De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2013 - Pinksteren © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

OERTAAL

 

 

 

GEEST EN TAAL

In de minderbroederskerk aan de Sint Pieterstraat in Maastricht is ergens in de muur een gedenksteen aangebracht. Ze herinnert ons aan Johannes Goropius Becanus, die eind zestiende eeuw in Maastricht overleed. Hij was een beroemd geneesheer geweest met een passie voor taal en theologie. Hij verkondigde dat het Nederlands de oorspronkelijke taal was die door alle volkeren ter wereld gesproken werd, vóór de Babylonische spraakverwarring. Becanus leefde in Antwerpen en Luik, en was toevallig op visite in Maastricht toen hij overleed. Zijn theorie kwam dus niet voort uit een Maastrichts chauvinisme! Becanus stond aan de wieg stond van de vergelijkende taalwetenschap. Hij zocht verbanden tussen woordjen uit alle talen, op het lachwekkende af, maar hij kwam wel iets op het spoor. De talen in Europa en Indië, hoe uiteenlopend ook, zijn aan elkaar verwant. Ze lijken allemaal te stammen uit Turkije, uit Anatolië, toen zich vandaar, zo’n 20.000 jaar geleden, de eerst landbouw verspreidde. Taal verbindt de volkeren en zij sticht ook verwarring.

 

DE GEEST VAN RIA
Een week of acht na de begrafenis van Ria bezocht ik haar man. Ik keek om me heen. Hij haalde in de keuken een kop koffie. Ineens bekroop me het gevoel dat Ria elk moment vrolijk lachend kon binnenkomen. Op tafel stond hetzelfde bosje tulpen dat ze ook altijd in huis gehaald had. De stoelen stonden een beetje schuin naar buiten gericht rond de tafel. Naast de grote stoel lag zelfs nog een Libelle. Haar man kwam terug. ‘Neem me niet kwalijk dat ik er geen koekje bij heb. Ik had niet op u gerekend’, zei hij. ‘En als u ze in huis hebt, dan eet u ze achter elkaar zelf op’, vulde ik aan, want Ria had altijd hetzelfde gezegd. ‘Ja lolly’s heb ik wel’, zei hij nog en ik vulde aan: ‘Maar die zijn voor de kleinkinderen’, woorden van Ria! Wat hing er nog veel van haar in huis, dezelfde hartelijkheid, hetzelfde oog voor details, dezelfde zorg! De geest van een mens woont niet alleen in zijn lichaam, maar ook in zijn huis, zijn kleerkast en boekenkast en in zijn naasten, in hun denken en voelen.
De man keek terug op het afscheid. De jongste zoon had zich niet meer laten zien. Die had ruzie met zijn zussen. Het fijne wist hij er niet van. Toen hij op een zondagmiddag thuis was gekomen, zaten de kinderen allemaal in de kamer. Het was een enorm gekibbel. Hij hoorde de jongste gillen: ‘Dat was nooit mamma’s bedoeling geweest.’ Maar de zoon schreeuwde er tegenin: ‘Mam heeft mij altijd gezegd...’ Hij was stiekem het huis uitgelopen. Een ding wist hij zeker: die ruzie had mamma níet gewild!

 

DE GEEST VAN ELIA
Het is duidelijk dat iemands geest voortleeft bij ons. En dat kan heel sterk zijn. In de herinnering van het Joodse volk leefde Elia voort. Jezus leek wel wat op hem, vond Lucas. Elia had voor zijn heengaan een opvolger gekozen en hem zijn inspiratie beloofd. Deze leerling had gezien hoe Elia in een wagen van vuur opging naar hoger sferen. Dat visioen bewees, dat Elia hem zijn ogen geopend had!
Jezus is dood, maar hij inspireert de leerlingen. Hij is nog steeds een kracht die hen doet handelen en spreken. Hun handen genezen en hun woorden vergeven.

 

DE GEEST VAN JEZUS
Maar er komt twijfel en onenigheid. Want sommigen zeggen in Jezus’ geest te handelen terwijl anderen dat betwisten. Wat te zeggen van die vreemde kunstjes die enkele leerlingen vertoonden? Ze baden en sprongen zichzelf in trance, totdat ze gedepersonaliseerd waren. Dat voelde dan alsof ze niet meer hun eigen lichaam bestuurden maar bezeten werden door een vreemde geest. ‘De geest van Jezus’, beweerden ze en dan begonnen ze onsamenhangende klanken uit te stoten. ‘Glossolalie’ heette dat, ‘in tongen spreken’. Het was een tamelijk veel voorkomende religieuze activiteit. Maar de leerlingen hadden er niet zoveel mee. Ze herkende er Jezus niet in. En dan grijpt de verteller, Lucas, in. De geest van Jezus blijkt niet uit spraakverwarring, niet uit gestamel en gekrijs, maar uit een liefdevol en vergevend spreken, uit een woord voor iedereen. Jezus geest laat ons niet lallen; ze laat ons de oertaal van de liefde spreken, de taal van vóór alle talen, de taal van vóór Babylon.
Nergens voelt de geest zich zo thuis als in de taal. Nergens leefde Jezus zo sterk verder als in de woorden van de leerlingen. De meest eigen woorden van Jezus waren ‘vrede’, ‘vergeving’ en ‘barmhartigheid’. Laten we die geest koesteren. De Geest die elk mensenkind tot zijn recht laat komen, die vrede sticht en in ons zijn tempel vindt.

 

IN ALLE TALEN

Pietertje kon al heel goed lezen. Onderweg uit school las hij hardop alle woorden die hij tegen kwam. GE - MEEN - TE - HUIS..., MO-DE..., HAP - PY BUD - HA..., SA - LE ... Om hem op andere gedachten te brengen, vroeg ik: ‘Pieter, wat is het liefste woordje dat je kent?’ Zo, dat hielp. Het werd even stil. Het liefste woordje... Pieter schoot in een lach. Liefje..? Schattebout...? Ineens wist hij het: ‘Castor’, zijn hond; dat was het liefste woordje. ‘En wat is dan het langste woord dat je kent?’ Dat had Pieter al eens in Donald Duck gelezen. Het antwoord kwam snel: ‘elastiek!’ En nou een moeilijke vraag: ‘Welk woord kunnen alle mensen op de wereld verstaan?’ Pieter haalde de schouders op. Dat was niet moeilijk. Hij wist het van de camping in Frankrijk! Hij tuitte zijn lippen en maakte het geluid van een kusje. Toen  begon hij driftig weer verder te lezen in de straat: HART - STICH - TING, WE - RELD - WINKEL, GET GOODS EN  LEK - KERS. Voordat je thuis was, had je een heel boek uit!

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag145
gister176
deze maand4049
totaal823809