De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 28ste zondag door het jaar © Ad Blijlevens, Heerlen
 
 
 
VREUGDE EN GENIETEN
 
 
 

Een rabbijns gezegde zegt: ‘Een mens zal op de dag van het oordeel rekenschap moeten geven over alle goede dingen die hij had kunnen genieten maar die hij niet heeft genoten.’ Aan die uitspraak moest ik denken, toen ik de lezingen van vandaag las.
Want het woord ‘genieten’ is, samen met ‘vreugde’ op deze lezingen wel van toepassing. In de eerste lezing wordt genoten van een overvloedige maaltijd. En het evangelie vertelt over de vreugde van een maaltijd die is voorbereid. Misschien doen die lezingen sommigen wat lichtzinnig aan. Want ook in de liturgie leggen wij vaak meer nadruk op ernst dan op vreugde. Maar, wij zijn geroepen tot feestelijkheid en vreugde, zeggen ons vandaag de lezingen. En dat geldt niet alleen voor het onbekende ‘later.’ Ook nu worden wij uitgenodigd om te genieten, om het leven te genieten.

Iemand zei me eens: ‘Als er op een dag allerlei goeds is gebeurd, maar er is ook een klein vervelend iets gebeurd, dan denk ik toch heel de tijd aan dat laatste. Eigenlijk is dat heel raar.’ Een ander bekende: ‘Ik mopper veel meer dan dat ik echt geniet.’ Menigeen herkent zich wel in zulke opmerkingen. Je kunt je afvragen: Hoe komt het, dat veel mensen - en misschien ook wij - liever mopperen dan genieten van wat ons dikwijls ook aan goeds te beurt valt? Dat is een vraag die wij ons vandaag kunnen stellen.

Op een ziekendag sprak een pastor een van de oudste parochianen. Ze vertelde dat ze wel niet meer zou terugkeren, bij haar spullen en haar herinneringen. Ze zei ook, dat ze met vijf anderen op een kamer lag en dat er dus weinig ruimte was voor privacy. ‘Maar’, zei ze, ‘ik heb toch nog geboft. Ik lig aan het raam. Op de vensterbank staan foto’s van dierbaren. Als ik ‘s nachts wakker word, zie ik het eerst die foto’s, en dan denk ik aan hen. Wanneer ik uit het raam kijk, kan ik de sterren zien. Dan voel ik me vrij en oneindig’.
Iemand anders vertelde me eens over een kennis die wist dat ze ging sterven en die dankbaar was voor alle goede uren en dagen die haar waren gegeven. En hoezij zich samen met familie en vrienden die goede momenten blij herinnerde.
Er bestaat inderdaad, een vreugde die zo groot en diep is dat zij zelfs in een situatie van tranen blijft bestaan. In de eerste lezing van vandaag spreekt de profeet Jesaja óók over een dergelijke vreugde: over een vreugde die sterk genoeg is om de tranen te wissen van alle gezichten en om - zo staat er - de doodsdoek te verscheuren die over de volken ligt.
Een mooi beeld: dat van het verscheuren van de doodsdoek. Wij kennen niet het gebruik om het gezicht van een overledene te bedekken met een doodsdoek. Maar in de bijbel komen wij het gebruik tegen in het verhaal over de opwekking van Lazarus en in het verhaal over Jezus zelf op Pasen. Jesaja ziet zo’n doodsdoek liggen over de volken. Hoeveel dood en verminking ligt er, ook in ónze dagen, niet uitgespreid over de volken, en over groepen van en individuele mensen. Het behoort tot de roeping van de kerk en tot de vreugde waartoe wij geroepen zijn, die doodsdoek te verscheuren. Gelukkig laat paus Franciscus dat heel sprekend zien in zijn omgaan met mensen en bv. in zijn heel uitgebreide rondzendbrief ‘De vreugde van het Evangelie’.

Beste mensen. Het is wel duidelijk: het gaat heus niet om een goedkope vreugde.
Die ene bruiloftsgast die binnenkwam zonder bruiloftskleed, dacht dat het om een goedkope vreugde ging. Neen, het gaat om een vreugde die ons ook uitdaagt tot bv. de strijd tegen het lijden van mensen. Het gaat om een vreugde die wijd en diep genoeg is om mensen te troosten en tranen van hun gezicht te wissen. Als onze vreugde die diepte niet heeft, beseffen wij niet op welk feest wij zijn uitgenodigd. Dan zouden wij zijn als die man zonder bruiloftskleed, als de man die wel wil fuiven, maar geen feest wil vieren. Het feestmaal dat ons wordt beloofd, wil ons nu al maken tot vreugdevolle mensen, maar ook tot mensen wier vreugde sterk en groot genoeg is om alles wat mensen doet lijden, te bestrijden. Vieren wij zo ook deze eucharistie, deze ‘Maaltijd des Heren’.
 
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag176
gister176
deze maand4080
totaal823840