2020 - 13de zondag van Pasen © Harrie Brouwers. Voerendaal






EEN BED, EEN TAFEL,
EEN STOEL EN EEN LAMP....




VOOR ONDERWEG
Er is veel wat ons bindt aan dit bestaan. Er zijn mensen die geen dag zonder mobieltje kunnen, of zonder sigaar. Kunnen we ons het leven nog voorstellen zonder elektriciteit of zonder kraan met stromend water? Jezus zoekt de grens op: kun je leven zonder je vader en moeder, zonder je dochter of je zoon... 
Het is alsof Jezus zegt: je bent een arme kerel, een arme meid, als je je alleen maar vast klampt aan wat je verzameld hebt en aan de contacten die je nu hebt opgebouwd. We denken dat we daar niet buiten kunnen. Het doet zoveel pijn als je kind het huis verlaat, of je je moeder begraaft. Het doet pijn als je mobieltje is gestolen of je huis afbrandt, maar je zult steeds ontdekken dat het leven méér is dan alles waar je je zo veilig bij voelde.
Matteüs heeft in zijn evangelie de talrijke uitspraken van Jezus netjes geordend. Jezus had nooit colleges gegeven of lezingen gehouden. Hij had alleen discussies gevoerd met andere leraren. Hij had verhalen verteld naar aanleiding van vragen en actualiteiten. Matteüs probeert al dat materiaal in 5 grote redevoeringen onder te brengen. Het evangelie van vandaag komt uit de zogenoemde ‘zendingsrede’. Het is de tweede grote toespraak. De eerste was de Bergrede. Daarin zette Matteüs alle commentaren bijeen die Jezus op de Wet van Mozes had gegeven. Daarop volgt de toespraak die hij voor zijn leerlingen hield, op het moment dat hij hen erop uitstuurt: de ‘zendingsrede’. Het is goed om deze context te zien, anders zoudt u aanstoot kunnen nemen aan het advies om meer van Jezus te houden dan van je ouders en je kind! Deze oproep wordt dus voorgehouden aan de apostelen, als ze uitgezonden worden. Matteüs herhaalt die aansporingen voor de eerste christenen die vervolgd werden. En ook wij kunnen er iets aan hebben!

ER IS VEEL MEER...
Het evangelie zegt: wie zich vastklampt aan wat hij heeft, die voert een verloren strijd. Hij zal alles verliezen, vroeg of laat. En wat erger is: hij is intussen niet gelukkig geweest. Hij heeft om zijn rijkdommen slechts zorg en angst gehad. De levenshouding waartoe Jezus ons keer op keer uitnodigt is om los te kunnen laten, om onze energie niet te besteden aan het zelfbehoud maar aan de ander; om vrij en dankbaar te genieten van wat er is, en niet angstig te waken over de dingen die voorbijgaan.
Het bijbelboek Koningen bevat allerlei verhalen over de vorsten van Israël. Er waren twee koninkrijken. Eén in Jeruzalem en één in Samaria. De meeste verhalen gaan over de rol van God en zijn profeten tegenover de zich ontwikkelende monarchie. Grote politieke verhoudingen zijn aan de orde. Maar daar tussen staan ook verhalen over gewone mensen in het leven van alledag. Eerst helpt Elisa een straatarme weduwe die dreigt te verhongeren, maar niet te beroerd is om haar laatste bezit te delen met de profeet. En nu lazen we het ontroerende verhaal over een rijke, gastvrije dame in Sunem. Ze is gastvrij en nodigt de profeet aan tafel uit. Later bouwt ze zelfs een logeerkamer voor hem. Is ze verliefd? Of is ze vroom? Ze heeft geen kinderen, maar daar hoor je haar niet over klagen. De kamer die ze voor de profeet had ingericht, was gebouwd op het dak, een penthouse. Ze moet een mooi uitzicht hebben gehad. Tenminste als er een raam was. Over de inrichting wordt alleen opgemerkt dat er een bed staat, een tafel, een stoel en een lamp. Een lamp..., misschien toch geen raam! Ik zie de eenvoudige cellen voor me van  de franciscanen in Alverna bij wie we vroeger wel eens te gast waren. Een bed, een tafeltje, een stoel en een lamp. Je zit daar met jezelf en de herinneringen aan de afgelopen dag. Geen televisie met 100 kanalen om wild heen en weer te zappen en aan niets werkelijks te hoeven denken. Geen mobieltje met de gezichten van vrienden, die je maar hoeft aan te klikken om ze te zien lachen. Geen boekenkast met kasteelromannetjes of peinzende gedichten, geen stripverhalen, zelfs geen po onder het bed. Je realiseert je ineens hoe ongelooflijk veel afleiding wij om ons heen hebben, om vooral onszelf niet tegen te komen. Wij ontvluchten de rust en onze eigen ziel en zoeken het belang van ons leven ergens ver weg. Elisa krijgt van de gastvrije dame een bed, een tafel, een stoel en een lamp. Dat is genoeg.
De gastvrouw wordt voor haar onbaatzuchtigheid beloond. Waar je je aan vastklampt zul je verliezen. Als je los kunt laten zul je de zin van je leven ontdekken en dat zal je gelukkig maken. Met die aansporing stuurt Jezus zijn leerlingen op pad!

TASSEN
Lieve kinderen. ‘Kom Els, niet treuzelen; we moeten gaan.’ ‘Ik kom’, riep Elsje voor de vierde keer. En warempel, daar kwam ze. Ze had haar pop met lange blonde haren onder de arm, en nog een koffertje met de spulletjes van haar kapsalon. ‘Elsje toch, dat kan niet allemaal mee!’ zuchtte mamma. ‘En wat zit er in die tas?’ Behalve de koffer had ze ook nog een plastic zak. Els ging voor de eerste keer bij oma logeren. Een tas met kleren en schoenen had mamma al in gepakt. Els vond het spannend. Ze zou de hele nacht blijven. Als ze heimwee kreeg, dan hoefde ze maar te bellen en dan werd ze direct gehaald. ‘Nou kom. Bij oma ligt genoeg om te spelen. Laat die tassen nou maar hier, morgenavond ben je weer terug.’ Els keek boos. De wenkbrauwen botsten boven de neus bijna tegen elkaar. ‘Nou....!’ Zei ze alleen maar en toen besloot ze: ‘Maar deze tas, die moet mee!’ Mamma knikte. Ze begreep het wel. In de tas zat Pipo, een heel oud clowntje, afgelikt en uitgerafeld, verbleekt en gescheurd, maar ze had hem al bij zich vanaf de wieg en Pipo zou bij haar blijven tot in het graf. Er moeten ook zekerheden in je leven zijn. Zeker als je op reis gaat!