De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - 3de zondag van de Advent © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
 
LEVEN MET EEN VISIOEN
 
 
 
 
MET DRIE LETTERS
Uw kleinkind zit te puzzelen. Plotseling vraagt het: ‘Opa, weet ú dat? Opperwezen met drie letters?’ Het laat erop volgen: ‘Wat is dat, een opperwezen?’ Zonder nadenken geeft u het antwoord. ‘God!’ Kleinkind verbaasd: ‘Hoe weet u dat?’ ‘Ja, nogal wiedes, God dat is het Geheim achter en boven alles wat bestaat; daar geloven we in!’ Uw kleinkind piekert verder: ‘Ja, maar dat weten we toch niet zeker...’ ‘Nee, we weten het niet zeker, maar Jezus heeft over God gesproken.’ Dat komt de kleine ergens bekend van voor. ‘O ja, Jezus, dat heb ik eens gehoord. Die heeft heel vroeger geleefd hè? In Spanje!’ ‘Nee’, corrigeert u dan geduldig, ‘dat was Sinterklaas. Jezus werd geboren in Israël, 2014 jaar geleden.’ Kleinkind verheugd: ‘Dat is toevallig, zeg! En wat zei Jezus dan?’
Wat zouden we dan voor antwoord geven? Hoe zou u kort en bondig uitleggen wat Jezus eigenlijk wilde? Wat de kern was van zijn geloof!
Er zijn natuurlijk veel antwoorden mogelijk. Jezus ideaal wordt in een brede traditie gedragen. Zelf zou ik zeggen: Jezus verkondigde de nabijheid van het koninkrijk van God. Maar u voelt de volgende vraag al aankomen. ‘Wat is het koninkrijk van God?’ Laten we daar eens bij stilstaan.
 
BEVRIJDER
Het geloof van de Hebreeën noemen we een ‘historische Godsdienst’. Hun religieus besef is niet zozeer gebonden aan seizoenen zoals bij de Kelten; of aan de zon, zoals bij de Egyptenaren; niet aan de vruchtbaarheid, zoals in Kanaän. God is geen natuurverschijnsel, maar een macht in de geschiedenis, in het bewustzijn van het volk. Israël ervoer zijn God in de lotgevallen van het leven. God - zo gingen ze steeds sterker vermoeden - gaat schuil in het verlangen van mensen om vrij en gelukkig te zijn. Ze riepen zijn Naam toen zij opstonden tegen de Farao. Toen ze als gevangenen naar Babylon waren gedeporteerd werd God in hun gebeden‘vermoed en uitgesproken’. Het verlangen naar Hem klonk in de liederen van Jesaja die aan de Eufraat zijn verslagen volk wilde bemoedigen. Zijn naam wakkerde de hoop aan op bevrijding en het heimwee naar zijn vaderstad. God is de hoop van de Makkabeeën, die zich als vrijheidsstrijders in de bergen oefenden om de bezetters te verjagen. God bestaat in de harten van de mens die het juk van zich wil afwerpen van Nero, van Hitler, van al wie hem knecht. God manifesteert zich in het verlangen naar vrijheid. Het verlangen naar Gods koninkrijk is de hunkering van de mens naar zijn ware grootheid, zijn heiligheid.
 
VISIOEN
De taal en de beelden voor dat koninkrijk zijn grotendeels in Babylon ontstaan, in gevangenschap, meer dan 2,5 duizend jaar geleden. Zwaarden die worden omgesmeed tot ploegen.., de koe en de beer die samen spelen..., een blinde die het licht ziet, een dove die muziek hoort, een lamme die danst..., een rechte weg door de woestijn die het volk thuis brengt.
Het Rijk van God is in Jezus ogen geen politiek programma. Jezus is het niet eens met de Zeloten. Het is niet de verdrijving van de Romeinen. Dat zou immers opnieuw bloed doen vloeien. Het zou de rollen van veroveraar en slachtoffer omkeren, maar het onrecht zou niet verdwijnen. Gods Rijk is geen machtsovername maar een toestand waarin de waardigheid van elke mens is recht gedaan. Gods Rijk is een droom van gerechtigheid. De politieke vertaling ervan is een riskant avontuur dat vooral nederigheid eist.
Johannes getuigde van het licht. Hij stond in de traditie van Jesaja. Hij was niet zelf het licht. ‘Wie bent U?’, laten de priesters vragen. ‘Komt u het koninkrijk vestigen?’ ‘Bent u de messias?’ En Johannes herhaalt woorden van eeuwen geleden, van Jesaja, woorden uit de woestijn: ‘maak een weg voor de Bevrijder.’ ‘Het gaat niet om macht. Het gaat niet om mij.’ Het gaat God niet om invloed. Zijn koninkrijk is niet van deze wereld. Als al onze kleinkinderen van het geloof afvallen en geen opperwezen meer kennen, zal God niet schrikken. Het gaat hem niet om populariteit. God woont in de barmhartigheid. Hij gaat gebukt onder onrecht. Hij is als het lam dat met Pasen wordt geslacht. ‘Daar gaat het lam van God’, zegt Johannes, ik ben nog niet goed genoeg zijn knecht te zijn.
Hoe vertel je aan je kleinkind wat Jezus bedoelde? Misschien zo: Jij kunt pas echt gelukkig zijn, als alle mensen gelukkig zijn. Dat ideaal is het koninkrijk van God.
 
OP WEG
Lieve kinderen. ‘Kom nou, Maria, we moeten gaan!’ Jozef stond buiten al te wachten. Ze hadden een lange reis voor de boeg. Ze moesten helemaal naar Bethlehem. Daar kwam Jozef vandaan. Er lag nog een wei bij het huis van zijn vader. De Romeinen wilden dat ze daar belasting over betaalden. Anders raakte de familie het land kwijt. Dus gingen ze op weg. 120 kilometer, ongeveer vier dagen lopen. Jozef had een ezeltje klaar staan. Dan kon Maria zitten. Maria verwachtte een kindje. ‘Zou het lukken?’, vroeg Jozef bezorgd. Maria zei niets. Ze glimlachte. Ze ging liever mee op reis dan dat ze alleen thuis bleef. Het ezeltje voelde wel dat Maria een kindje kreeg. Het zou extra voorzichtig lopen. Dan reisden ze maar een dag langer. ‘Heb je alles?’ Maria knikte. Ze hadden niet veel nodig. ‘Alles wat we nodig hebben dat vinden we wel onderweg.’ Er was altijd wel ergens water en er groeide altijd wel ergens vijgen. En overal woonden vriendelijke mensen. Jozef moest er om lachen: ‘Jij maakt je ook nergens druk over!’ Maria lachte terug. ‘We krijgen een kindje!’, riep ze blij, ‘dat is het enige dat telt.’
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag146
gister95
deze maand3874
totaal823634