2021 - 3de zondag van Pasen © Harrie Brouwers, Voerendaal





EIGEN SCHULD...




'LEUK BAD'

Wat maakt u van deze zin: ‘Een vrome man en zijn stoute vrouw namen een leuk bad....’ Eeuwen geleden had men begrepen dat een sterkte man en zijn dappere vrouw in lauw water zaten te baden! Woorden veranderen van betekenis, van dapper naar stout, van lauw naar leuk en van vroom naar sterk.
De bijbel bewaart verhalen die al duizenden jaren verteld worden. Eeuwenlang hebben monniken dikke boekrollen nauwgezet overgeschreven. Maar hoe goed je de woorden ook conserveert, je kunt niet voorkomen dat hun betekenis verandert. De lezer neemt de oude woorden weliswaar in zich op, maar de tijd heeft hun betekenis veranderd en ze landen in een heel nieuw wereldbeeld. Als een evangelist wil vertellen dat Jezus na zijn kruisiging thuiskomt bij God, dan kan hij dat niet anders doen dan door te zeggen dat Jezus ‘omhoog’ ging. In die tijd woonden geesten, ideeën, net als vuur en lucht, ergens ‘daarboven’. Als wij aan onze kinderen vertellen dat Jezus na zijn dood ‘omhoog’ ging, - of dat oma ‘daarboven op een sterretje zit’ –, dan ziet een volwassene hen verdwijnen in een oneindige leegte. We zullen het evangie zeker verkeerd begrijpen, als we alle woorden letterlijk nemen. Een vertaalslag is noodzakelijk. Zo ook had de mens in de oudheid had geen idee van virussen. Ziekte werd beschreven als bezeten zijn door een kwade geest. Iemand genezen werd dus het verdrijven van Geesten. Wat de evangelist ons eigenlijk wil zeggen is, dat genezing een geschenk van God is. 

WEL SCHULDGEVOEL

Tot het vanzelfsprekende wereldbeeld van de mensen in Jezus’ tijd, hoorde ook een diep besef van schuld. Mensen in Israël hadden het gevoel dat het kwaad een straf was; en als ze te rade gingen bij zichzelf, dan vonden ze redenen genoeg. In hun godsdienst ontwikkelden zij methoden om zich van die schuld te bevrijden. In de Handelingen lazen we een preek van Petrus: ‘Wend u af van uw huidige leven om vergeving te krijgen van uw zonden.’ In het evangelie vertelde Lukas hoe de teruggekomen Emmaüsgangers Jezus’ aanwezigheid opnieuw ervaren. Ze horen dan hoe hij alle volkeren oproept zich te bekeren om vergeving van zonden te krijgen. Dat bevrijd worden van schuld was heel erg belangrijk!
Nu naar onze tijd!  De biechtstoelen worden niet meer platgelopen. Aflaten zijn in diskrediet geraakt; boetevieringen iets voor de meer serieuze gelovigen. Ouderen distantiëren zich lacherig van hun schuld en schaamte rond seksualiteit en lichamelijkheid. Bestaat het nog: een diep geworteld schuldgevoel? 

GEEN WIJ-GEVOEL
Tegelijk zijn de mensen zich tegenwoordig sterker dan ooit bewust van hun aandeel in de vervuiling van de aarde, de fijnstof in de lucht, de honger in de wereld, de wapenleveranties aan labiele regio’s, de plasticpartikels in de bewoners van de zee, en zo kan ik doorgaan. We zijn ons ervan bewust een wereld gecreëerd te hebben die de ondergang in zich draagt. Dus als de schrijvers van de bijbel het hebben over de schuld van het volk en daarbij denken aan ziektes, armoede en onderdrukking, dan zouden we dat eigenlijk heel goed moeten herkennen. En toch laat de preek van Petrus, over onze schuld die vergeven moet worden, ons koud; alsof ze ons niet aangaat.
Het probleem is dat we weliswaar zeer sterk door-drongen zijn van onze collectieve schuld, maar dat er tegelijk geen collectief ‘wij-gevoel’ meer is. We zijn enorme individualisten geworden. Dus, ja wij doen mee met de vervuiling, ‘maar de andere maken veel meer vuil dan ik.’ ‘Laten zij maar beginnen net opruimen!’ ‘De anderen verkwisten veel meer grondstoffen’, ‘als niet iedereen stopt met vliegen, hoef ik dat ook niet....’ We voelen ons schuldig maar zijn tegelijk zijn we zo’n individualisten, dat we daar geen verantwoordelijkheid voor nemen. 
De bijbelschrijvers gingen uit van een collectieve boete, een gezamenlijke inspanning, terwijl wij ons vooral machteloos voelen en volstaan met mopperen op de staat, de kerk en de multinationals.

HOE MOET DAT?
Eerlijk gezegd, ik weet niet hoe we hier uit moeten komen. Godsdienst was vroeger de drager van het collectief verantwoordelijkheidsgevoel. Als staten of kerken die rol overnemen, dreigt het gevaar van bevoogding en nationalisme. Verantwoordelijkheidsgevoel, ook van het hele volk, kan niet door instituties gedragen worden, maar door een mentaliteit, een geest, een overtuiging. Ik hou mijn hart vast, maar ben blij dat ik het in mijn godsdienst gevonden heb! Ik hoop daarom dat de godsdiensten een steentje kunnen bijdragen aan dat besef: we hebben een zware schuld op ons geladen – en we moeten ons samen bekeren!

BEKEURING
Lieve kinderen. Jelle zat met rode wangetjes achter in de auto een spelletje te doen op haar eigen rose mobieltje. Plotseling schrok ze. Pappa vloekte zoals ze hem nog nooit had horen doen. ‘Ho ho!’, riep mamma nog. Een echte politieauto reed achter hen aan met een groot knipperlicht ‘STOP’! Pappa stopte zo braaf mogelijk. Hij draaide het raampje open. Een agent keek de auto in. ‘Mag ik uw papieren zien?’ Pappa haalde de papieren te voorschijn. ‘Alstublieft’, zei hij. Jelle was blij dat pappa zo rustig bleef. ‘Meneer’, zei de agent, ‘u mag hier maar zeventig; u reed veel te hard.’ ‘Dat is niet eerlijk’, riep Jelle vanaf de achterbank, ‘dat u pappa de schuld geeft.’ De agent keek haar vragend en tegelijk een beetje glimlachend aan. ‘We reden allemáál veel te hard!’, legde Jelle uit. ‘Dat is waar...’, peinsde de agent. ‘Zal ik dan maar vier bekeuringen uitschrijven?’ Geschrokken sloeg Jelle haar hand voor de mond. ‘Eentje is wel genoeg.’ En omdat Jelle toch het gevoel had dat ze allemaal fout waren, schonk ze die zondag haar hele zakgeld aan pappa!