En zie, twee van hen zijn op diezelfde dag onderweg geweest
naar een dorp dat zich ophoudt op zestig stadiën van Jeruzalem,
welks naam Emmaüs is,- en zij hebben zich met elkaar onderhouden
over al deze dingen die samengelopen zijn.
En het geschiedt, terwijl zij zich onderhouden en samen zoeken:
hij, Jezus nadert, en is met hen mee getrokken,
maar hun ogen zijn zo bevangen geweest dat zij hem niet hebben herkend.
Maar hij zegt tot hen: wat zijn dit voor woorden die ge al wandelend elkaar tegenwerpt?
Treurig-ogend blijven ze staan. Maar ten antwoord zegt één, met de naam Kleopas, tot hem:
bent ú alléén bijwoner in Jeruzalem en hebt u geen kennis van de dingen
die in deze dagen geschieden?
Hij zegt tot hen: wat voor dingen?
Zij zeggen tot hem: die rondom Jezus de Nazarener, een man die profeet is geworden,
vermogend in werk en woord tegenover God en heel de gemeenschap,-
hoe onze heiligdomsoversten en onze overheden hem hebben prijsgegeven
aan terdoodveroordeling en hem gekruisigd hebben;
maar wíj hebben gehoopt dat híj het is die Israël zal gaan verlossen;
echter, al met al brengt hij nu de derde dag door sinds deze dingen zijn geschied;
echter hebben ook enkele vrouwen uit ons midden ons ontsteld,
die vroeg in de morgen bij de gedenkplek zijn geweest;
toen ze zijn lichaam niet vonden zijn ze komen zeggen
dat ze een visioen van engelen hebben gezien, die zeggen dat hij lééft;
enkelen van hen die met ons zijn zijn mee teruggegaan naar de gedenkplek,
en vonden die zó zoals ook de vrouwen hebben gezegd, maar hemzelf hebben ze niet gezien!
En híj zegt tot hen: o onverstandigen, te traag van hart om te geloven
op grond van alles wat gesproken hebben de profeten!-
moest de Gezalfde niet dat alles lijden, en (zó) binnengaan in zijn heerlijkheid?
En beginnend bij Mozes en bij alle profeten, legt hij hun uit
wat in alle geschriften over hem gaat. Dan naderen ze het dorp
waarheen ze onderweg waren, en hij doet alsof hij verder zal trekken.
Zij dringen sterk bij hem aan en zeggen: blijf bij ons, want het is tegen (de) avond
en de dag is reeds gaan liggen! Hij komt binnen om bij hen te verblijven.
En het geschiedt: als hij met hen aanligt neemt hij een brood en zegent;
hij breekt het en geeft het hun aan.
Maar hun ogen worden geopend en zij herkennen hem; en het geschiedt:
hij wordt onzichtbaar voor hen.
Zij zeggen tot elkaar: was ons hart niet brandend in ons,
toen hij op de weg met ons sprak, toen hij voor ons de Schriften opende?
In datzelfde uur staan ze op en keren terug naar Jeruzalem,
waar ze de elf en die bij hen zijn verzameld vinden;
die zeggen: de Heer is werkelijk opgewekt
en heeft zich laten zien aan Simon!
En zij zetten alles uiteen van op de weg, en hoe hij zich aan hen heeft laten kennen
in het breken van het brood.
‘ZINGEVING’
Guus van Loenen was pastor in Venray. Hij publiceerde o.a. het boek ‘Het lijkt sprekend’. Daarin laat hij zien dat het bij godsdienstige verhalen niet gaat om natuurkunde, niet om filosofie, niet om biologie of geschiedenis..., maar om ‘zingeving’. Hij begint zijn boek met een voorbeeld.
De zevenjarige Elke krijgt aan tafel te horen, dat haar ouders binnenkort gaan trouwen en dat zij bruidsmeisje mag zijn. Ze is verrukt en rent met het blijde nieuws naar school. In het kringgesprekje zijn de reacties teleurstellend. ‘Nu pas?’, ‘De mijne zijn al lang getrouwd!’, ‘Rare pappa en mamma!’ Verdrietig gaat ze naar huis en dat verdriet duurt enkele dagen. Dan komt ze op een ochtend ineens vrolijk aan tafel. ‘Ik weet waarom jullie nu pas trouwen’, zegt ze. ‘Jullie hebben gewacht tot ik erbij kon zijn!’ Spontaan heeft ze een betekenis gegeven aan haar situatie en zich ermee verzoent. Haar visie klopt niet met hoe het gegaan is, maar wel met de waarde van de feiten. Zonder Elke hadden haar ouders nu niet besloten te trouwen.
Geloven is zingeven.
ZINLOZE TIJDEN
Als de hele wereld op zijn kop wordt gezet zijn mensen onzeker. Ze zoeken naar zin en betekenis. Zijn het de nieuwe zendmasten? Is het de geheime dienst van Amerika? Is het misschien Gods straf voor onze omgang met de schepping? De verhalen duiken op. Waarom overkomt ons dit? Wat moet je ermee?
