2022 - 5de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal







ZINKEND SCHIP



ALS VISSERS
‘Ceci n’est pas une pipe.’ Dat staat op een beroemd schilderij van de Belg René Margritte. Op het schilderij zie je een grote pijp, dus de uitleg: ‘Dit ìs geen pijp’ geeft te denken. Het Luikse Museum La Boveri heeft – tot 6 maart – een expositie over hem. Margritte bedoelde dat het doek een schilderij is en geen pijp... Wel, op dezelfde manier zeg ik vandaag tegen u: ‘Het evangelie van zojuist ging niet over vissers!’
De samenstellers van het missaal hebben dat goed begrepen. Zij brengen de passage in verband met de roeping van Jesaja. Het gaat over roeping, over degenen die geroepen zijn om de kerk te leiden. 
Veel verhalen uit het evangelie over bootjes, storm en visvangst handelen over de jonge kerk, die op woelig water houvast zoekt bij Jezus Christus. Hij is gekruisigd, en nu ervaren de gelovigen zijn beschermende nabijheid.
De netten zijn overvol. Ze dreigen te scheuren. De toeloop tot de jonge kerk is groot, maar dat veroorzaakt problemen. Joden, Egyptenaren, Grieken en Romeinen spreken allemaal een andere taal, vinden hele andere dingen lekker, lezen andere filosofen en vertellen hun kinderen andere verhalen. Ze hebben ook een uiteenlopende geschiedenis en zijn vol oordelen en vooroordelen jegens elkaar. Het is een hele toer om eenheid te stichten en scheuringen te voorkomen.

SCHEURING DREIGT
De leiders in de jonge kerk voelen zich vissers die de mensen samenbrengen en redden uit de poel van het kwaad. Dat wàs het Meer van Galilea immers: een rest van de oerzee, de chaos, een woonplaats van demonen. En dàt was, wat de apostelen deden: de mensen een boodschap van bevrijding brengen. Ze waren geen slaven van de keizer. De mens is een vrij kind van God. Deze boodschap riep natuurlijk tegenstand op bij de autoriteiten. Vervolgingen breken uit. Het stormt op het meer.
Afgelopen weken stond in de krant (Trouw 27 jan) een onderzoek naar het denken van gelovigen. Er blijkt een enorme kloof te bestaan tussen de opvattingen van kerkleiders en van de andere gelovigen. Driekwart van de katholieken vindt dat vrouwen priester moeten kunnen worden en dat priester moeten kunnen trouwen. Evenveel menen dat een relatie tussen vrienden of vriendinnen een kerkelijke zegen verdient. Bijna 70 procent wijst euthanasie niet af. Iedereen weet dat jongeren de kerk als een fossiel ervaren, en dat maakt het voor hen erg moeilijk om open te staan voor het evangelie.

KLOOF LEIDING - VOLK
Ik was erg blij met deze publicaties. In de jaren vijftig hunkerden mijn ouders naar drastische hervormingen. Ik herinner me de gesprekken aan tafel daarover. In die tijd probeerde het episcopaat de zuilen van vóór de oorlog te herstellen. Het beruchte bisschoppelijk mandement wilde het lidmaatschap van katholieke partijen, kranten en omroepen afdwingenen. Mijn ouders vonden dat een historische fout. De familie Doorsnee van Annie Schmidt op de Vara bleef trouw beluisterd. Dat kerkelijke regels je noopten om voedsel weg te gooien, als er op vrijdag vlees over was gebleven, ging mijn moeder te ver. Ik herinner me ook de gesprekken over een bevriend echtpaar dat gescheiden was. Mijn moeder praatte het niet goed, maar merkte wel op dat het voor de kinderen beter was om de dagelijkse ruzies niet mee te maken; en ze vond het zielig dat ze niet de communie mochten ontvangen. Het Vaticaans Concilie werd luid toegejuicht. Mijn moeder haalde opgelucht adem toen de gewetensvrijheid officieel werd bekrachtigd. Ze mocht twijfelen, en dat gaf veel zekerheid.

SYNODE
Na het concilie is wereldwijd, en ook in ons bisdom, een krachtige poging gedaan om al het oude weer te herstellen. Uit die hoek hoorde ik vaak de bewering dat de vernieuwingen van de zestiger jaren niet bij het volk leefden maar alleen bij de diocesane raden en diensten in Nederland. Dat had ik dus heel anders meegemaakt. 
Paus Franciscus beseft dat de kerk een wereldbeweging is en dat sommige onderwerpen, zoals de rol van de vrouw, in Afrika anders worden beleefd dan in Europa. Er moet, vindt hij, beter met elkaar gepraat worden in de kerk, en geluisterd. Gelovigen en kerkelijke leiders moeten het contact met elkaar zoeken. De paus heeft aan alle geledingen in de kerk deze vraag voorgelegd: hoe kan onze kerk meer synodaal worden? Hoe kan de stem van de gelovigen beter worden gehoord? Hoe kan gestimuleerd worden dat gelovigen met elkaar praten over hun overtuiging, ook met mensen die zich niet bij de kerk betrokken voelen. Dat proces willen we ook in onze parochie voeren. Corona bemoeilijkt dit wel, maar we zoeken manieren om het aan te gaan. Kortom, Paus Franciscus doet een poging om te voorkomen dat de netten scheuren.

SCHOOL
Lieve kinderen. Naud kwam opgewonden de kamer binnen. ‘Pappa, dat kan niet hè, Luuk zegt dat vissen naar school gaan!’ ‘Niet echt’, zei pappa. ‘Luuk zal wel in de war zijn. Als er heel veel haringen bij elkaar in een groepje zwemmen, dan noemen we dat een school. Maar ze leren er niet rekenen, hoor.’ ‘Waarom noemen ze dat dan school?’ ‘Nou ja, zo’n groep lijkt wel op een klasje rondom de juf. Vroeger werd het woord school gebruikt voor alle groepen, voor een leger soldaten, voor een kudde schapen en dus een klasje kinderen.’ ‘Gek woord’, zuchtte Naud. Hij sprak het nog een langzaam, spellend, uit “school”. ‘Is ook gek’, zei pappa. ‘Komt uit het Grieks, “scholè” en dat betekent “vrije tijd”. Kinderen gingen vroeger naar school als ze niet hoefden te werken.’ Dat begreep Naud wel. De school wàs ook het leukste als de les uit was.