De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 33ste zondag door het jaar  ©  Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
VANAF HET KERKHOF
 
 
 
DODEN BEGRAVEN...
Leerlingen van de middelbare school kunnen hun maatschappelijke stage in onze parochie doen. Ze krijgen dan een programma aangeboden onder de titel ‘De werken van Barmhartigheid.’ Rond Allerzielen deden ze mee aan de lichtjesavond. Tevoren hadden ze het mortuarium bezocht. Na afloop keek een meisje daarop terug. Ze schreef: ‘Ik vond het een hele mooie viering. Ik werd er stil van. Daarna stond ik met m’n vriendin op het kerkhof te kijken naar het oplaten van de wensballonnen. Een klein jongetje riep: Doei oma! Dat vond ik heel mooi. Ik vond het ook ontroerend dat iedereen in de kerk iemand had verloren. Je zag mensen van jong tot oud. Kleine kinderen die al iemand hadden verloren. Dat vond ik heel erg. Ook waren er oudere mensen die meerdere kaarsen kochten, omdat ze meerdere mensen hadden verloren. Dat raakte me wel.’
Dit meisje had ervaren dat de dood niet alleen iets is waar je bang voor moet zijn. Je mag je op het kerkhof ook laten ontroeren en soms kun je er lachen. In elk geval kun je er iets leren. Het einde van het bestaan geeft betekenis aan wat je nu zegt en doet!
 
GEVORMD WORDEN
Afgelopen vrijdag is vicaris Theo Willemsen in Kunrade geweest om tieners het sacrament van het vormsel te geven. Komende vrijdag komt hij dat in de Laurentiuskerk doen. Vijfendertig jongeren zijn het dit jaar. Ze zitten allemaal in de tweede klas van het voortgezet onderwijs. Zij laten hun doopsel bevestigen; ze stellen zich actief achter de keuze die hun ouders bij hun geboorte maakten.
Tijdens de voorbereiding is er ook een gesprek op de pastorie. Ik ontvang de jongelui in kleine groepjes. Ik herinner me hun doop nog als de dag van gisteren. Voor hen is die voltooid verleden tijd. Ze gaan zitten. Er wordt veel gegiecheld. De meisjes hebben zich met vijven op de driezitsbank gepropt. De jongens met zijn vieren op de tweezitter. Ze houden elkaar nauwlettend in de gaten. Marcel deelt Cola Zero uit en koekjes.
Ik geef hun een blaadje met daarop 5 verhalen uit het evangelie. We nemen ze alle vijf door. Daarna mogen ze het verhaal kiezen dat ze het mooiste vinden. Dit jaar scoorde opvallend goed het verhaal dat we in het evangelie lazen. ‘God is een man die op reis is’, vertelde Jezus. Het lijkt alsof Hij er helemaal niet is. Hij manifesteert zich pas als ons verantwoording wordt gevraagd: hoe ben je omgegaan met de schatten waarmee je bent omgeven? Godsgeloof is ten diepste het besef dat het niet onverschillig is waar je voor kiest. Ik vraag dan aan mijn gasten: ‘wat is jouw talent?’ Ze denken erover na; ze zeggen niets, ze giechelen. Ik maak het iets makkelijker: ‘Zou jij een talent weten van degene die naast je zit?’ Langzaam komt een gesprek op gang. ‘Zij kan goed ballet’, ‘hij maakt altijd grapjes...’, ‘zij kan goed voetballen!’
 
TALENTEN GENIETEN
Ik leg uit dat in de tijd van een Jezus een talent de grootste hoeveelheid geld was, namelijk zesduizend daglonen, dus 16,5 keer een jaarinkomen. Uitgaande van het minimumloon, levert dat 1500 per maand op en 18.000 per jaar dan is dit na 16,5 jaar een bedrag van bijna 3 ton. Zoveel en dat enkele keren, had de heer aan zijn knechten toevertrouwd.
Later is men deze talenten gaan opvatten als heel bijzondere vaardigheden van iemand. Iemand kan bijvoorbeeld prachtig op de schuiftrombone spelen of op de hoorn. Iemand ontwerpt in een handomdraai een leuke app voor op de tablet. Maar Jezus heeft dat niet op het oog. Jouw talent is, dat je kan lopen, dat je kunt ademen en praten. Want daarmee kun je wonderen doen. Je kunt iemand blij maken door hem te bezoeken. Je kunt iemand gelukkig maken door naar haar te zwaaien. Je kunt met je armen een dier redden en met je neuriën een kind in een veilige slaap wiegen. Je hebt talloze talenten en je bent je er nauwelijks van bewust. Soms moet je een arm in het gips hebben, of een oog afgeplakt om te beseffen wat kijken betekent en dat ‘gamen’ leuk is. Soms moet iemand overleden zijn om te bedenken wat je nog allemaal samen had kunnen doen. Dat is de kern van Jezus verhaal: bekijk je leven eens vanaf je sterfbed. Bezie je mogelijkheden eens vanuit het perspectief van de laatste dag. Heb je genoten van de vogels? Heb je gevochten voor het recht van een ander? Heb je oog gehad voor de vluchteling uit Syrië? Hoe ziet je leven er vanaf het kerkhof uit?
 
EINDBESTEMMING
Lieve kinderen. Chantal mocht met oma mee om twee nachtjes te logeren. Ze gingen met de trein. Chantal had haar koffertje ingepakt. Ze had proviand mee genomen: een flesje appelsap, een hard gekookt eitje, een dubbele boterham met kaas en een rol smarties. Nu zat ze tevreden naast oma. Tegenover haar zat een mevrouw met haar tasje vastgeklemd op schoot, schuin ernaast een jongen met de schoenen op de zitting en daarachter een kindje met ‘n boze moeder. Het hardgekookte ei was het eerst op. De appelsap kwam gauw daarna. De dubbele boterham duurde van Roermond tot Weert. Ineens kraakte de luidsprekers. De conductrice begon te spreken. ‘We naderen station Eindhoven.’ Chantal werd er zenuwachtig van. Ze keek gauw naar oma of die ook wakker was. ‘Dan moeten we eruit hè?’ ‘Reizigers met de bestemming Tilburg, Breda, Rotterdam moeten hier overstappen...’ Ze waren er bijna, en de rol smarties was nog niet open geweest. Snel wrikte Chantal het dopje eraf en stond op. Toen kreeg de mevrouw tegenover haar met haar tasje nog steeds stevig in de houtgreep, en de jongen met de voeten op de zitting en het meisje met de kauwgum in de mond en het kindje met de boze moeder... ze kregen allemaal een snoepje, want de eindbestemming naderde.
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag9
gister193
deze maand4106
totaal823866