De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2013 - 17de zondag door het jaar © Ad Blijlevens, Heerlen

 

 

 

LEREN BIDDEN



De evangelisten Marcus en Matteüs vertellen slechts vier keer dat Jezus bidt. Maar Lucas, van wie het evangelie van vandaag is, spreekt maar liefst elf keer over Jezus' bidden. Bij Lukas bidt Jezus vooral vóór een belangrijke beslissing of gebeurtenis, en ook als er een crisis is. Een enkele keer ook als Hij erg enthousiast is. In het evangelie van vandaag is Jezus' bidden de aanleiding dat de leerlingen Hem vragen hun te leren bidden. Jezus bidt dan het Onzevader voor. Dan volgt het Onzevader in de versie van Lucas. Die is korter dan die van Matteüs, waaraan wij zo gewend zijn. En de evangelisten Marcus en Matteüs hebben geen Onzevader.


Na het Onzevader verzekert Jezus zijn leerlingen, dat, wie om geestkracht vragen, die ook zullen krijgen. Want zoals een vriend je ook midden in de nacht nog het brood geeft waarom je verlegen zit, zo krijgt wie vraagt, zo vindt wie zoekt en zo wordt er opengedaan voor wie klopt. Bidden is hier bij Lucas vragen, zoeken, kloppen, alle drie beelden uit het joodse leer- of zoekhuis (Mt 7, 7-14).

Wie blijft vragen en zoeken naar de betekenis van een bijbeltekst voor zijn of haar leven, wie blijft kloppen op de wat stugge tekst, die zal ontdekken hoeveel nieuwe inspiratie er kan uitgaan van een oude tekst. Zo bezig zijn is bidden. Bidden is dan: blijven vragen en zoeken naar inspiratie en geestkracht, hongeren en dorsten naar gerechtigheid, hopen op bevrijding, en verlangen naar het ervaren van zin in een soms zinloos lijkend bestaan. Of, om het met de woorden van het Onzevader to zeggen, bidden is er op aandringen dat de betekenis van Gods naam, vader en moeder, wordt geëerbiedigd door oprechte zusterschap en broederschap, blijven geloven dat die samenleving er kan komen, beseffen dat ons dagelijks brood - hoezeer ook verdiend - ons toch moet worden gegeven en weten dat vergeving levensnoodzaak is. En heel erg belangrijk: bidden is vragen dat je in de beproevingen, die zeker komen, niet ten onder gaat.

 

Leren bidden, kan dat? Als wij daarmee formulegebeden bedoelen, die ons gevoel goed weergeven, dan kunnen we leren op die manier te bidden. Als wij met bestaande gebedsforumules niet uit de voeten kunnen, kunnen wij ze beter loslaten en naar woorden zoeken die onze bedoelingen beter uitdrukken. Dikwijls is bidden niet meer, maar ook niet minder, dan zeggen of zingen wat we op ons hart hebben, of een woordeloos zuchten om wat ons bezwaart, of een dun verlangen naar iets of iemand waar je geen woorden voor vindt.

De apostel Paulus schreef al aan de Romeinen: ‘We weten niet hoe we moeten bidden, maar de geestkracht zelf is ons voor met onuitsprekelijke verzuchtingen’ ( Rom 8, 26). Leren bidden is dan - als ik het zo mag uitdrukken - de onuitsprekelijke verzuchtingen laten stromen, en de geest die opborrelt niet tegenhouden. Zo'n bidden, met of zonder woorden, is zijn eigen verhoring, omdat het voortkomt uit de geest die je bezielt.

Misschien biedt de volgende omschrijving van het Onzevader (in de versie van Matteüs) wat woorden om op je eigen manier verder te bidden vanuit de geest die in je is:

 

Onze vader, onze moeder in de hemel  
Jij die ons het leven mogelijk maakt
Jij onaantastbaar geheim,
laat de betekenis van jouw naam
‘Ik zal er wezen voor jou,
wees jij er voor anderen’
vol eerbied gedaan worden:
vrede en gerechtigheid.
Laat de betekenis van jouw naam
‘vader, moeder’
gestalte krijgen onder ons:
zusterschap en broederschap.
Tastbaar onaantastbaar.
Geef dat ieder elke dag brood heeft tot morgen.
Help ons te vergeven
wie schulden heeft bij ons.
Dan zullen ook onze schulden vergeven worden.
En laat ons niet ten onder gaan in de beproeving,
maar bevrijd ons
van alle kwade en ondermijnende krachten
in ons zelf en onder elkaar.
                             (Jo Tigcheler)

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag15
gister172
deze maand3119
totaal822879