2019 - 27ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
TEVREDEN OF GELUKKIG?
DISPUUT
Een parabel gebruikt Jezus meestal als hij ruzie heeft. Een Farizeeër valt hem aan en Jezus pareert met een verhaal. Het verhaal lijkt een nieuw onderwerp aan te snijden en dwingt de wetgeleerde om zijn platgetreden juridische paden te verlaten. Jezus wil hem opnieuw laten nadenken.
VERHAAL
Vaak echter, is de aanleiding van de parabel niet bekend, omdat de evangelisten hem niet vermelden. Zij schrijven meer dan een generatie na Jezus’ dood, en ze zijn niet geïnteresseerd in de ingewikkelde verhoudingen van de Joodse samenleving. Zo ontbreekt vandaag het dispuut dat de aanleiding was voor de parabel over de knecht die van zijn arbeid terugkomt. Dat maakt de evangeliepericoop een beetje schimmig. Het is goed even naar de context te zoeken.
IJSJE
Lieve kinderen. ‘Zo, Dirk!’ Mamma keek Dirk strak in de ogen. ‘Heb je je kamer opgeruimd?’ Dirk knikte ‘ja’ door zijn hoofd heftig op en neer te zwaaien. Iets te heftig, vond mamma. ‘Echt waar?’ Nu knikte Dirk aarzelend en haalde zijn schouders op. Hij wilde zeggen: ik heb wel opgeruimd, maar jij zal het toch wel niet goed vinden! ‘Kom, dan gaan we kijken’, besloot mamma. ‘Dát noem ik geen opruimen! Daar ligt je pyjamabroek op de vloer..., en onder het bed zie ik nog legoblokjes!’ Dirk knielde als een oud man naast het bed en zwaaide met zijn arm. Daar rolde een tractor en een benzinepomp de kamer in. De pyjama ging onder het kussen. ‘En nou wil ik een chocomel!’, riep Dirk blij, want hij vond dat hij na al dat harde werk wel iets had verdiend. ‘Wil jij een beloning omdat je je kamer niet had opgeruimd? Wat krijg ík dan? Ik heb de keuken, de gang en de woonkamer gedaan!’, riep mamma met gespeelde verontwaardiging. Dirk leek even in de war, maar toen pakte hij een spaarvarken van de boekenplank, peuterde aan een luikje onder de buik, haalde wat centjes te voorschijn en zei kordaat: ‘dan tracteer op een ijs!’ Als er niets mòest, dan was Dirk op zijn best!
TEVREDEN OF GELUKKIG?
DISPUUT
Een parabel gebruikt Jezus meestal als hij ruzie heeft. Een Farizeeër valt hem aan en Jezus pareert met een verhaal. Het verhaal lijkt een nieuw onderwerp aan te snijden en dwingt de wetgeleerde om zijn platgetreden juridische paden te verlaten. Jezus wil hem opnieuw laten nadenken.
Die parabels maakten indruk op zijn gehoor. De leerlingen hebben ze onthouden! Jezus’ kijk op God en mens is daarom volledig verpakt in vertellingen. Ons christendom is niet een theologisch traktaat of een loodzwaar wetboek, maar een verhalenbundel.
Hier duikt ook een moeilijkheid op. Elke parabel heeft namelijk ooit een plek gehad in een dispuut. Soms vermeldt het evangelie de aanleiding van dat conflict. Jezus wordt er bijvoorbeeld op aangevallen dat hij zondaars bezoekt. Dan antwoordt hij met het beeld van een vader die uitziet naar zijn verloren zoon; zo immers gaat ook Gods aandacht uit naar de zondaars.
VERHAAL
Vaak echter, is de aanleiding van de parabel niet bekend, omdat de evangelisten hem niet vermelden. Zij schrijven meer dan een generatie na Jezus’ dood, en ze zijn niet geïnteresseerd in de ingewikkelde verhoudingen van de Joodse samenleving. Zo ontbreekt vandaag het dispuut dat de aanleiding was voor de parabel over de knecht die van zijn arbeid terugkomt. Dat maakt de evangeliepericoop een beetje schimmig. Het is goed even naar de context te zoeken.
Lukas vertelt dat Jezus zijn leerlingen op het hart had gedrukt, om vooral vergevingsgezind te zijn. De leerlingen vinden dat nogal radicaal en vragen: ‘geef ons meer geloof!’ Jezus antwoordt met de opmerking: ‘een geloof zo klein als een mosterdzaadje is groot genoeg!’ Het gaat bij het geloof vooral om de gezindheid van je hart. Ben je dienstbaar? Leef je uit de liefde? Daarop vertelt Lukas de parabel over de knecht die zich er niet op moet laten voorstaan als hij zijn plicht heeft gedaan.
