De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2013 - 16de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

'IK WAS VREEMDELING...'

 

 

 

VLEES EN MELK

De bekende schrijver, rabbi Kushner, behandelt ergens de joods spijswetten. Orthodoxe Joden eten alleen ‘kosjer’, dat wil zeggen, alleen bepaalde producten zijn geoorloofd, en die moeten soms op een bepaalde manier zijn klaargemaakt. Van vlees mogen ze alleen herkauwende zoogdieren met gespleten hoeven nuttigen. Vraag niet waarom! Ze doen het om het verbond met God te onderhouden, en misschien is de wet ontstaan uit een oud gevoel dat dit de echte, de standaarddieren waren: lammeren, schapen en kalveren - en dat de rest daar min of meer van afweek en dus niet geheel zuiver was. Kushner legt uit, dat ook bepaalde combinaties vermeden dienen te worden. Een boterham met worst is uit den boze omdat boter en vlees niet samen genuttigd mogen worden. Boter is een melkproduct. De melk was bedoeld om het kalf te voeden. Het zou wreed zijn, en in elk geval zeer ongevoelig, om het gedode kalf te nuttigen samen met de melk waarmee zijn moeder haar jong groot had willen brengen. En wat lees ik nu over Abraham? Abraham krijgt God op bezoek, of drie engelen van God - later zou men zeggen: de drie-eenheid ..., en hij zet hun een niet-kosjere maaltijd voor. Een geslacht kalf met melk en boter. Dat kan niet samen. Daar moeten minstens acht uur tussen liggen. Is het verhaal nog ouder dan de voedselwetten? Of is de gastvrijheid voor Abraham zo belangrijk, dat ze boven alle andere wetten staat?

 

GASTVRIJHEID

Hij is inderdaad zeer gastvrij! Hij biedt zijn gasten  schaduw van een eikenboom. Hij schenkt water om de voeten te wassen. Hij serveert brood, zoals je dat in een duur restaurant krijgt. Een mandje brood op tafel nog voordat de soep is opgediend. Zeg maar: een amuse! Dan geeft hij zijn vrouw de opdracht om pannenkoeken te bakken: het voorgerecht. Vervolgens gaat hij een kalf uitzoeken. Het toetje bestaat uit een kaasplankje. Een gratis viergangen diner voor enkele wildvreemden. Ze zullen hem rijk belonen! De vreemdelingen doen hem de belofte dat er volgend jaar een kind zal zijn. Sara lacht. Voor het eerst in de wereldliteratuur wordt er gelachen. In haar tent heeft ze de belofte gehoord en die lijkt haar absurd. Ze kan immers geen kind meer krijgen! Ze kan haar lach niet onderdrukken. Maar het kind zal er komen. Een lachertje! Want dat betekent de naam Izaak zo on-geveer!
Het feit dat gastvrijheid in de bijbel zo’n vooraanstaande deugd is, duidt er op dat het met de gastvrijheid slecht gesteld was. Je hoeft niet te propageren wat voor iedereen vanzelfsprekend is. Ik denk dat het uitbuiten van vreemdelingen gewoon was; ze werden beroofd, geplunderd, en tot lijfeigenen gemaakt.

 

VREEMDELINGENHAAT

Het klimaat voor vreemdelingen is er in Nederland de laatste tijd op achteruit gegaan. Jarenlang hadden bestuurders te weinig oog voor de overlast die er in sommige buurten was ontstaan, en voor de jaloezie en het gebrek aan integratie. Er kwam een omslag in de politiek. Alle regels werden aangescherpt. Het eens zo tolerante Nederland werd tamelijk onverdraagzaam. Maar ik denk niet dat we moeten zeggen: Nederland, neem eens een voorbeeld aan het oude Israël! Ik geloof dat het daar nog veel onverdraagzamer was. Vreemdelingen waren tweederangs burgers. Vaak waren ze vogelvrij en rechteloos en waren zij de enigen die belasting betaalden. Vreemdelingenhaat is van alle tijden en ook in de bijbel de heersende cultuur.

 

GODSBESEF
Maar gevoelige mensen, dichters en profeten beseften in hun beste ogenblikken, dat deze discriminatie  niet met het hart van de schepping klopte. Ook de vreemdeling is een mens. Als je hem in de ogen kijkt, herken je dezelfde angst en dezelfde humor. En waren ze zelf vroeger niet vreemdeling geweest in Egypte? Als ze op reis gingen naar een ver familielid, of met schapen onderweg naar een oase, dan waren ze vreemdeling en toch Gods schepsel! Het idee wordt geboren dat we allemaal tot dezelfde soort behoren. Dat er één God is, een vader, van wie wij de kinderen zijn. Het idee van een universele God voor wie alle mensen evenveel waard zijn, wordt geboren op het moment dat mensen elkaar in de ogen kijken en compassie voelen. Die ander is er net zo een als wijzelf zijn. Ik hoef niet onmiddellijk naar de wapens te grijpen en hem te achtervolgen. Ik moet hem behandelen zoals ik zelf behandeld zou willen worden.

Ik moet hem verwelkomen zoals Jezus en zijn schooltje onthaald wordt door Martha met een complete maaltijd, en door Maria met hartelijk medeleven....

 

CORRECTIE!
Lieve kinderen. ‘Ik ben op verkantie geweest’, deelde Jim mij ongevraagd mee. ‘Va..., vákantie!’, verbeterde mamma. ‘Was het leuk?, vroeg ik. ‘Helemaal naar Schietland’, ging Jim enthousiast verder. ‘Schot..., Schotland’, verbeterde mamma. ‘Daar wonen allemaal buitenlanderse kindjes’, zei Jim weer. ‘Buitenlandse’, verbeterde mamma, ‘buitenlandse kindjes’. ‘En die spraken heel goed Engelands!’ voegde Jim er vol bewondering aan toe. ‘Engels...!’, corrigeerde mamma weer. ‘Alleen het eten was vies.’ ‘Niet vies! Minder smakelijk’, zei mamma. Ze keek me glimlachend aan en legde uit: ‘De kinderen op de camping waren dol op Jim. Ze namen hem mee naar hun tent en stopten hem vol met van die worstjes. Ze waren nogal freg...!’ ‘Niet freg’, verbeterde Jim haar. ‘Ze waren líef!’ ‘Volgend jaar ga ik weer in Schietland op verkantie, Engelands leren!’ Jim was onverbeterlijk!

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag104
gister86
deze maand3628
totaal823388