2022 - 5de zondag 40dagentijd © Harrie Brouwers


TUSSEN WET EN LIEFDE




STENEN 

Steniging is een zeer wrede doodstraf. Sommige islamitische extremisten hebben hem ter afschrikking publiekelijk in praktijk gebracht. De Taliban en de Islamitische Staat bijvoorbeeld. In bijvoorbeeld Afghanistan, Saoedi-Arabië, Soedan, Somalië, Brunei en de Arabische Emiraten bestaat de straf nog. Opvallend is wel, dat steniging in de Koran niet voorkomt. Wel in oude commentaren. De meeste islamitische geleerden staan er dan ook niet achter. In de Bijbel komt steniging wel voor, al weten we niet of de straf in de praktijk vaak werd uitgevoerd. Stenigen moest men, volgens Leviticus, overspeligen, maar ook ongehoorzame kinderen, dieren die een mens hadden gedood, iemand die een vals getuigenis had afgelegd of de koning had beledigd. 
Het publiek is uitgenodigd om de doodstraf te voltrekken. Een joelende menigte omringde de vermeende misdadiger. Vanaf een bepaalde lijn mochten de mensen gooien. De stenen moesten niet te klein zijn, maar ook niet te groot. Het lijden mocht ongeveer een uur duren. De veroordeelde werd vastgebonden of half ingegraven. In de tijd van Jezus werden de mensen soms eerst van een hoogte naar beneden geduwd omde straf minder zwaar te maken. 
Er moet aan bepaalde regels worden voldaan. Getuigen mogen elkaar niet tegenspreken, noch een vete hebben met de verdachte. De getuige van de misdaad moet de eerste steen werpen...!

TE HOOP LOPEN
Als een opgewonden menigte met een overspelige vrouw bij Jezus komt, moet hem dat in een enorme tweestrijd hebben gebracht. Jezus staat klem tussen zijn trouw aan de wet van Mozes en zijn affiniteit met Gods barmhartigheid. Als hij zegt dat de aanvallers volgens het recht handelen, dan komt hij in conflict met de Romeinse overheid. Joden mochten niet zelf de doodstraf uitvoeren. Als hij toelaat dat de vrouw gestenigd wordt, komt hij bovendien in conflict met de joodse wet, want, volgens Deuteronomium, verdienen beide overspeligen, de man èn de vrouw, de doodstraf. En daar staat Jezus’ eigen overtuiging tegenover, dat er bij God altijd vergeving is. 
Precies deze spanning tussen wet en liefde is iets dat we allemaal uit ons eigen leven kennen. We zijn allemaal wel eens in een situatie geweest waarin barmhartigheid en recht botsten, waarin het hart streed met het verstand. Hier wordt het verhaal dus spannend. Ook wij worden wel eens verscheurd door enerzijds de wetten van kerk en staat en anderzijds ons gevoel van mededogen. Jezus is heel duidelijk: barmhartigheid moet de doorslag geven. Daarbij staat de barmhartigheid jegens het slachtoffer natuurlijk voorop!

ZAND
De reactie van Jezus is verrassend. Hij buigt zich voorover, kijkt niemand aan, en maakt met de vinger bewegingen in het zand. Tekent hij iets? Een poppetje, een symbool? Of schrijft hij iets? De evangelist zegt er niets over. Ofwel hij veronderstelt het bekend bij zijn gehoor, ofwel hij weet het zelf niet. Sommige bijbeluitleggers zeggen: Jezus wil tijd winnen, hij wil afstand scheppen, de verhitte gemoederen tot bedaren laten komen..., maar waarom gaat hij dan even later weer door met schrijven? Wil hij demonstreren dat de overtreding hem koud laat? Bedoelt hij misschien dat ook de wet vergankelijks is, verwaait in de tijd? Iets dat door liefde overwonnen wordt? Het lijkt me wat ver gezocht. Jezus gedraagt zich altijd als een loyale Joodse gelovige. Bedoelt hij dat elke mens vergankelijk is, dat wij allemaal tot stof terugkeren, de stenengooiers net zo goed als hun slachtoffer? Schrijft hij misschien de namen op van degenen die met de stenen klaar staan, om te laten zien hoe zij in stof geschreven staan?

AFDRUIPEN
Jezus zegt niets over de wet. Hij zegt niet dat die fout is of te streng. De trouw van mensen aan elkaar is onverminderd een groot goed. Jezus zegt niets over de schuld. De vrouw draagt verantwoordelijk. Haar mannelijke partner evenzeer. Wil Jezus zeggen: lees nog eens goed wat er geschreven staat: beide overspeligen zijn schuldig. Hoe dan ook, Jezus voegt iets toe: namelijk de schuld die alle aanwezigen dragen. Dat besef laat hij tot iedereen doordringen en ze druipen een voor een af, de oudste het eerst!
Het kerkelijk recht is nog niet zover dat ze vorm heeft weten te geven aan Jezus’ barmhartigheid. Daar hoeven wij als gelovigen overigens niet op te wachten. We zijn uitgenodigd om mild te oordelen over mensen die hun ideaal zagen mislukken. We zijn geroepen om elkaar altijd een nieuwe kans te gunnen.

1 APRIL
Lieve kinderen. Hebben ze jou vrijdag voor de gek gehouden? Of heb jij met iemand een grap uitgehaald? Vrijdag was het 1 april en dan proberen de mensen om elkaar te foppen. Het is allemaal 400 jaar geleden begonnen toen paus Gregorius XIII een nieuwe kalender invoerde. Het probleem is dat de aarde als een tol om zichzelf draait, dat zijn de dagen, en dan draait hij al tollend om de zon. Dat is een jaar. Nu gaan er 365 dagen in één jaar, plus een kwart dag..., ongeveer. Dus elke vier jaar is er een extra dag, een schrikkeldag. En soms moet die ook weer eens worden overgeslagen. Toen de nieuwe kalender werd ingevoerd waren er nogal wat mensen die zeiden: ‘de paus kan me nog meer vertellen!’ Die bleven nog steeds op 1 april nieuwjaar vieren. Die werden dan voor de gek gehouden!  Een paar jaar geleden had het jeugdjournaal verteld dat de minister belasting had ingevoerd op zakgeld. De kinderen moesten van elke euro 20 cent aan de minister geven.‘Mijn opa’, zei Jeffrey, ‘draait het lege eierdopje om en dan doet-ie of hij een leeg ei heeft!’ Na even denken vervolgde hij, ‘maar dat doet hij elke dag.’ Weer een nieuwe kalender: elke dag 1 april, dat wordt pas leuk.