2019 - Palmzondag © Harrie Brouwers, Voerendaal
EEN GOED BEGIN...
TONEEL IN DE KERK
EZEL OF PAARD
Lieve kinderen. Ergens in een stadje in Indië leefde een zekere Rohan. Hij had een kleine wasserij en bovendien een ezel en een paard. De ezel droeg elke dag alle kleren naar de vijver en weer terug. Het paard vervoerde Rohan eens in de week naar de markt. Op een hete dag liep Rohan met zijn zwaar beladen ezel naar de vijver. Het paard ging ook mee om daar wat water te drinken. De ezel kermde onder de zware vracht van de kleren. Zijn rug en zijn poten deden pijn. Toen de ezel het niet meer vol kon houden zei hij tegen het paard: ‘Ik kan niet meer, help me asjeblief! Als je nu eens de helft van alle bagage van me overneemt....?’ Meer het paard antwoordde: ‘Bah, waarom zou ik? Mijn taak is het onze meester naar de markt te rijden.’ Het werd heter en heter. De ezel raakte volledig uitgeput. Hij sleepte zich voort. En toen ineen met een luide schreeuw stortte de arme ezel in en viel op de grond.
EEN GOED BEGIN...
TONEEL IN DE KERK
Ik kan me nog goed de eerste keer herinneren dat we besloten hadden om met een echte ezel palmpasen te vieren. We zouden Jezus op een levende ezel de kerk laten binnenkomen.
Eigenlijk was dat niks nieuws! Het is een heel oude traditie. In de Middeleeuwen gebeurde het al. Vaak had men speciaal daarvoor een prachtige houten ezel op wieltjes. Daarop ging dan een grote misdienaar op zitten, de koor-ezel, en die speelde Jezus. Een paar anderen trokken het karretje door de kerk en de apostelen liepen er omheen.
Men hield vroeger wel van wat toneel in de kerk. Sterker: het theater is in de kerk ontstaan. Met kerstmis kwamen Maria en Jozef aan in een stal; met Pasen werd het grote kruis aan takels naar het plafond gehesen, en met Pinksteren strooiden ze soms rozenblaadjes vanaf het dak over de kerkgangers neer. En terwijl het koor de Kyrielitanie liet overgaan in het balken van een ezel, werden Jezus en de leerlingen toegejuicht.
Dus dachten we met de werkgroep: we gaan het eens proberen. De ezel is tenslotte niet zomaar een bijrolletje in het verhaal. Hij speelt een essentiële rol.
DREIGINGSNIVEAU 5
DREIGINGSNIVEAU 5
Als lezer van het evangelie kun je al aanvoelen, dat er dreiging in de lucht hangt. De vrolijkheid in Jeruzalem is geforceerd. Het is niet veilig in de stad. In die tijd zullen er zo’n 25 duizend inwoners zijn geweest. Er zijn geleerden die op grond van het aantal geslachte lammeren het bezoekersaantal rond Pasen op veel meer dan een miljoen schatten. Het was dus een roerige stad van bijeen gepakt volk dat ook nog eens een religieus geladen bevrijdingsfeest vierde. Opstandige leuzen tegen de Romeinse keizer en zijn soldaten waren niet van de lucht. Iedereen die wel eens iets over een eigen koninkrijk of over vrijheid had geroepen werd nauwlettend in de gaten gehouden. Jezus had voortdurend twisten met de hogepriesters die hem liever kwijt dan rijk waren; dus er driegde gevaar en iedereen voelde dat. Jezus kon zijn vredelievende bedoelingen niet beter demonstreren dan door op een ezel de stad binnen te gaan.
De vorst die op een ezel de stad nadert, was voor elke Jood een icoon voor een koning met vredelievende bedoelingen. Niet de veroveraar te paard zit, maar de knecht op een lastdier.
ICOON VREDEVORST
ICOON VREDEVORST
We zochten dus een echte ezel. Wel had ik gevraagd om eerst eens te oefenen in de kerk, maar daar was het niet van gekomen; de ouders hadden geen vervoer kunnen vinden om op een door-de-weekse dag met de ezel in de kerk te komen oefenen. We waagden het er dus maar op. De mis begon. Palmtakken waren uitgedeeld. De hele kerk zong met het koor ‘Hosanna in den hoge’, en daar kwam de stoet. Jezus liep naast de ezel voor de veiligheid, want ezels zijn wel goed maar niet gek. Als de last te zwaar wordt, blijven ze gewoon staan en dan kun je doen wat je wilt. Als de grens bereikt is, houdt het op. Het ezeltje stond wankel op de gladde tegels van de kerkvloer, en toen gleden zijn poten ineens alle windrichtingen op, en het zat in een heuse spagaat op de grond. Een poging om het dier overeind te te tillen, strandde opnieuw . De vloer was te glad. Ik had de loper moeten uitleggen. Een oudere misdienaar bedacht zich niet lang. Hij nam het beestje in zijn armen en droeg het naar voren. ‘Hosanna’, zong de kerk nog steeds. En zo droeg Jezus de ezel, en dat veranderde eigenlijk niets aan het gebaar: de koning die de stad binnenkomt is geen despoot maar een dienaar en dat zal hem ook duur komen te staan.
EZEL OF PAARD
Lieve kinderen. Ergens in een stadje in Indië leefde een zekere Rohan. Hij had een kleine wasserij en bovendien een ezel en een paard. De ezel droeg elke dag alle kleren naar de vijver en weer terug. Het paard vervoerde Rohan eens in de week naar de markt. Op een hete dag liep Rohan met zijn zwaar beladen ezel naar de vijver. Het paard ging ook mee om daar wat water te drinken. De ezel kermde onder de zware vracht van de kleren. Zijn rug en zijn poten deden pijn. Toen de ezel het niet meer vol kon houden zei hij tegen het paard: ‘Ik kan niet meer, help me asjeblief! Als je nu eens de helft van alle bagage van me overneemt....?’ Meer het paard antwoordde: ‘Bah, waarom zou ik? Mijn taak is het onze meester naar de markt te rijden.’ Het werd heter en heter. De ezel raakte volledig uitgeput. Hij sleepte zich voort. En toen ineen met een luide schreeuw stortte de arme ezel in en viel op de grond.
Rohan schrok. Hij tilde de kleren van de rug van de ezel. ‘Inderdaad’, zei hij, ‘de last was echt te zwaar.’ Toen gaf hij wat water aan de ezel en deze knapte langzaam op. Daarop pakte de man de vracht kleren en legde die op de rug van het paard. ‘Hu, hu’, kermde het paard. ‘Had ik de ezel maar geholpen.... Dan had ik maar de halve last hoeven te dragen. Een gedeelde last is makkelijker dan een hele!’ En zo werden de ezel en het paard de beste vriendjes.