Jezus’ leerlingen zijn verslagen. Twee van hen maken een wandeling, weg uit de stad.
Wat zoeken de leerlingen in Emmaus? Ze zijn teleurgesteld. Jezus was het dus niet, de messias, de redder. De desillusie is groot bij Kleopas en zijn vriend. Die ander wordt niet genoemd. Stamt het verhaal misschien van Kleopas; dat daardoor diens naam bewaard is? Had hij familie in Emmaus? We weten niets van hem.
De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus legt uit, dat ‘Emmaus’ zoveel betekent als ‘verwarmd bad’. Het gebied was vulkanisch. Aardbevingen vernietigden regelmatig woonoorden en wegen. Daarom weten we eigenlijk niet met zekerheid waar Emmaus precies lag. Wel wordt het vaker vermeld in oude verslagen van pelgrims. Emmaus was vaak een broeinest van opstandelingen tegen de Romeinen en van het breken van het verzet door de Romeinen.
JOODSE ZINGEVING
De teleurgestelde leerlingen praten met elkaar, over wat er in Jeruzalem gebeurd was. Dat is wat schriftgeleerden deden: zoeken naar zin en betekenis. Daartoe legden ze de grote en kleine verhalen uit de traditie op het leven van hier en nu. Ze hoopten zo een patroon te ontdekken, een bedoeling van de Eeuwige. Bewaart de traditie iets dat een zinvol licht werpt op de verschrikkelijke gebeurtenissen in Jeruzalem?
Dit onderzoek doen ze al lopend. Dat wijst ook op een studiebijeenkomst. Rabbijnen gaven onderricht tijdens het wandelen.
Toen ze zo de ‘schriften openden’, vonden ze teksten van de profeet Jesaja. Die had geschreven over een Messias die gefolterd zou worden. Gods koning als een ‘knecht van de mensen.’ Dat was toch precies wat ze hadden meegemaakt. Dit inzicht overvalt hen als een gave die hen overkomt. Het is niet een eigen fantasie of schepping. Hier is Gods Geest aan het werk. Ze zijn niet met zijn tweeën. Er is een derde in het spel. Verheugd komen ze in Emmaus aan en gaan aan tafel zitten. En daar is opnieuw, en nu veel sterker, het gevoel dat er iemand mee aan tafel zit. Als ze brood breken is het alsof ze, hier en nu, het avondmaal van Pasen voortzetten. Hun heer is bij hen in woord en brood.
MIJN ZIN
Een jaar of tien geleden had ik na een val mijn been in het gips. Ik was veroordeeld tot televisie kijken en daar word je niet vrolijk van! Je krijgt een tamelijk onbenullige wereld te zien, een zogenaamd neutrale en ‘waarden-loze’ wereld terecht die de televisie ons voortovert. ‘De kerk heeft ons vroeger veel wijsgemaakt...’ hoor ik vaak zeggen. De mensen beseffen niet hoeveel reclameboodschappen ons elke dag iets wijsmaken!
Bijna ingedut schoot ik wakker. Op het scherm was een vriendelijke kok aan het woord. Elk programma lijkt een kok op de achtergrond te hebben. Hij stelde voor om dit jaar het paasbrood zelf te maken. Hij zei: ‘De essentie van Pasen...’ Ik spitste mijn oren! Nu kwam iets wezenlijks! ‘De essentie van Pasen’, zei hij vol overtuiging..., ‘is toch het paasbrood!’ De dames van koffietijd knikten instemmend. Mij overviel een gevoel van moedeloosheid. De kok ging vrolijk verder met zijn uitleg over deeg, noten en rozijnen. ‘En de amandelspijs’, merkte hij tenslotte op, ‘die kunt u gelukkig kant en klaar kopen in de supermarkt...’ Laat mij nu gedacht hebben dat het wezen van paasbrood de spijs was! De dames van Koffietijd keken opgelucht. Ze moesten snel naar een volgend onderwerp voordat zin-zoekend Nederland was weg gezapt. Een nieuwe gast had een boekje geschreven over afvallen.
De bel ging. Ik zocht mijn krukken, hees me op van de bank en hinkte naar de voordeur. Daar stond een parochiaan. Ze overhandigde me iets. ‘We missen u erg. U hebt wel goede vervangers, maar we hopen toch dat u weer gauw terugkomt. Hier! Dit is een paasbrood voor u. Ik hoop dat het lekker is; ik heb het zelf gebakken!’ Daar stond ik, met het wezen van Pasen in mijn handen, want meeleven en troost komen al heel wat dichter in de buurt van het mysterie. Het woord van een filosoof schoot me te binnen: ‘Brood is materieel; brood voor anderen is geestelijk.’ God woont in het brood dat wij delen!