2019 - heilige familie © Harrie Brouwers
WAT MAAKT HET GEZIN HEILIG?
ZING, MOEDER, ZING
STIEF
WAT MAAKT HET GEZIN HEILIG?
ZING, MOEDER, ZING
Tot enkele weken geleden was Ben de Ponti tandarts in Voerendaal. Toen nam hij afscheid. Zijn loopbaan was hij ooit begonnen met enkele jaren tandheelkunde als ontwikkelingshelper in Malawi. Dat heeft bij hem een diepe bewogenheid gewekt voor Afrika en voor de mensen en vooral de kinderen aldaar. Dat ging zover dat hij een van de expedities van zijn held Livingstone zelf heeft nagelopen, en daarover publiceerde hij onlangs een boek. Daarin beschrijft Ben dat hij op zeker moment in de baai van Makuzi aan het Malawi-meer is. Een jonge visser wenkt hem enthousiast om zijn hutje binnen te komen. Daar treft hij een jonge moeder aan die twee kindjes het leven heeft geschonken. Een bezorgde oma kijkt toe, andere kinderen zitten er omheen. De man wijst trots op de gezinsuitbreiding, maar Ben ziet vooral dat de kinderen het niet zullen redden, te klein zijn ze en te zwak. Een poging ze 60 kilometer verderop naar een ziekenhuis te brengen, strandt op het hardnekkige voornemen van de trotse vader om overeenkomstig de traditie van de voorouders te handelen. De familie in dit hutje is een icoon voor de situatie van Afrika. Een wiegende, zingende moeder, een bezorgde oma en een trotse vader, met de schaduw van ziekte, dood en traditie eroverheen. Ben, binnengehaald door de jonge vader die bewondering probeert af te dwingen, staat er als grote blanke Europeaan machteloos bij. Ben ziet de tragedie maar kan niets doen, niets anders dan zijn gevoel onder woorden brengen. Hij schrijft een gedicht:
... te klein, te zwak, te vroeg, te licht geboren
maar ó zo gaaf..
hun kansen te gering
hun kansen te gering
om de eerste maand te overleven
kom moeder... zing,
let niet op grootmoe’s twijfel
kom moeder... zing,
let niet op grootmoe’s twijfel
zing zacht je Tonga-wiegelied
geniet nog, ja geniet nog
zolang je leven ziet
zolang je leven ziet
Kom moeder zing
en houd je kindjes in je armen
en houd je kindjes in je armen
en wieg ze zacht,
geniet nu nog heel even
geniet nu nog heel even
voor ze heengaan in de stilte van de nacht ...
De heilige familie, dat is niet een model-gezin. Het is niet ons westerse reclame gezinnetje met Brinta-pap en antidepressiva. Het is ook niet een vrome familie die zich naar alle regels voegt. De heilige familie kun je overal tegenkomen. Er kan een kind ziek zijn. Misschien wonen vader en moeder niet meer bij elkaar... Het gezin kan op de vlucht zijn. Voor Herodes of een van zijn opvolgers. Maar het ontroert je. Het vervult je met eerbied. Met machteloosheid misschien ook. Met moedeloosheid zelfs, met wanhoop..., maar vooral met ontroering. ‘Zing, moeder, zing voor je kinderen zolang ze er zijn.’ De povere rijkdom is de moeite waard om trots op te zijn. God komt aan het licht voor wie er oog en hart voor heeft.
NIET IN DE RECLAME
NIET IN DE RECLAME
Als je de advertenties en reclamefilmpjes moet geloven, dan bestaat het ideale gezin uit 4 personen: een vader die vrolijk zijn gezinnetje mèt de hond in een te grote kar heeft geladen en erop uit trekt met de surfplanken op het dak. Een moeder die met een tandpastaglimlach en glad gespoten rimpels, een schaal voorgebakken broodjes uit de hoven haalt. Een jongetje met een merk-petje op het hoofd, dat blij de beker laat zien die hij bij het tennissen heeft veroverd, en een meisje in een balletjurkje dat een sierlijke buiging naar voren maakt.... Welstand en succes stralen er vanaf. De buren kijken met bewondering en afgunst toe. Wie achterblijft schaamt zich een beetje en voelt zich mislukt.
Tegen dat valse ideaalbeeld protesteren de gelovigen. Die familie die op de vlucht is voor koning Herodes en bij de aartsvijand Egypte asiel zoekt, de familie die dagen onderweg is geweest omdat de keizer geld wil zien van de kleine man. De zwangere moeder die een beschutte plek vind bij de herders in het veld...., de trotse vader aan het Malawimeer met de zorgelijke moeder van een veel te zwakke tweeling, de vluchtelingen die alles achter hebben moeten laten en lange bange wegen zijn gegaan om te stuiten op afweer en onverschilligheid..., die zijn heilig! Daar moet je naar omzien! En in veel opzichten kunnen we er een voorbeeld aan nemen!
STIEF
Marianne had op school het sprookje gezien van assepoester. De juffrouw had er een prachtig filmpje van. Toen ze thuiskwam, liep ze naar mamma toe en vroeg: ‘Mamma, wat is een stiefmoeder? Bestaan stiefmoeders echt?’ ‘Waarom vraag je dat?’, gaf mamma als antwoord. Nu was Marianne op haar hoede. Als grote mensen geen antwoord gaven, maar vroegen waarom je het vroeg, dan was het een gevaarlijke vraag en dan kreeg je misschien niet het goede antwoord. Zo onverschillig mogelijk zei ze: ‘Gewoon! Assepoes had een stiefmoeder...’, ‘Nou kijk’, zei mamma. Kennelijk had ze het goede antwoord gegeven. ‘Kijk, Assepoes had een moeder en die was jong gestorven.’ Zie je wel, dacht Marianne. Stiefmoeder had iets met doodgaan te maken, daar praten grote mensen niet graag over. ‘En toen was de vader opnieuw getrouwd, dus kreeg Assepoes een nieuwe moeder. Dat was haar stiefmoeder. Begrijp je?’ Ja, dat begreep ze wel. ‘Maar waarom is stiefmoeder zo boos?’ ‘De meeste stiefmoeders zijn heel lief, allen niet in het sprookje. Het moet ook een beetje spannend blijven.’ Marianne liep naar moeder toe en aaide haar over de rug en zei: ‘Maar jij, jij wordt toch geen stiefmoeder, hè!?