De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - 5de zondag in de 40-dagentijd © Ad Blijlevdens, Heerlen

 

 

GOD VAN LEVEN


De opwekking van Lazarus, het verhaal dat wij zojuist beluisterden, is het zevende en grootste teken in het vierde evangelie. Het is een ongelofelijk verhaal: het kan niet waar zijn. Door dit ‘goede nieuws’ kunnen in ons allerlei vragen worden opgeworpen. Misschien zouden wij het verhaal wel graag willen geloven, maar kunnen wij het niet aannemen als een geschiedenis die op deze manier heeft plaatsgevonden. En het is nog maar de vraag of de evangelist dat van ons vraagt! Kunnen wij een weg vinden om in (!) dit verhaal te komen en te verstaan wat Johannes ons graag wil vertellen? Anders gezegd: hoe kan dit verhaal voor ons een bemoediging worden of, zelfs een uitdaging om gesterkt en bemoedigd in het leven te staan?

In een lied zingen wij: ‘Dood is in ons bloed.’ Hoe waar dat is, ervaren wij telkens opnieuw. Mensen ontvallen ons: ouders, kinderen, kleinkinderen, mensen met wie wij bevriend zijn, kennissen en noem maar op. Onverwachts blijkt iemand ongeneeslijk ziek te zijn. Beelden op de tv rond sterven en dood, gewelddadig of niet, liggen gevangen op ons netvlies. Op de levensweg is er veel dood. Maar de dood is ook in (!) ons bloed. Het is bijvoorbeeld het grote onvermogen, soms zelfs onwil tot leven. De uitdagingen die het leven ons biedt, het beroep dat van alle kanten op ons af komt, - wij kunnen er slechts ten dele aan voldoen. Wij mensen slagen er niet in, elkaar volledig recht te doen; en ook voelen wij ons nu en dan tekort gedaan. Dat brengt pijn teweeg en kwaadheid. Zo leven wij met onze verwondingen: lichamelijk, psychisch, geestelijk.
Wij weten wel dat de dood in ons bloed, in onze botten zit - denken we aan het visioen van de profeet Ezechiël dat we in de eerste lezing hoorden. Wij zijn kwetsbare mensen, weliswaar in (!) het leven, maar met de dood rakelings dichtbij.

De evangelist heeft het leven geproefd in al zijn diepte. Veel moet door hem heen zijn gegaan. Hij kende de dood, zoals hij ook het Leven kende. Hij beseft hoe dicht die twee bij elkaar liggen: vervlochten, door elkaar gehusseld. En hoe onze levensweg ons soms verstrikt doet raken in de netten van de dood. Dan kunnen wij geen kant meer op. Dan zien wij geen uitweg meer.
De evangelist nu vertelt in zijn evangelie, hoe het mogelijk is dat mensen toch opnieuw geboren kunnen worden. Dat bevrijding mogelijk is en ook gebeurt. Dat mensen zelf daaraan meewerken - Jezus wordt immers nadrukkelijk uitgenodigd -, maar ook dat het nieuwe leven ons overkomt, dat het ons wordt gegeven. Lazarus wordt opgewekt! ‘Kunnen deze beenderen nog tot leven komen?’, hoorden wij in de eerste lezing. Ja, zó diep kan de dood in ons zijn gekomen dat wij ons afvragen of er’ nog leven is na deze dood’ (Freek de Jonge). Er bevindt zich in het Johannesevangelie een geheim. Het gaat over meer dan over wat er letterlijk staat. Het gaat over meer dan over opstanding na het sterven aan het einde van het levens over meer dan over een mogelijk hiernamaals. Want zoals er dood is in ons bloed, zo is er Leven - met een hoofdletter - in ons leven. De overgang van dood naar leven kan aan ons gebeuren: wij kunnen door de poort heen trekken. Ons leven kan een passage worden, een doorgang.

Zo is het visioen van de eerste lezing en zo is het evangelie van vandaag een erkenning van de dood. Maar vooral zijn die lezingen bedoeld om ons te doen geloven dat het bij Jezus, Gods mensgeworden Woord, mogelijk is dat er een ‘verder’ is achter onze dood. De opwekking van Lazarus is daarmee een groot ‘beeld’ geworden. Ze is een oproep tot waarachtig leven en ze is een bemoediging die ons wordt gegeven. Niet buiten mensen om, maar mede dankzij hen. Jezus zegt ons vandaag:

‘Gij die de last
van 't leven draagt,
komt allen tot Mij:
Ik geef de kracht
waarom gij vraagt
en maak u vrij.
Gij die door onmacht
bent verblind,
komt allen tot Mij:
Ik geef u ogen als een kind
en maak u vrij.
Gij die door lijden wordt gekweld,
komt allen tot Mij:
Ik geef u genezing en herstel
en maak u vrij.
Gij die de wereld ziet vergaan,
komt allen tot Mij:
Ik ben ten einde toe gegaan
en maak u vrij.'
(Henk Jongerius)


  MENU


   
BEZOEK
vandaag133
gister95
deze maand3861
totaal823621