2022 - 25ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers










HET VERHAAL
DAT JE NIET HOREN WILT






BEDELAARS EN HUN VERHAAL

In mijn leven heb ik heel wat oplichters aan de deur gehad. Om niet in de ban van hun verhaal te komen, probeer ik het gesprek altijd kort te houden. Je wilt niet dat je geld aan drugs wordt besteed. ‘De politie heeft vannacht mijn tentje in beslag genomen; hebt u een tentje?’ vroeg een jongeman. Ik belde iemand van de diaconie. Ja, ze had een tentje. Zou ze komen brengen. Zo raakte ik met de jongeman, bij een kop koffie, toch in gesprek. Hij vertelde over zijn tirannieke vader die lid van een sekte was geweest, en vaak dronken was en gewelddadig. Op 17-jarige leeftijd was hij weggelopen. Hij had onderdak gevonden bij Emmaus in Frankrijk. 
Afgelopen maand had hij op Facebook een foto gevonden van zijn broer. Die zat met zijn kinderen en zijn moeder gezellig aan een kerstdiner. Heimwee had hem naar hier gedreven, maar ze hadden hem de deur gewezen. Teveel oud zeer. 
Nu wachtte hij op geld om met de Flixbus terug naar Frankrijk te gaan... Een maand later stuurde hij een foto uit Lyon waarop hij – met een kokmuts op het hoofd –, 100 toetjes had klaargemaakt.... 
Zo heeft elke oplichter, elke bedelaar, elke vluchteling zijn verhaal. En bijna ieder verhaal vertelt wat je niet horen wilt, namelijk dat jij geen haar beter bent dan die ander, en dat je in hetzelfde schuitje had gezeten, als je niet alle geluk van de wereld had gehad. 

OPLICHTERS EN HUN STREKEN
Een èfa staat voor een inhoud van ongeveer 40 liter. In een kistje van 34 cm hoog, breed en lang, kon je waar afmeten. Als je de doos een paar centimeter kleiner maakte, had je extra winst. Zeg maar: zoals met dat pak bakmeel waar - voor dezelfde prijs - ineens 100 gram minder in zat! Betaald werd met een sjekel, dat is een gewicht van dik 10 gram. De handelaar woog er de waarde mee af van het geld dat hij ontving. 
Als hij de sjekel, waarmee hij de munten woog, verzwaard had, moest de koper dus meer betalen. Deze handelaars konden niet wachten tot de heilige dag, de nieuwe maan, was afgelopen. De profeet Amos ergert zich aan deze mentaliteit. We voelen met hem mee. ... Eens kijken wat Jezus zegt over fraudeurs...! 

PLUIM VOOR DE SJOEMELAAR
De parabel van de onrechtvaardige rentmeester wordt door velen lastig gevonden. Het compliment van Jezus aan de oplichter is moeilijk te verteren!  
Toespraken van Jezus zijn soms provocerend. Dan wil hij zijn publiek wakker schudden. Dat doet hij bijvoorbeeld door ons onsympathieke mensen tot voorbeeld te stellen. U kent ongetwijfeld de parabel waarin vijf egoïstische danseressen hun olie weigeren te delen met collegaatjes. Die waren er niet op bedacht geweest, dat de bruidegom zolang op zich liet wachten. 
Jezus bedoelt niet dat we op die berekenende meiden moeten lijken. Hij wijst ons erop dat zij zich tenminste op het onverwachte hadden voorbereid. Dàt is het – en dat alleen!–, wat we van hen kunnen leren. 
Zoiets gebeurt ook in de parabel van vandaag. Een bedrieger wordt ons tot voorbeeld gesteld. Echter niet om zijn gesjoemel na te volgen. We moeten niet het vermogen van anderen achterover drukken. Nee, Jezus zegt: ‘deze oplichter doet wat jullie te weinig doen; hij vergeeft. Hij vergeeft uit puur eigenbelang, maar hij doet het tenminste!’
Ik kan me voorstelen dat aan deze parabel een ware gebeurtenis ten grondslag ligt. Een onbetrouwbare rentmeester was ontslagen, maar voordat dit tot de buitenwereld was doorgedrongen, begon hij – op kosten van zijn heer! – schulden kwijt te schelden. 
Zo maakte hij vriendjes voor als hij straks zonder inkomen zat. Nu zijn er mensen naar Jezus toegekomen om hier een oordeel over te vragen. Kon deze rentmeester wel rechtsgeldig schuld kwijtschelden, nu zijn Heer hem al ontslag had aangezegd? De vragenstellers verwachten een veroordeling van de onbetrouwbare knecht. Maar dan trekt Jezus een onverwachte conclusie. Hij prijst de rentmeester! Hoe crimineel hij ook is, hij vergeeft tenminste, ‘en dat doen jullie niet.’

ANGEL IN HET VERHAAL
Zo beschouwd lijkt de parabel heel acceptabel. Maar hebben we nu niet de angel uit het verhaal gehaald? Jezus wilde ons toch schokken!? 
Het woord rentmeester gebruikt Jezus elders om ons allen te typeren. Wíj zijn Gods zaakgelastigden. Ook de lieden die Jezus om een juridisch oordeel vragen, zijn zelf allemaal Gods rentmeesters. Ze vinden dat zij de goede en eerlijke knechten zijn. 
Ze veroordelen de man die zich dingen van zijn heer toe-eigent en die doet, alsof het allemaal van hem is. 
Wil Jezus misschien zeggen: ‘ik zie het verschil niet zo goed, tussen jullie en die oplichter. Jullie doen ook alsof het land van jou is, alsof anderen geen recht op de oogst hebben, alsof hongerende kinderen pech hebben gehad, omdat ze op het verkeerde continent geboren zijn. En als jullie aalmoezen geven en schuld vergeven, dan put je uit de oneindige gaven die je om niets in de schoot geworpen zijn. Maar het verschil tussen jullie en die sjoemelaar is, dat hij tenminste aan zijn debiteuren vergeving schenkt. De rijkdommen waarover hij beschikt zijn sowieso niet van hem.
De bedelaar aan de deur, de vluchteling aan de grens, ze zijn net zo een mens, als je er zelf een bent! Beluister zijn verhaal en wees mild!

KASSA
Lieve kinderen. Emma zat op de grond te spelen met haar winkeltje. Er stonden kleine pakjes pannenkoekendeeg en doosjes rozijnen in. De kassa was een stuk groter. Je kon er de prijs op inslaan en dan sprong de la rinkelend open. Ik ging vroeg: ‘Wat kosten die krenten?’ Emma keek een beetje verstoord. Eigenlijk wilde ze haar spullen niet kwijt. ‘Kan ik pinnen?’ vroeg ik. ‘Nee’, zei Emma vastbesloten en ze sloeg op haar kassa 100 euro aan. De la vloog rinkelend open. ‘Honderd is wel veel’, zei ik nog. Ik zag haar van onder de kassa een stuk van een oude krant pakken. ‘Je krijgt er duizend zegeltjes bij’. Ze scheurde een stuk van de krant af. De rozijnen liet ik maar liggen voor de volgende. Het was duidelijk dat voor de winkeljuffrouw, veel belangrijker dan de klanten, de rinkelende kassa was!