RECONSTRUCTIE
RECONSTRUCTIE
We moeten ons dus afvragen: op welke strijdvraag is de parabel, over wat een heer allemaal níet hoeft te doen voor zijn knecht, een antwoord. Een heer dekt niet de tafel voor zijn slaaf die van de akker komt. Let op! Jezus zegt niet, dat een meester zijn knecht niet mag verwennen. Hij zegt niet, dat het fout is om de slaaf na een dag arbeid op een maaltijd te onthalen. Nee, Jezus constateert dat dat normaal gesproken niet gebeurt. Een heer vindt het vanzelfsprekend dat een knecht zijn plicht doet. Je plicht doen, levert geen bonus doen. Ineens wordt duidelijk in welke discussie Jezus dit gezegd moet hebben. Hij moet zich geërgerd hebben aan de zelfgenoegzaamheid van de Farizeeën. We komen dit motief vaker tegen. De Farizeeën kloppen zich op de borst omdat ze netjes alle tienden afdragen van hun oogsten en van hun loon, omdat ze alle wetten vervullen; en ze kijken op het gewone volk neer, dat niet eens tot tien kan tellen en de sabbatwetten met voeten treedt. Hun houdt hij voor, dat ze niets bijzonders doen. Ze doen wat ze moeten doen. Dat vraagt geen bijzondere beloning, niet van de mensen en niet van God. Dit verhaal wordt ons vandaag voorgehouden. Kunnen we daar wat mee?
STAP VERDER
STAP VERDER
Als je alles gedaan hebt wat van je verwacht wordt, dan kun je tevreden zijn. Maar als je een stap verder gaat, zul je pas gelukkig zijn. Het gaat hier om tevreden zijn of gelukkig zijn met je leven! De liefde is vindingrijk, ze kan ijzer met handen breken, ze kan ruzies en veten verzachten; ze kan wonderen doen en bomen verplanten.
Er wordt zoveel van ons verwacht! Dat we ons aan de 30 kilometer houden in het dorp, dat we ons afval netjes scheiden, dat we de hondenpoep niet laten liggen, dat we belasting betalen; misschien ook nog dat we kinderpostzegels kopen, dat we aan het rode kruis iets geven, dat we de parochie iets geven en donderdagavond gaan zingen... Zo kan ik doorgaan. Je hebt er een dagtaak aan om alles te doen, wat van je verwacht wordt. Wie eraan voldoet, kan tevreden zijn; maar het leven wordt pas echt spannend, als je over die grenzen heenstapt. Als je een hand durft uit te steken naar iemand die je al jaren uit de weg bent gegaan. Als je alle moed bijeen raapt om die collega in de kliniek, van wie je gehoord hebt dat hij moeilijk kan praten, met een tablet chocola gaat opzoeken; als je eens niet de gebruikelijke 2 euro aan het goede doel geeft, maar je hart laat spreken en de vluchtelingenkinderen, met de oorlog in hun ziel, eens royaal bedeelt. Daar wordt je gelukkig van.
IJSJE
Lieve kinderen. ‘Zo, Dirk!’ Mamma keek Dirk strak in de ogen. ‘Heb je je kamer opgeruimd?’ Dirk knikte ‘ja’ door zijn hoofd heftig op en neer te zwaaien. Iets te heftig, vond mamma. ‘Echt waar?’ Nu knikte Dirk aarzelend en haalde zijn schouders op. Hij wilde zeggen: ik heb wel opgeruimd, maar jij zal het toch wel niet goed vinden! ‘Kom, dan gaan we kijken’, besloot mamma. ‘Dát noem ik geen opruimen! Daar ligt je pyjamabroek op de vloer..., en onder het bed zie ik nog legoblokjes!’ Dirk knielde als een oud man naast het bed en zwaaide met zijn arm. Daar rolde een tractor en een benzinepomp de kamer in. De pyjama ging onder het kussen. ‘En nou wil ik een chocomel!’, riep Dirk blij, want hij vond dat hij na al dat harde werk wel iets had verdiend. ‘Wil jij een beloning omdat je je kamer niet had opgeruimd? Wat krijg ík dan? Ik heb de keuken, de gang en de woonkamer gedaan!’, riep mamma met gespeelde verontwaardiging. Dirk leek even in de war, maar toen pakte hij een spaarvarken van de boekenplank, peuterde aan een luikje onder de buik, haalde wat centjes te voorschijn en zei kordaat: ‘dan tracteer op een ijs!’ Als er niets mòest, dan was Dirk op zijn best!