De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 4de zondag van Pasen © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
HELD OF LAFAARD
 
 
 
 
TEGELTJESWIJSHEID
De bijbel staat vol spreuken en vroeger kende men ze allemaal! Wat vindt u van: ‘Beter een schotel groente met liefde dan vetgemeste os met haat’. Of: ‘Voor een bedroefd mens valt elke dag zwaar, voor een blij iemand is het iedere dag feest.’ - ‘Wie onervaren is gelooft alles; wie slim is denkt zelf na!’ Tal van uitdrukkingen zijn in onze taal terecht gekomen. ‘Paarlen voor de zwijnen werpen’, ‘een teken aan de wand’, ‘op twee gedachten hinken’, ‘op handen dragen’, ‘zijn handen in onschuld wassen’, ‘met zijn talenten woekeren’, ‘een doorn in het oog’, ‘de dood in de pot’... enzovoorts. Er zijn spreuken die stevige waarheden uitdrukken, bijvoorbeeld: ‘Geef geen dom antwoord aan een dwaas, anders is er geen verschil meer tussen hem en u!’ Soms ontlokken ze je een glimlach: ‘Zoals een deur kraakt in haar hengsels, zo draait een luiaard zich om in zijn bed.’ Soms doen ze je de wenkbrauwen fronsen: ‘Je kunt beter boven op de nok van het dak zitten dan eronder met een kijvende vrouw.’ En soms ontlokken ze een lach van herkenning: ‘De gierigaard heeft twee dochters, zij heten Hap, Hap.’ Nu is het met spreekwoorden en gezegden zo, dat hun waarde niet zozeer gelegen is in de inhoud ervan maar in de toepassing. De wijsheden zijn niet in alle omstandigheden waar, maar in sommige situaties sla je er de spijker mee op zijn kop. Op het goede moment  onthullen ze wijsheid; op een tegeltje hangen ze maar te zeuren.
 
'VERDRAAG HET LIJDEN'
‘Wie goed doet, goed ontmoet!’ Dat is vaak waar. Maar ‘stank voor dank’ net zo vaak! Wie voorkomend is komt eerder een vriendelijk mens tegen dan wie zich bruut gedraagt. Maar je moet ook ‘geen paarlen voor de zijnen werpen.’ Je moet je goede daden niet te grabbel gooien.  De context maakt het verschil. Zo is het ook met die eerste zin uit de brief van Petrus: ‘Draag geduldig je lijden..., verdraag de pijn die voortkomt uit je goede daden!’ In vroeger eeuwen werd dit aan de mensen al te gemakkelijk voorgehouden. Ik heb heel wat religieuzen horen klagen over wat ze zich allemaal in het klooster moesten laten welgevallen. Elk kritisch geluid drukte moeder overste ermee de kop in. En hoeveel arbeiders stonden niet met de hoed in de hand en met samengeperste kaken het onrecht te verduren dat hun werd aangedaan. Het geduldig verdragen van onderdrukking was een moraal waarvan alleen de machthebbers beter werden. En juist dan is die wijsheid vals!
 
OPNIEUW LEZEN!
Laten we ons een losmaken uit dat verleden en Petrus opnieuw en onbevangen lezen. De briefschrijver richt zich tot een groep christenen op het platteland van klein Azië, eenvoudige boeren en herders, meestal nogal arm. Ze hebben te lijden onder de mensen die neerkijken op hun sociale status en op hun nieuwe geloofsovertuiging. Ik denk dat het om weerbare mensen gaat. Als het nodig is, durven ze zich heus wel te verzetten. Als ze het met iemand oneens zijn, dan verheffen ze hun stem en misschien slaan ze er ook nog op los. Tegen hen zegt ze dit: als je net zo agressief bent als je tegenstander, dan ben je geen haar beter! Als je zo brutaal bent als je medeweggebruiker dan ben je dezelfde piraat als hij. Als je meent dat je de verzekering kunt oplichten omdat iedereen dat doet, dan ben je dezelfde oplichter. Als je alle buitenlanders het land wil uitzetten dan ben je zelfs slechter dan zij. De grootheid van de mens ligt in zijn vermogen om kwaad met goed te beantwoorden en zo de spiraal van geweld en van vijandigheden en beledigingen te doorbreken. Die grootheid kan je optillen boven het noodlot, boven het kwaad in de wereld. Die grootheid maakt je tot een kanaal van Gods barmhartigheid.
 
VERSTANDIGSTE PARTIJ
De brief stelt niet dat het gemakkelijk is. Ik hoor het een vrouw nog zeggen met een diepe zucht: ‘Ik ben het zo moe om steeds maar de verstandigste partij te zijn.’ Ze was de oudste van zes zussen. Twee van hen maakten voortdurend ruzie en sleurden de hele familie daarin mee. Het was heel gênant geweest na de begrafenis van moeder. Het was tot een scheldpartij gekomen bij de eerste communie van haar jongste kind. Het dreigde opnieuw een gevecht te worden nadat haar dochter had besloten haar bruiloft klein te houden. Ze was het moe om steeds maar de verstandige te zijn en zich boven de kleinzieligheden te stellen. Maar ze wist ook dat ze niet anders kon. De herder kan zich niet als een huurling gaan gedragen!
 
DOOR HET RAAM
Lieve kinderen. ‘En hoe was het op school?’ Nikkie werd, zoals elke donderdag, afgehaald door opa. Dat was wel fijn want opa had veel tijd en hij mocht ook meer: tegen steentjes schoppen en met een stok tegen de verkeerspalen slaan. ‘Hardstikke leuk!’, zei Nikkie enthousiast. ‘De juf was ziek!’ Opa zei niets. Hij begreep dat de uitleg nog zou komen. ‘Toen kregen we een andere juf...,’ ging Nikkie verder. ‘En die kende onze namen niet!’ ‘Ze kreeg het niet stil. En toen zei ze tegen Harm: ‘Ga jij maar op het strafstoeltje zitten! En toen keek Harm achterom. En de juf zocht op haar blaadje. “Ben jij Harm niet?” En toen liep Leon naar het strafstoeltje. Gelachen hebben we!’ ‘Arme juffrouw!’, zei opa. ‘Hoe heet ze eigenlijk?’ ‘Dat zou ik niet weten’, stelde Nikkie vast. Ineens dook Nikkie weg achter opa’s rug. Op de fiets kwam de nieuwe juf voorbij. Ze zag Nikkie nog net en zwaaide vrolijk met haar hand en belde met de andere. ‘Hallo Nikkie!’, riep ze luid. ‘Verrek!’, zei Nikkie, ‘ze kent mijn naam...; dan gaat het plannetje vanmiddag niet door. We wilden allemaal door het raam naar binnen gaan!’
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag14
gister95
deze maand3742
totaal823502