2021 - 6de zondag van Pasen © Harrie Brouwers, Voerendaal








ALLES IS MET LIEFDE BEGONNEN...


DRESSUUR

Mijn vader is al zowat 60 jaar dood. Soms kom ik hem onverwachts tegen. Verleden jaar nog bij de kapper! Toen die aan het eind van de beurt een spiegel achter mijn hoofd hield, zag ik ineens de kalende kruin van mij pa! Gelukkiger was ik ooit geworden door een opmerking van een parochiaan. ‘Mijn broer heeft nog bij uw vader in de klas gezeten!’, zei ze blij. ‘Drie jaar achter elkaar’, voegde ze eraan toe. Ik vroeg me af, of broerlief zo dom was geweest dat hij de vijfde klas drie keer over moest doen, maar ze vervolgde: ‘Als hij overging kwam hij bij de bovenmeester in de klas, en die sloeg de kinderen altijd. Uw vader nooit. Dus deed hij zijn best om te blijven zitten tot zijn leerplicht verstreken was.’ 
Haar verhaal herinnerde me aan de bewondering waarmee mijn vader altijd sprak over ‘Klants dierenpark’ in Valkenburg. Ooit zag ik over deze gevluchte Hongaar een documentaire op het ZDF. Hij had er een dressuurschool voor leeuwentemmers. Klant zou de eerste dompteur geweest zijn, die zijn dieren kunstjes leerde zonder ze pijn te doen of te straffen. Hij dresseerde enkel door te belonen. Je verandert gedrag eerder met respect dan met minachting.

DADER EN SLACHTOFFER
Hoeveel beloning ervaart een kind in zijn jeugd en hoe belangrijk is dat voor zijn zelfbeeld en zijn hele latere ontwikkeling? Hoeveel kinderen horen alleen maar verwijten? De corona dwong veel kinderen langdurig thuis te blijven. Pedagogen maken zich zorgen over sommigen van hen.
De afgelopen jaren werden we geconfronteerd met onthullingen over het misbruik van kinderen op kostscholen, in parochies, bij de jeugdbeweging, sportclubs, en het meest nog in thuissituaties. Er is een tijd geweest dat de behoeders van de moraal dachten dat de doofpot de beste reactie was voor het welzijn van individu en gemeenschap. In feite kwam dit echter neer op het laten vallen van de slachtoffers en het beschermen van de daders. Toen deze inzichten veranderden, bleef de conservatieve benadering in de kerk nog veel te lang bestaan. Hij tij was gekeerd. Alle aandacht ging naar de slachtoffers uit. Terecht! Alleen bleef de vraag knagen: hoeveel daders waren zelf slachtoffer geweest? Hoeveel mensen die gewelddadig waren geweest, hadden zelf een traumatische jeugd gehad?

LIEFDE ALS OORSPRONG
Het evangelie van Johannes, dat we vandaag lazen, begint met een duidelijke constatering. Jezus zei: ‘Mijn Vader heeft mij liefgehad, en zo heb ik jullie liefgehad....’ De liefde die Jezus gàf, had zijn oorsprong in de liefde die hij had gekrégen. Liefhebben was mogelijk omdat hij eerst bemind was geweest. 
Als echter de eerste liefde verwond is of verwrongen en onvolledig, dan wordt het moeilijk om die later tot wasdom te laten komen. 
Bij Johannes vertelt Jezus dit aan het laatste avondmaal. Hij geeft zijn volgelingen mee om toch vooral mensen lief te hebben. De kracht daarvoor mogen ze putten uit alle liefde die zij eerder ontvingen.

WEERBARSTIGE WERKELIJKHEID
In de generaties die achter ons liggen, heeft de kerk geprobeerd om mensen van alle leeftijden op het rechte pad te houden door ze te leren hoe slecht ze zijn, en hoe zwaar ze bij God in de schuld staan. De meeste pastores deden dat uit oprechte zorg om het eeuwige heil van wie aan hen waren toevertrouwd. De werkelijkheid van het leven is immers veel weerbarstiger dan de abstracte modellen ervan. Ik heb ook vaders en moeders machteloos zien huilen bij het verhaal over hun kind. Ze hadden het niet kunnen behoeden voor de ondergang in drugs en criminaliteit. In die machteloze momenten ontstaat de neiging om te dwingen, om de ander kost wat kost te veranderen, om hem de boodschap te geven: ‘jij deugt niet’. ‘Ik heb je pas lief als je een ander mens wordt.’ In die machteloosheid verliest de liefde haar glans. Er kan een milieu ontstaan waarin kinderen slachtoffers worden en zich uit zelfbescherming identificeren met de dader en tenslotte dader worden. Maar het kan ook gebeuren dat die liefde die er tóch nog was, ontkiemt en wint. 

NIET MAKKELIJK!
De dompteur die de leeuwen opvoedde met stukjes vlees in plaats van met de zweep, zei niet dat dit makkelijker was! Mijn vader die de klas zonder handtastelijkheden in toom hield, deed dit niet uit gemakzucht. En Jezus die de leerlingen uitdaagt om zich liefdevol te gedragen wist al te goed hoeveel offers dat kan eisen. Liefde lijkt eenvoudig onder gelijkgezinden, jegens mensen die iets voor je gedaan hebben of met wie je hetzelfde vak in het stadion deelt, maar daarna..., daarna begint het echte avontuur. De liefde voor die anderen die ánders zijn, die ook uit God voortkomen maar zo heel verschillend spreken en zingen en ruiken en koken... die maken het zo moeilijk maar ook zo eindeloos interessant. Ze onthullen je iets van het geheim van God. 

IK EN MIJN NAAM
Lieve kinderen. De buurjongen van Jorg had een pup gekregen en nou mocht Joep hem een naam geven. Jorg vond dat eigenlijk een beetje gek, want dan had de pup eerst géén naam gehad en dat kan toch niet. Hij was toch al iemand?! Dus vroeg Jorg aan pappa: ‘Pappa, ben je d’r eerst en krijg je dan een naam, of heb je eerst een naam en ben je er dan daarna pas?’ Pappa grijnsde. ‘Onze kleine filosoof...’ Hij dacht er even over na en zei toen: ‘Mamma en ik hadden eerst een naam: “Jorg” en toen kwam jij!’ Dit bracht Jorg in de war. ‘Hoe wisten jullie dan dat ik het was?’ ‘We hielden al van je voordat je er was, en we praatten al over je en maakten een kamertje en plannen over hoe we met jou zouden zingen en voetballen. Eerst hielden we van je, en toen was je er....! Dat vond Jorg een prachtige gedachte om mee in te slapen!