2020 - 7de zondag van Pasen © Harrie Brouwers, Voerendaal
WAAR IS DE HEMEL GEBLEVEN?
Jezus steekt zijn leerlingen een riem onder het hart. Hij belooft hun iets. Dat zij God zullen kennen. Is dat de hemel?
De eerste afbeelding van de hemel is van Francesco Botticini. De ander is uit 'Luistert naar Hem', een prentenboek uit 1949 van H.Randag o.f.m.
![]() ![]() |
|
|
|
|
HET EVANGELIE VOLGENS JOHANNES (17,1-11)
zo dicht mogelijk bij de poetische kracht van de bron wil blijven.
![]()
|
OVERWEGING
|
GOD KENNEN
Het is een lange speech. Alles wat Johannes wezenlijk vindt komt aan de orde.
Het is een soort geestelijke testament, met het gewicht dat laatste woorden nou eenmaal hebben.
Je wilt ze weten. ‘Heeft pappa nog iets gezegd?’ Een bange vraag van nabestaanden.
Je hoopt dat het zoiets was als: ‘Ik hou van jou’, ‘Ik ben trots op jullie’,
‘Ik ben dankbaar voor ons leven samen...’
Door de ogen van God misschien?
Een klein kind dat zijn IKKE nog net niet heeft ontdekt, doet dat ook.
‘Timmy lust dat niet!’ Het ego moet nog ontwikkeld worden. Nu bestaat hij alleen nog
in de ogen van mamma.
De taal van Jezus is echter allerminst kinderlijk.
Toch wil ook hij misschien denken voorbij het ego.
'Hij' is niet het 'ik' dat zich krampachtig probeert te handhaven in een vijandige omgeving.
Hij is wat hij betekent in de ogen van de Eeuwige.
Dan zegt Jezus over zichzelf: ‘Hij heeft de macht over alle mensen ontvangen,
de macht om hun het eeuwig leven te schenken. En dit is het eeuwig leven, dat ze U kennen!’
DE HEMEL
De moderne mens is het begrip ‘eeuwigheid’ kwijtgeraakt.
Hij heeft er een langgerekte tijd van gemaakt.
Een soort geprolongeerd bestaan dat ergens anders na de dood verder gaat.
En waar dan? En hoe?
Ik herinner me, dat ik het me afvroeg als kind.
Het antwoord luidde steevast: het geluk van de hemel is het aanschouwen van God.
Ik vond dat zeer teleurstellend. Hoe mooi God ook moet zijn,
daar zul je in de eeuwigheid toch wel op uitgekeken raken, dacht ik.
Maar nu lees ik het dus bij Johannes.
Daar staat nìet: ‘de hemel is almaar kijken naar God’;
maar hij zegt: ‘eeuwigheid ìs het schouwen van God.’
Eeuwig leven is niet heel erg lang naar God kijken, maar God kennen is eeuwig leven.
Misschien kun je 'eeuwig leven' beter vertalen met ‘het ware leven’.
EEUWIGHEID
Men heeft er altijd mee geworsteld.
Toen aan Augustinus werd gevraagd, wáár de gelukzaligen zouden genieten van Gods aanschijn,
toen antwoordde hij, dat God zelf die ruimte zou uitmaken.
Meestal situeerde men de hemel ergens boven de hemel van de vogels
en boven de hemel van de sterren.
De geleerden beseften, dat men er eigenlijk niets van kon zeggen,
omdat het niet-zintuiglijke slechts in metaforen aangeduid kan worden.
Dus ‘ergens daarboven’ met het gebaar van vier vingers die aanhalingstekens maken in de lucht.
die ontdekt dat men altijd beschroomd en terughoudend sprak over het geluk in de hemel.
De predikers wisten wel dat de eeuwige gelukzaligheid weinigen van het slechte pad af konden houden.
Het afschrikken met de gruwelen van de hel leek een stuk succesvoller.
‘God kennen’ leek altijd al een saaie bezigheid.
SCHOUWEN
Wel, Johannes heeft er zin in. Het eeuwig leven is het schouwen van God.
Het is voor hem niet een oneindig lange tijd
waarin we worden beziggehouden met God diep in de ogen te kijken.
Johannes heeft het niet over een tijd.
Hij heeft het over het kennen van het diepste mysterie waaruit we zijn voortgekomen.
Wij krijgen per uur duizenden indrukken meer te verwerken
dan de doorsnee mens in voorbij eeuwen.
Zien was een fysiek feest voor de ogen.
De gebrandschilderde ramen in een kathedraal,
de miniaturen in een kostbaar handgeschreven boek.
Het zien van iets was bijna een ontmoeting.
Eeuwenlang was voor de meeste kerkgangers het opzien naar de heilige hostie
tijdens de consecratie evenveel waard als het communiceren zelf.
Het schouwen van God, dat is zoveel als opgaan in het mysterie van de Eeuwige.
GEBEDEN
Laten wij bidden dat een geest uit de eeuwigheid
ons hart mag beroeren
en ons maakt tot mensen die barmhartig zijn
en die steeds opnieuw het goede in de ander kunnen ontdekken...
Laten wij bidden voor mensen die ons land besturen,
dat zij niet zozeer met regels en voorschriften bezig zijn
maar met mensen
en dat ze een open oor hebben voor hun noden...
Laten wij bidden voor jongeren die hun weg zoeken in de wereld van vandaag.
Dat ook zij bezield mogen raken door de Geest van God
die hen aanzet tot moedige daden van onbaatzuchtigheid...