De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2013 - 23ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
EEN TOREN BOUWEN
 
 
 
BOUWEN
Iemand wilde een toren bouwen... Merkwaardig voorbeeld geeft Jezus toch! Waarom zou iemand een toren willen bouwen? Een pastoor kan het niet geweest zijn? Die bestonden er nog niet. Torens waren er om een stad te bewaken, of misschien een weide met schapen of een wijngaard. Een toren bouwde je als je iets te verdedigen had.
Elders heeft Jezus het over een ongeluk met de toren van Siloam: ‘Was die ingestort was omdat God de arbeiders wilde straffen?’ Jezus dacht het niet! Misschien had de bouwheer zijn plan te goedkoop willen realiseren met ondeugdelijke materialen. In elk geval: ‘weet waar je aan begint!’ Ga eerst maar eens met de bank praten en de kosten berekenen, anders word je later uitgelachen met je ruïne! Jezus’ conclusie luidt: ‘weet waar je aan begint’, ook als je deel wil hebben aan Gods koninkrijk!
Maar waarom die toren? Waarom geen huis; dat is voor veel meer mensen actueel? Doelt Jezus op een bekend type uit die tijd, die bespot werd omdat hij een begonnen bouw niet af kon maken?
 
SAN GIMIGNANO
Ik herinner me van een vakantie de torens van San Gimignano. Uit de 12 en 13de eeuw zijn daar nog 14 plompe torens blijven staan van gegoede burgers die met elkaar wedijverden in rijkdom en elkaar probeerden te overtreffen met de hoogte van hun woontoren. In de 14de eeuw brak er een pestepidemie uit. De stad was voor pelgrimerende Rome-reizigers niet langer een rustplaats en het verval trad in. Deze economische malaise heeft er overigens wel voor gezorgd dat de torens voor de sloop werden gered!
Onwillekeurig krijg je ook de beelden van Amerikaanse binnensteden voor ogen. Ik herinner me eens gelezen te hebben over twee heren die langs een wolkenkrabber liepen. De ene zei tegen de ander, terwijl met zijn vinger naar boven wees: ‘Die is van mij!’ De ander maakte een afwerend gebaar met de hand en zei: ‘Niks daarvan; ik volg Franciscus na; ik heb heel mij bezit aan de armen geschonken!’ De vraag is: wie van beide heren had het grootste Ego? Degene die een tot de hemel reikende toren de zijne noemde, of degene die zichzelf de heiligheid van Franciscus aanmat? (Eckhard Tolle)
De torens van San Gimignano hadden het voordeel dat ze makkelijk te bewaken waren. Er is maar één deur die je in de gaten hoeft te houden. Bovendien kun je van bovenaf de omgeving bewaken. Iemand die een toren bouwt is zijn rijkdommen aan het beschermen en hij zoekt veiligheid. Hij wil zich onderscheiden van de anderen. Een toren is bij uitstek het symbool van het ego. Het was eerder vertoond in Babylon!
 
ANGST OF OVERGAVE
Wie Jezus wil volgen, moet géén toren bouwen! Ik realiseer me dat christenen in de afgelopen eeuwen overal hoge torens hebben opgericht om God te eren. Jezus volgen is echter het tegendeel van schatten verzamelen en je omgeving wantrouwend in de gaten houden. Zulke inspanningen zijn immers ingegeven door de angst. Er is een andere werkelijkheid dan die van macht en schijnzekerheden. In die andere werkelijkheid ligt de stad van God. Je vindt haar als je je ego aflegt. Als je niet meer bekommerd bent om je eigen hachje en hoe je alle anderen overtroeft. Je vindt haar als je je mee laat slepen door de zorg om een medemens in nood; als liefde je hart meeneemt naar een ander, als je ontroerd raakt door de schoonheid van de wereld, als je ziel uitgaat naar het mysterie waarvan je een deel uitmaakt en zich daarin thuis voelt. Het koninkrijk van God vind je als je je eigen veilige wereldje los kunt laten.
Er zijn gelovigen die dit op een uitzonderlijke manier hebben gedaan. Helden die in de oorlog hun leven gaven voor onze vrijheid. Artsen die in arme landen voor langere of kortere tijd gaan werken, mensen die zich door de kerken laten uitzenden om medemensen bij te staan. Wie die stap niet kan zetten, kan voor deze voortrekkers een grote steun in de rug zijn. Maar iedereen die de werkelijkheid van God wil proeven, moet weten wat onbaatzuchtigheid is!
 
HET HOOGTEPUNT
Lieve kinderen. Als ik bij Basje op bezoek kwam, dan trok hij me altijd bij de hand mee naar de speelhoek en riep: ‘Tore... tore....’ Ik moest een toren met hem bouwen. Bas had veel blokken, veel meer dan ik er vroeger gehad heb..., en als ik mijn oude knoken eenmaal op de vloer had gekregen, dan deed ik zelf ook niets liever, dan met de blokken een toren bouwen. Eerst vier pilaren, mooi in een vierkant, dan de bogen en dwarsbalken. Daarboven wat kortere pilaren en weer een vloertje, en zo maar door, totdat de toren hoger was dan Bas zelf. Hoe hoger we kwamen des te meer begon
Bas te kraaien, want dan naderde het hoogtepunt. Het hoogtepunt van de bouw was niet de torenspits! Het hoogtepunt was het omgooien van de toren.
Daar was het allemaal om begonnen; niet om de toren, maar om het omvallen van de toren! We bonden een draadjes garen om een van de vier poten en rolden dat uit. Op enige afstand gingen we op de buik liggen en ik hield mijn fototoestel klaar. Dan mocht
Bas aan de draad trekken en ik ‘trok’ de foto terwijl de blokken in de lucht zweefden. Bas gierde van geluk en hij trok me bij de hand naar de ruïne, want hij wilde onmiddellijk weer opnieuw beginnen. Bas wist nog niks over Jezus en over het evangelie maar één ding had hij begrepen: torens bouw je, om ze omver te gooien!
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag83
gister95
deze maand3811
totaal823571