De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2012 - kerstmis © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

HET LICHT ZIEN

 

 

DE BRIL WAARMEE JE KIJKT

Eigenlijk was ze alleen maar naar Banneux gegaan om een kribje voor Emma te kopen, maar in een dolle bui had oma een sticker gekocht om op de bumper van de auto te plakken. Daar stond op gedrukt: ‘Toeter als je van Jezus houdt!’ Ze vond dat wel geestig en ze hoorde de schaterlach van haar kleinkind al. Dus had ze de sticker werkelijk op haar Fiatje geplakt. Een beetje opgewonden begaf zij zich huiswaarts, maar er kwam geen enkel respons. Bij het rode stoplicht keek ze om zich heen en diep in de achteruitkijkspiegel. Warempel, de bestuurder achter haar begon te toeteren. Het had gewerkt! Ze toeterde terug. Heerlijk, om Gods lof niet alleen in het dameskoor te bezingen, maar ook op de openbare weg. De chauffeur zwaaide vrolijk met zijn vinger omhoog. De automobilisten verderop begonnen ook te toeteren. De vrouw voelde zich bemoedigd.
Hoe anders verging het een gepensioneerde leraar. Zijn kinderen hadden erop aangedrongen zijn rijbewijs niet te verlengen. Maar hoe moest hij dan zijn vrouw in de kliniek bezoeken? Vandaag reed hij onzeker in de geleende Mini van zijn kleinzoon. De tekst op de achterruit had hij niet gezien: ‘Toeter naar het pasgetrouwde stel!’ Hij werd door een vrachtwagen ingehaald. Modder spatte tegen zijn ruit. De chauffeur toeterde luid. Wat deed hij nu weer fout? Hij controleerde alle knopjes. Daar passeerde een Volkswagen met een achterbank vol kinderen. De bestuurder claxonneerde, de kinderen lachten hem uit. De man zette met een rood hoofd zijn auto aan de kant. Hij controleerde de banden en belde de wegenwacht.  De hele autoweg was zijn vijand.

 

GELOOF ALS EEN BRIL

Een idee in ons hoofd bepaalt hoe we de wereld waarnemen. En zónder ideeën en begrippen kunnen we helemaal niets zien. Een kind leert kijken door woordjes te plakken op de lichtplekken die het waarneemt, het legt er met zinnen verbanden tussen.
Daarom kan al het luidruchtig getoeter van ongeduldige mensen bij een op groen gesprongen verkeerslicht, klinken als een liefdesverklaring. Maar iemand kan ook op weg gaan en elke tegenligger als een tegenstander ervaren. Het ligt er maar aan, wat je in je hoofd hebt, voordat je de wereld ontmoet. Is de wereld je vijand? Bestaat het heelal uit blinde moleculen die je even laten oplichten om je dan genadeloos te vernietigen? Of is de wereld een uit liefde voortgekomen wonder? Je geloof is de bril waarmee je de wereld ziet. Je on-geloof trouwens evenzeer!
De bril waardoor veel mensen tegenwoordig naar de wereld kijken, hebben ze geleend uit het natuurkundelokaal. Ze laat ons onszelf zien, alsof we op een ontleedtafel liggen, als wezens die er maar toevallig zijn. Ze vergeten dat dit maar een gedeelte van de waarheid is. Ze leven met het idee dat we er net zo makkelijk niet hadden kunnen zijn! De laatste consequentie is dat iedereen voor zichzelf moet opkomen. Het geweten trekt zich terug uit het collectief bewustzijn en de openbare ruimte. Geweld vlamt af en toe heftig op, aangestuurd door een gedoogcultuur van drank en drugs. Een God die ons verantwoording vraagt valt buiten beeld. ‘Als het maar lekker is’, lijkt de kerstboodschap van de doorsnee Europeaan anno 2012. Is er geen ander kerstgeluid?

 

DE HAND VAN GOD
Ja, vanavond verkondigen we hier een blijde boodschap. Kijk om je heen! Zie je niet dat het leven één groot wonder is? Dat mensen jou liefhebben en je opzoeken, ook in je eenzaamheid? Voel je niet dat Gods Liefde naast je zit? Op dit moment! Zie je niet hoe de schepping zich uitslooft om elke ochtend met een glimlach te ontwaken? Voel je niet hoe je zelf gedreven wordt door een hunkering om ergens thuis te komen? Heeft Gods majesteit je niet ontroerd toen je wandelde in de bergen en door de storm aan het strand of toen je naar de sterren keek? Al die tedere gevoelens van het licht geven we vanavond een naam. We stamelen ‘God’! We knielen bij een voerbak waarin tussen het stro een kindje ligt. Jezus, die het mysterie van God onthulde in de liefde.

 

GEEN KERSTSPEL!
Lieve kinderen. Kevin wilde Jozef zijn. Dan was hij de baas over een ezel en mocht hij samen met Madelon op reis. Maar dat was niet gelukt. Kevin werd herbergier. Hij stond verstopt achter de kartonnen gevel van zijn hotelletje. Daar kwam Madelon. Ze liep aan de zijde van Bart die aan de andere hand een kartonnen ezel meesleepte. Voor zijn deur bleven ze staan. ‘Tring...’ Kevin deed open. ‘Ach’, klaagde Jozef, ‘hebt u alstublieft onderdak voor ons? Het sneeuwt en het hagelt en mijn vrouw krijgt een kindje.’ Kevin zag de smekende blik van Maria, maakte een buiging en opende zijn deur wagenwijd. Hij riep: ‘Voor jullie heb ik altijd plaats! Kom binnen’ Maria liep maar binnen maar Jozef bleef stokstijf staan. Hij wist niet meer wat hij zeggen moest. Kevin had de deur dicht moeten smijten en hem naar een oude schuur moesten sturen. Na enig aarzelen stapte Jozef ook door de kartonnen deur. Het doek viel, de zaal klapte en het spel was uit voordat het begonnen was. De juffrouw stapte op het toneel en zei: ‘Lieve kinderen en ouders, als er liefde is op aarde, dan is Kerst
mis niet meer nodig!’

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag50
gister83
deze maand2627
totaal822387