De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 15de zondag door het jaar  © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
RUSTIG VERDERGAAN!
 
 
 
AGRARISCHE SAMENLEVING
We zaten rond de tafel. De stemming was een mengeling van droefheid en opluchting. Oma had de laatste weken geleden. Ze had het erg benauwd gehad, en een slokje water had haar al misselijk gemaakt. Toen ze de laatste adem uitblies, - was dit de laatste wel?... lang bleef er twijfel - toen heerste er een zekere opluchting. De moeizaamheid van het leven was verdwenen. De mobieltjes waren tevoorschijn gekomen. De familie werd gebeld. Haar zus zou het wel niet meer begrijpen. Twee kleinkinderen waren op vakantie. Een in Zuid-Afrika en een in Australië. Er werd over gedebatteerd of die het nu al moesten weten of over enkele dagen pas.
Nu zaten we dan rond de tafel en de verhalen kwamen los. Wat opviel was het enorme verschil tussen het leven van deze vrouw en dat van haar kleinkinderen. De meesten van hen hadden voor hun eenentwintigste al alle uithoeken van aarde verkend. Oma was tot haar dertigste niet verder geweest dan Posterholt waar ze in de vakantie bij een oom logeerde. ‘Wat deden jullie vroeger met moeder in de vrije tijd?’, vroeg ik.  Nou, begin jaren vijftig was er een auto gekomen. Daarmee gingen ze soms picknikken langs het Albertkanaal. Op zondagmiddag waren ze uit rijden gegaan. Dan maakten ze een rondje langs de grote boerderijen in de buurt.  Ze keken naar de gewassen; hoe die erbij stonden, de tarwe, de aardappels en zelfs, bij een van de ooms, de maïs. De kleinkinderen lachten. Kijken naar de tarwe bij de buren op zondag..., ze zouden niet weten hoe tarwe eruit zag. De Kilimanjaro hadden ze beklommen en in de Stille Zuidzee hadden ze gezwommen, maar tarwe?
 
DE BODEM
De parabel die Jezus vertelt, is eeuwenlang met plezier aanhoord door boeren en tuinders. Ze gaat over hun dagelijkse leven. Ze gaat over de zaaier. Dat is belangrijk! Het is niet de parabel van de akker, niet een lesje voor de bodem! Jezus wil de zaaier iets leren. ‘Een zaaier ging uit om te zaaien’, zo begint hij.
Jaren geleden had L1 op dinsdagmiddag een rubriek waarin men vragen kon stellen over tuinieren. Ik herinner me een mevrouw uit Geleen die klaagde over het mos in haar gazon. Ze wilde weten wat ze daar het best tegen kon doen. Ik spitste mijn oren want mijn gazonnetje aan de Hogeweg was ook een en al mos. De radio-tuinman zei zeer beslist dat het kansloos was om handen vol geld te steken in het toevoegen van kalk, want dat was het probleem: de grond was te zuur. Die kalk zou wel een beetje helpen maar dan toch vooral de zaak waar hij gekocht was! Het gazonnetje zou er maar even iets aan hebben. Beter dan haar hele leven te vechten tegen de natuur zou ze zich  aanpassen aan de grond. Accepteer de zure bodem en geniet van het mos en de varens, of plant er wat anders.
 
DE ZAAIER
Degene die zaait, die het woord van God predikt, die verhitte koppen tot kalmte maant en vrede, die buren oproept tot verdraagzaamheid en gastvrijheid, die mensen met een volle ijskast uitdaagt om er wat van te delen..., wie dat woord rondstrooit, die merkt onverschilligheid, die stuit op kortstondig enthousiasme, die ontdekt veel onbegrip en onwil. Maar de zaaier strooit rustig verder want hij weet dat er naast de onvruchtbare plekken ook stukken bodem zijn waar het zaad opschiet en honderdvoudig vrucht draagt. Dat is de boodschap van vandaag: laat je niet ontmoedigen! Ga door met goeddoen en barmhartig zijn.
 
 
HONDERDVOUDIG
‘Een laatste vraag’, zei ik tegen de bedroefde en ook opgeluchte familie. ‘Hoe zal oma altijd in je herinnering blijven bestaan?’ Manon wist het direct. Je kon bij oma altijd alles vertellen. Ze accepteerde je zoals je was. ‘Ik was eens gestopt met de studie’, ging Manon verder. ‘Ik zat in een moeilijke periode; mijn vriendje had me bedrogen. Pappa had me altijd al voor hem gewaarschuwd en ik durfde thuis niets te vertellen. Toen kon ik bij oma terecht. Ze luisterde. Ze bleef trots op me.’ Manon veegde een traan weg. Haar neef en haar zusje knikten. Zo was oma! Ik besloot toen om het evangelie van de zaaier te vertellen bij de begrafenis. Oma hield nooit op met barmhartigzijn, ook niet als ze over de rots liep of in de hitte; of over een gazonnetje met heel veel mos. Ze deed het goede niet om het resultaat, maar omdat het goede gedaan moet worden. Omdat het van God komt!
 
BEROEPSKEUZE
Lieve kinderen. ‘Wat is dat?’ Ferre keek toe hoe zijn vader een klein plastic zakje openpeuterde. ‘Dat zijn zaadjes. Die stop ik in de grond en dan komen er allemaal zonnebloemen uit.’ ‘Zomaar?’, vroeg Ferre. ‘Ja, zomaar.’ ‘Mag ik helpen?’ ‘Graag, dan beginnen we meteen.’ Ze liepen naar buiten. ‘Eerst maken we hier een stukje grond vrij. Pappa gaf Ferre de schoffel. Hij maakte een gleuf in de grond. Toen mocht Ferre de kleine zwarte zaadjes erin strooien. Samen dekten ze het bedje met zand dicht. Ferre klapte zijn handen langs elkaar en riep ‘Klaar!’ ‘Voorlopig!’, zei pappa. ‘Over zes weken zijn het kleine plantjes geworden. Die moeten we dan een nieuw plekje geven, een beetje uit elkaar en het liefste in de zon. Zonnebloemen kijken graag de zon achterna. ‘s Morgens kijken ze naar het Oosten en ‘s avonds naar het Westen.’ Ferre keek naar pappa, of die hem niks aan het wijsmaken was. Zonnebloemen hadden toch geen ogen! ‘En wanneer zijn ze klaar?’ ‘In augustus’, zei pappa. ‘Dan zijn ze misschien wel twee keer zo groot als jij en dan komen er zaadjes in. Fijn voor de vogels.’ ‘Kunnen we die ook zaaien?’ ‘Jazeker’, zei pappa. ‘Dan kunnen we met één bloem de hele wereld vol planten en dan kijken ze allemaal naar de zon!’ Ferre wist wat hij later worden zou.
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag53
gister193
deze maand4150
totaal823910