De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 22ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
WEG SATAN!
 
 
 
 
BEPROEVING
Op 10 juni gaf de Romeinse congregatie voor de eredienst goedkeuring aan een aantal liturgische teksten in de Nederlandse taal. Daarbij was ook een nieuwe formulering van het Onzevader. Sinds de zeventiger jaren voerden Nederlandse en Vlaamse theologen een discussie die moest leiden tot één Onzevader voor het hele taalgebied. De nieuwe vertaling wijkt een beetje af van wat Nederlanders sinds hun kleutertijd gewoon waren. Dat zal dus even wennen zijn; het gebed des Heren ligt immers diep in onze ziel verankerd. Menigmaal heb ik het meegemaakt dat een zieke, die in diepe coma lag en op niemand meer reageerde, plotseling begon te prevelen als het onzevader aanving.
In de nieuwe versie zal niet gebeden worden ‘vergeef ons onze schuld’, maar ‘vergeef ons onze schulden.’ En niet ‘zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven’, maar: ‘zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.’ De laatste wijziging valt het meest op. ‘En leid ons niet in bekoring’, wordt ‘en breng ons niet in beproeving.’
Het is een goede zaak dat mensen die bidden in de Nederlanders taal, elkaar vinden wanneer ze Jezus’ woorden citeren. Het was mooi geweest als we ook met de christenen van de reformatie tot dezelfde vertaling gekomen waren. De bisschoppen moeten nog bepalen vanaf wanneer zij de nieuwe formulering in de liturgie willen invoeren. Aan een toelichtende catechese wordt nog gewerkt.
 
DUIVEL
Jezus geeft tegenover de leerlingen uiting aan zijn angstig vooruitzicht. Hem wachten lijden en dood in Jeruzalem. Petrus reageert spontaan. ‘Dat mag niet gebeuren!’ Het is een eerste reactie op een onheilsbericht. De ontkenning. Het mag niet waar zijn. ‘De dokter vergist zich.’ ‘Het bloedmonster is verwisseld.’ ‘Ik heb het niet goed gehoord!’ ‘Dat mag u niet overkomen!’ Jezus straft die opmerking van Petrus af: ‘Weg daar achter mij, satan! Jij bent een struikelblok. Jouw gedachte zijn niet die van God!’ Jezus noemt Petrus ‘Satan’!
Bij het woord Satan denken wij aan ‘duivel’. De duivel is een begrip dat sterk beïnvloed is door de middeleeuwse angst voor allerlei kwaadwillende geesten die overal op de loer lagen. De wereld zat vol van zulke boze krachten en men probeerde ze op afstand te houden. Hier in Limburg met het plaatsen van kruisbeelden op de belangrijke wandelwegen, kruispunten of onheilsplekken. Men probeerde het ook met lawaai; klokken werden geluid zodra de kerkdeur open ging. Op de doopvont onder de toren van de Laurentius staan enkele monsters afgebeeld die kwade invloeden verre moesten houden van de pasgeborene. Processies volgden de uitgestrekte parochiegrenzen om de duivel buiten te sluiten.
 
SATAN
In de bijbel echter is Satan een hemeling. Zo verschijnt hij in het boek Job. Satan is een soort engel met een speciale opdracht, namelijk om de mensen op de proef te stellen, om ze te keuren. Hij is de openbare aanklager in de hemel. Als God trots wijst op de onberispelijke levenswandel van Job, dan zegt Satan: ‘Dat zal wel, dat Job zo vroom is, U hebt hem ook alles gegeven.’ En Satan krijgt toestemming om Job op de proef te stellen. Maar ook als hij zijn rijkdommen verliest, blijft hij trouw aan God. Satan gaat dan nog een stapje verder: Job verliest zijn kinderen en tenslotte zijn eigen gezondheid, maar hij blijft God eren. Zo is Job op de proef gesteld. De satan is degene die de mens in bekoring brengt.
 
BEKORING
Ik kan hier niet aan denken zonder dat eerste communicantje voor met te zien. Ik vroeg in de klas: ‘leid ons niet in bekoring... Wie weet wat bekoring betekent?’ Het manneke stak ijverig de hand op en verklaarde: ‘Mijn vader heeft eens een bekoring gehad!’ Ik aarzelde even om er dieper op in te gaan, maar alle kinderen luisterden zo gretig dat ik niet meer terug kon. ‘Zo, wanneer was dat dan?’ ‘Nou’, zei het kereltje. ‘Dat was in Frankrijk. Hij reed 145 kilometer en toen kreeg-tie een bekoring.’ Dit antwoord was minder dom dan het lijkt. Te hard rijden is wel degelijk een beproeving!
Jezus zoekt niet zijn eigen carrière, zijn eigen gezondheid, zijn eigen voorspoed of geluk. In zijn bidden en verlangen is hij gericht op het koninkrijk van God, op vrede en gerechtigheid. Daarbij vindt hij de Satan op zijn weg, de beproever; vandaag is dat Petrus.
‘Bring ons niet in beproeving...’ Jezus beseft in het Onzevader dat een mens in een situatie kan komen waarin hij door de mand valt, waarin hij minder heldhaftig, minder menslievend is dan hij van zichzelf altijd gedacht had. Wie bidt om niet in beproeving te komen die kan mededogen voelen met mensen en hun tekorten.
 
FOETELEN
Lieve kinderen. ‘Wie doet er mee monopoly?’, riep mamma opgewekt. Buiten regende het weer en iedereen zat met een lang gezicht te suffen. Nu veerden Loes en Bob op en de buurjongen Giel had ook zin. Ze zochten een stoel aan tafel. ‘Ik wil niet naast Loes zitten!’, riep Bob. ‘Ik ook niet!’, schreeuwde Giel. Loes zei niks. ‘Dat vind ik niet aardig’, zei mamma. ‘We spelen toch samen!’ De jongens vertrouwden Loes niet. Loes maakte altijd een rommelig stapeltje. Ze gooide de straten en de hypotheken en stations, samen met het geld op een vage berg en daar kwamen soms ook huisjes van onder te voorschijn. Loes kon het niet laten om een tientje of een kanskaart of een hotel weg te pakken, als de speler naast haar even niet oplette. Dat hoorde voor haar bij het spel. ‘Weet je wat?’ zei mamma. ‘Loes is de bank!’ Daar waren de jongens het helemaal mee eens. ‘Als bank kon je niet foetelen’...., dat dáchten ze tenminste!   
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag59
gister109
deze maand3692
totaal823452