De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 23ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
TERECHT WIJZEN
 
 
 
 
'AVEC LE MANTEAU BLEU'
Toen ik vroeg hoe de vakantie was geweest, vertelde de vrouw niet over de lekkere scholletjes aan de boulevard en ook niet over het glas wijn dat ze van een onbekende Italiaan aangeboden had gekregen. Nee, ze kwam met een ander verhaal. Op de terugweg hadden ze een grote supermarkt aangedaan. Ze wilde wat voor de lunch halen. In het groentenvak werd haar aandacht getrokken door vruchten die ze niet kende. Ze had er een van in haar handen genomen en weer teruggelegd; toen had ze hem opnieuw gepakt en eraan geroken. De mededeling die door de luidspreker schalde drong niet tot haar door. Die was bestemd voor de ‘femme avec le manteau bleu’. Die moest alstublieft niet met haar handen aan de koopwaar zitten. Plotseling merkte ze de afkeurende blikken om zich heen. Beschaamd was ze afgedropen, de gebeurtenis tot hier en nu met zich meezeulend.
 
RECHTSORDE
De volgelingen van Jezus van Nazareth kwamen aanvankelijk uit het jodendom. Spoedig sloten zich Hellenen en Romeinen bij hen aan. De jonge kerk stond voor de opgave om een eigen kerkorde te ontwikkelen. Wie krijgt het gezag? Welke geloofsbelijdenis verbindt ons? Hoe ga je om met conflicten? Hellenistische ideeën over organisatie en recht kregen invloed op de Joodse uitgangspunten. Matteüs vult in zijn evangelie een hele redevoering van Jezus met opmerkingen die een bijdrage moeten leveren aan de kerkopbouw. Vandaag lazen we een belangrijk onderdeel: hoe ga je om met dissidenten en zondaars?
 
ONDER VIER OGEN
Wat mij heel erg aanspreekt, is het enorme belang dat gehecht wordt aan de opdracht om een zondaar eerst onder vier ogen aan te spreken. Dat is in het evan-gelie absoluut de eerste stap. Pas als dit niet helpt, roep je er twee getuigen bij. Dus ook in tweede instantie wordt de reprimande delicaat afgehandeld. Het laatste wat je doet is de fout van een ander in de groep gooien! Ze door de geluidsinstallatie van de supermarkt laten schallen, is het allerlaatste!
 
JONG GELEERD
Openbare standjes zijn we wel gewend. De baas op het werk corrigeert een medewerker soms publiekelijk, en dat wordt als een vernedering ervaren. Kinderen raken er al aan gewoon dat zij in de klas tot de orde worden geroepen terwijl iedereen het hoort. ‘Foei, Leo! Kinderen kijk eens wat een slordig schrift!’ De juf laat het schrift zien terwijl ze het bij het puntje vasthoudt alsof ze vreest besmet te worden. Ze tilt het hoog in de lucht en Leo staat er met gebogen hoofd bij. Als dit nog twee of drie keer gebeurt, dan zal hij zijn van slordig huiswerk zijn handelsmerk maken. De kinderen die nu lachen in de klas, zullen hem straks gaan plagen. Het pesten is begonnen. Het kind leert dat terechtwijzigingen niet een uitingen van liefde en zorg zijn, maar een onderdeel van machtsuitoefening en ordehandhaving.
En het begon al thuis aan tafel! Als een kind gestraft wordt mag iedereen het horen. Het hoort tot het opvoedingsbeleid. ‘Als je je bord niet leeg eet, dan is er morgen geen verjaardagspartijtje.’ ‘Als jij je kamer niet opruimt, dan ga je maar van het voetballen af!’ Ik denk dat kinderen grenzen en normen nodig hebben. Die moet je ook afdwingen. Maar misschien moet je overtredingen in eerste instantie nooit in het openbaar afhandelen, want dan wordt de terechtwijzing een machtsstrijd, waarbij de goeie zich de meerdere toont van de kwaje. Dat creëert eerder een rancune dan oprechtheid.
 
MOED
Matteüs benadrukt: als je een broeder of zuster in de fout ziet gaan, nagel hem of haar niet aan de schandpaal, maar voer een gesprek op basis van gelijkwaardigheid.
Tegenwoordig wordt er wel eens voor gepleit, dat we elkaar vaker moeten aanspreken op ons gedrag. Tegelijk vreest iedereen agressieve reacties. Het is nogal delicaat! Als iemand zijn hond uitlaat en het beest plast tegen het hek van het kerkhof..., zegt u daar iets van? Of u ziet jongeren stoeien en een fiets over het trottoir gooien vlak voor een moeder met een kinderwagen? Kijkt u maar beter de andere kant op? Iemand aanspreken vereist moed. Mattheus zegt: drijf de overtreder niet in het nauw, verneder hem niet; spreek hem eerst onder vier ogen!
 
TWINTIG OGEN
Carlo was opgewonden. Zijn wangetjes waren roodgloeiend. Hij maakte heftige gebaren en praatte luid. Dat kwam omdat hij jarig was. Jarig en het middelpunt van een partijtje. Carlo dirigeerde zijn vriendjes alle kanten op. De speurtocht begon dadelijk en er moesten drie groepjes gevormd worden. Omdat de kinderen niet luisterden, werd Carlo steeds driftiger. Hij begon nog harder te schreeuwen en ineens sloeg hij Marije op het hoofd. ‘Nou luister toch eens Bitch! Het gaat effe niet om jou!’, riep hij met fonkelende ogen.
En ja hoor, daar kwam mamma de kamer in. Ze klapte in haar handen. ‘Carlo, nou is het uit! Het heeft absoluut geen pas dat jij je gasten staat uit te schelden. Marije is jou komen feliciteren en je hoeft haar niet op het hoofd te slaan.’ ‘Ja maar’, protesteerde Carlo, ‘ze luisterde niet. Ik had al tien keer gevraagd of ze asjeblief wilde luisteren, maar Marije ging maar door met giebelen.’ ‘Dan had je even naar haar toe moeten gaan en haar beleefd vragen: Wil je even stil zijn dan kan ik de speurtocht uitleggen. Als je vindt dat iemand iets verkeerds doet, dan zeg je dat eerst onder vier ogen. Begrijp je dat?’ Carlo keek zijn moeder aan en zei: ‘Ja, dat begrijp ik... Maar ik begrijp niet, waarom jij me nu met twintig ogen staat uit te schelden!’
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag158
gister103
deze maand2930
totaal822690