2022 - 16de zondag door het jaar






EEN MEISJE TUSSEN DE LEERLINGEN








VAN MISDIENAAR NAAR MISDINETTE

Als kleuter zat ik ‘s zondags naast mijn moeder in de kerk van Scharn. Haar aandacht was strak op het altaar gericht en op de pastoor die zingend iets de kerk in riep. Vanaf het hoge oksaal achterin werd hem luidkeels een antwoord toegezongen. Het leek erop dat de pastoor en het zangkoor ruzie hadden. Toen ik dit aan mijn moeder vroeg, reageerde ze niet. Later begreep ik dat ze de prefatie aan het zingen waren. Ik moet toen geconcludeerd  hebben: hier in de kerk is het pas leuk als je op het priesterkoor staat. Dus werd ik een paar jaar later misdienaar. Dat betekende dat je reken- en taallessen mocht verzuimen voor begrafenissen, of een gulden in ontvangst kon nemen van een bruid, en elk jaar een uitstapje met de jongste kapelaan. We hebben het allemaal meegemaakt, het heilige roomse leven. Sindsdien is er in de kerk bijna alles veranderd. We kijken terug op een woelig stuk kerkgeschiedenis. 
Zes jaar na mijn wijding kregen we te maken met een angstige reactie van Rome op de ontwikkelingen in Nederland. In aansluiting op het Vaticaans Concilie was er in Noordwijkerhout een Nederlands concilie gehouden. De benoeming van zeer behoudende bisschoppen, Simonis en later Gijsen, waren de reactie. Toen Kardinaal Alfrink aftrad, hield iedereen dan ook zijn hart vast. Een grote opluchting was de benoeming van Willebrands. Hij was geboren in het Noord Hollandse Bovenkarspel. Als nieuwe aarsbisschop stond hij de pastorale raad van het bisdom Utrecht te woord. Een lid van die raad vroeg aan de kardinaal wat hij vond van de rol van vrouwen in de kerk en meer speciaal of ze ook voorgangers konden zijn. Willebrands antwoordde op ietwat verlegen toon, ‘dat Jezus nu eenmaal geen vrouwen in zijn apostelcollege had geroepen.’ De vragensteller liet hem daar niet mee wegkomen en repliceerde slim: ‘Jezus heeft ook nooit iemand uit Bovenkarspel geroepen!’

NAVOLGEN IS NIET 
KOPIËREN
Deze kleine discussie vat een groot probleem in een notendop samen. Wij, volgelingen van Jezus, wij willen zijn werk, zijn denken en idealen voort laten leven. Wij volgen hem, omdat we dat als de wil van God hebben ervaren. Maar we zijn natuurlijk wel mensen van deze tijd en van dit werelddeel. We spreken geen Aramees in de kerk; we dragen geen gebedsriemen; we vermijden geen varkensvlees en we besnijden onze kinderen niet! Er is zoveel wat Jezus wèl deed en zijn volgelingen nìet. Met andere woorden: het feit op zichzelf dat Jezus iets deed of niet deed is nooit doorslaggevend geweest. Er komt nog iets anders bij, namelijk de stem van ons eigen hart en ons eigen verstand. Wij volgen Jezus, maar we zijn geen kopietjes. We zijn geroepen om het Rijk van God nù op te bouwen..., in Voerendaal of in Bovenkarspel.
Zo kan het dat ik als Nederlander in 2022 het evan-gelie van Lukas heel anders lees dan bijvoorbeeld de pastoor van Scharn deed toen ik misdienaar was. Toen las men dat Marta Jezus met eten en drinken onthaalde, terwijl Maria hem gezelschap bood. Zij ontving hem met een luisterend oor. Die gastvrijheid van geest werd hoger geacht dan de materiele verzorging. Een beetje gênant vonden we het wel, dat Marta zo in het openbaar werd berispt, maar dan had ze die jaloerse opmerking naar Maria maar niet moeten maken!

DE GOEDE KEUZE!
In 2022 lees ik het verhaal anders. Jezus valt met zijn leerlingen onverwacht binnen bij de twee zusjes. De oudste verdwijnt naar de keuken en komt handen tekort. Ze wil voor meer dan tien onverwachte gasten iets lekkers maken. Daar heeft ze de hulp van haar zusje bij nodig. Die vindt het in de kamer echter veel interessanter. Maria volgt samen met de apostelen het college van deze beroemde Rabbi en geneesheer. 
Precies deze vraag wil Lukas beantwoorden: ‘mag een vrouw leerling zijn van Jezus en zich voegen bij de twaalf?’ Het antwoord is meer dan duidelijk. ‘Zeker’, zegt Jezus, ‘Maria heeft de beste keuze gemaakt. Die zullen we haar niet afnemen!’
Het denken over de rol van vrouwen in de kerk is dus nog lang niet klaar. We kunnen ons van deze vraag niet afmaken door de positie van vrouwen in de oudheid eenvoudig naar het nu te kopiëren. Jezus’ idealen vragen erom naar deze tijd te worden vertaald. Maar als je dan in het evangelie tòch naar een antwoord zoekt, lees dan vandaag hoe Jezus Maria toeliet bij zijn studenten. 
Het misdienaar-zijn werd in de loop der jaren minder aantrekkelijk. Je mocht niet meer uit de rekenles wegblijven. De bruid had geen geld meer bij zich. Er kwamen steeds minder jongens die het ‘Suscipiat’ nog van buiten wilden leren. De Nederlandse vertaling was een stuk minder boeiend. Toen pas mochten er schoorvoetend meisjes de Mis dienen. Dat was dus om de verkeerde reden, maar het gebeurde tenminste! 

JONGENS TEGEN DE MEISJES
Lieve kinderen. Inge beet op het puntje van haar tong, zo ijverig was ze aan het tekenen. Ze maakte de uitnodigingen voor haar verjaardagspartijtje. Ze had zichzelf getekend met een kroontje op het hoofd onder een slinger van vlaggetjes. Links en rechts naast haar stonden cadeautjes met kleurige linten. Binnenin had ze een taart getekent met negen kaarsjes. ‘Hoeveel moet ik er printen?’, vroeg pappa.‘Eens kijken...’, Inge begon te tellen. ‘Ik vraag Irma en Chanai en Myrthe en Mirthe...’ ‘Vraag je Myrthe twee keer?’, lachtte pappa. ‘Nee, gekkie, het is Mirthe met een i!’ ‘Komen er alleen maar meisjes?’, vroeg pappa. Inge keek hem aan. Zou ze ook jongens vragen? Bruno misschien of Pascal. ‘Zouden die dat leuk vinden?’, dacht ze.‘Weet je wat’, zei pappa, ‘dan maak ik een wedstrijd: de jongens tegen de meisjes!’ Inge vond het prachtig. ‘Dan print er ook eentje voor Nigel en Pele en Bas. Er gingen tenslotte zeven uitnodigingen de deur uit, en de meisjes waren in de meerderheid!