De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2013 - 29ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers
 
 
AANHOUDER WINT?
 
 
 
 
HOE GOD VERDWEEN...
‘Zal ik u iets geks vertellen?’ De vrouw aarzelde even en zei: ‘Ik ga steeds meer van hem houden.’ Haar man was ‘n paar jaar geleden gestorven. Zijn ziekbed was ‘kort maar heftig’ geweest; zo had het in de advertentie gestaan. Na zijn dood was ze aanvankelijk opgelucht, omdat alles was volbracht. Later kwamen de slapeloze nachten, de angst voor geluiden uit het huis, de drempel om naar de kerk te gaan. Maar nu was de liefde terug van de eerste jaren van hun huwelijk. Vertederd bladerde ze door de fotoalbums. Het ontroerde haar als ze hem zag staan tussen zijn collega’s met een glas in de hand. Waarom had ze zich zo afgesloten toen hij begon te klagen? Misschien was ze bang gewees dat hij ging dementeren. In elk geval was er veel gesnauwd. Maar nu overheerste in de herinnering de liefde. Die groeide zelfs nog! ‘Dat is toch mooi!’, merkte ik op. Ze knikte. Ze vond het ook mooi. Het was een onverwachte bekroning van iets dat afgebroken had geleken. ‘Jammer alleen’, vervolgde zij, ‘dat er zoveel is, waar we nooit over hebben gepraat. Ik weet niet of hij op God rekende. Hij ging wel eens naar de kerk, maar meestal streek hij zich daar langs. Dat de oudste dochter haar kinderen niet liet dopen, daar heeft hij nooit iets over gezegd. En toen hij zoveel pijn had, zei hij wel eens: het hoeft voor mij niet meer.’
We spraken nog wat verder, over het geloof, hoe het langzaam verdwenen was. Eerst bij de tienerkinderen, toen bij hun kleintjes die nergens meer enig benul van hadden, behalve van kerstmis. Toen ook bij haar man. En nu twijfelde ze zelf!
 
ALS DE MENSENZOON KOMT
Jezus stelt een vraag die als een verwend deuntje de hele dag blijft zingen in je hoofd. Het is een open vraag. Er volgt geen antwoord op. Een vraag om over na te denken. Om te laten hangen in je gedachte. ‘Zal de mensenzoon’, zegt Jezus, ‘aan het eind van de tijd, het geloof nog vinden op aarde?’
God is al verdwenen uit Jorwerd en hij woont klein behuisd in Hilversum en Heerlen. In Voerendaal is hij erg oud geworden. Zullen de mensen nog in God geloven over enkele generaties? Jezus stelt de vraag en geeft er geen antwoord op. Hij houdt zijn hart vast.
Jezus’ opmerking komt aan het eind van een pleidooi om toch vooral te bidden. Als je maar blijft schrijven, mailen, bellen en klagen, dan kun je zelfs bij een corrupte rechter je gelijk halen. De aanhouder wint. Ook bij God werkt dat, meent Jezus.
Geloof heeft in deze context vooral de betekenis van verlangen naar recht, erop rekenen dat gerechtigheid geschiedt; dat het onrecht er tenslotte niet met de overwinning en een vette buit vandoor gaat.
 
BLIJVEN ZEUREN
De vrouw in de parabel weet dat het systeem niet klopt. Rechters deugen niet. Ze zijn gevoelig voor steekpenningen. Ze weet dat ze leeft in een corrupt systeem. Maar Jezus ziet hoe ze vecht en elke dag komt klagen. Ze houdt niet op met aankloppen en protesteren. Ze geeft haar verlangen naar recht niet op. Ze wil geen uitgeblust mens worden, zonder hoop en zonder levenslust. Deze vrouw moet ons voorbeeld zijn. Ook als het systeem niet klopt, als we geen verhoring vinden, als we kleine machteloze wezentjes lijken tegenover de vraatzucht en wreedheid van de mens..., blijf dan vooral bidden: ‘Uw Rijk kome..., Uw wil geschiede..., u naam worde geheiligd..., want als we dat niet meer doen, als we niet meer hartstochtelijk uitzien naar gerechtigheid, dan is de aarde verloren, overgeleverd aan lang-leve-de-lol en de gulzigheid van de sterksten.
 
HUNKEREN NAAR RECHT
Europese gelovigen maken zich grote zorgen over het voortbestaan van het christendom in onze streken. De kerk groeit wel. Afgelopen jaren met 12 miljoen gedoopten, maar dat is ver weg, vooral in Afrika en Azië. De Europanen lijken hun gevoel voor het mysterie te  verliezen. In elk geval zijn ze van de kerk vervreemd. Het openbare leven wordt gedomineerd door consumptie en commercie. Maar diep in de ziel is ook de moderne mens kwetsbaar en zoekend en verwondert zich en hunkert naar het goede en de gerechtigheid. Zal de mensenzoon nog geloof vinden als hij komt? Zullen de mensen nog hunkeren naar recht en barmhartigheid voor allen?
De weduwvrouw had God zien verdwijnen uit haar leven, maar ze besloot met de opmerking: ‘Had Jezus niet gezegd: geloof, hoop en liefde zijn de grote drie, maar de liefde is de grootste?’ ‘Nee! Dat heeft Jezus niet. Paulus zei het, maar die kon het ook weten!’
 
TREINREIS
Lieve kinderen. Mamma had de kleine Rik met oma op de trein gezet. Voordat de deur dicht ging, zei ze nog tegen oma: ‘Verwen hem niet; straks zit ik met de problemen!’ De deur ging dicht. Oma ging zitten met het gezicht naar voren en Rik vleide zich tegen haar aan. Hij hoorde het fluitje blazen voor vertrek. ‘Zo, nu wil ik een chipje!’, zei hij, want hij wist dat die bij oma in de tas zaten. ‘Eéntje; dan moet je wachten tot Sittard’, zei ze streng. Ze haalde een chipje uit de tas. Even later zei Rik ‘Ik krijg nog buikpijn van de honger! Mag ik die van Sittard al?’ ‘Je hebt gehoord wat mamma zei.’ ‘Ja, maar jij bent oma...!’ Rik sloeg zijn ogen met een smekende blik omhoog. ‘Vooruit eentje dan, die van Sittard.’ En Rik werkte de chip naar binnen. Je begrijpt het al. Voordat de trein in Sittard stopte, was de chip van Roermond en Weert en Eindhoven ook al op. Toen kwam net zo makkelijk die van Den Bosch. Daar hoefde ze niet eens naar toe! En van Utrecht en Amsterdam en Alkmaar. En na Sittard kwam de chip van Hoorn en Enkhuizen, van Assen en Henrik-Ido-Ambacht. En werkelijk. In Eindhoven was het precies zoals Rik had gezegd... hij had buikpijn!
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag151
gister176
deze maand4055
totaal823815