meisje van groep 1 opperde het plan om overal slingertjes op te hangen.  Een jongen uit groep 3 vond dat er op straat meer moest worden gezongen en gefloten. Een meisje uit groep 4 wilde haar haren laten groeien en dan afknippen en ze aan een goed doel geven. In groep 2 vonden er een paar dat er best wel wat meer geknuffeld kon worden. Vooral in groepsverband. Groep 5 was het erover eens dat de oorlog maar eens moest ophouden en dat we veel liever voor de vluchtelingen moesten zijn. Groep zes en zeven vond dat ook. Groep 8 ook, maar die wilden ook liever voor de dieren zijn. Vooral voor de tijgers die uitsterven - en voor de gordeldieren, vond Brian. En met de koeien en kippen moesten we wat barmhartiger omgaan, zeker bij het slachten! Als jij nog een idee hebt om de wereld liever te maken, dan hoor ik het graag!