De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2014 - kerstmis © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
EEN BETERE WERELD
BEGINT MET EEN DROOM
 
 
 
 
HET GEBEURT NU
‘Kerstmis is eigenlijk flauwekul’, zei Roy terwijl hij brutaal om zich heen keek. ‘Jezus heeft helemaal niet bestaan!’ Hij keek of het ook indruk maakte op de rest van de klas. De kinderen waren een stalletje aan het maken. En om er nog wat extra gezag aan te geven voegde hij eraan toe: ‘Dat heeft pappa gezegd!’
Roy had niets van Kerstmis begrepen. En zijn vader evenmin. Het feest hier in de kerk is namelijk geen geschiedenisles. We vieren niet iets dat voorbij is, iets dat heel lang geleden gebeurd is..., of niet gebeurd is! Waarom zouden we ook? We vieren een geheim dat nú geschiedt, dat híer een feit wordt. God wordt mens. Gods liefde wil handen en voeten krijgen, en ogen en oren. Hij wil in ons hart, en in deze wereld zijn. Hij verschijnt in de geschiedenis. Daarom moeten wij het evangelie lezen als een verhaal dat óns overkomt.
 
FRONTLIJN
Er is op aarde veel veranderd de laatste jaren. Uit mijn kindertijd herinner ik me nog de dag, dat mijn vader met de krant de kamer binnenkwam en geschrokken uitriep: ‘Stalin is dood!’ Ik heb nog gevraagd of Stalin een goeie of een slechte was. Mijn vader kende hem als dictator maar ook als bevrijder. Een nucleaire oorlog dreigde. Ook zie ik nog die kleine kale man voor me, waarvoor mijn vader zo zenuwachtig was geweest: de inspecteur! Ik stond achter de schuifdeur te luisteren. Hij had het almaar over wat hij noemde ‘het gele gevaar’. ‘Of wij wel wisten dat bij elke zucht vijf Chinezen werden geboren?’ We durfden bijna geen adem meer te halen. Er liep over de wereld een levensgevaarlijke frontlijn.
De gevechtslinies zijn veranderd. Nu doemt er een nieuwe vijand op: de Islam. Haat en angst nestelen zich in de harten van de mensen. De verhoudingen zijn verziekt. Marokkanen zijn niet langer stille, eenzame mannen in gezellenhuizen, die in de mijn wat kwamen bijverdienen. We zien in hen extremisten die barbaarse regimes willen vestigen. Kerken worden in brand gestoken. Miljoenen inwoners bruut verjaagd. Over en weer maakt men van elkaar een karikatuur. In de politiek wordt haat gezaaid. De angst wordt geëxploiteerd. De wereld dreigt op een confrontatie af te stevenen.
 
HET KWAAD EN HET KIND
Vanuit die wereld bezoeken we vanavond deze kerk om het kerstverhaal te horen. Opnieuw worden de woorden van Lukas actueel: ‘In die dagen, toen een zekere Augustus ons tiranniseerde.., in die dagen van openbare onthoofdingen en zelfmoordaanslagen, van bombardementen en robotkillers, van schaamteloze martelingen en wereldomvattende afluisterpraktijken..., in die dagen werd een kind geboren.
Het pasgeboren kind staat tegenover corrupte machten. We komen van achter de televisie vandaan met beelden van rokende, kapot gebombardeerde woonwijken en kampen waar kinderen opgroeien tot gemotiveerde extremisten. En hier horen we het verhaal van een kindje in het stro.
Laat het eens op u inwerken. Het kind tegenover het kwaad. Tegenover de dreiging staat hier niet het verhaal van een flitsmacht, niet van vreemdelingenhaat, niet van onverschilligheid jegens verdrinkende bootvluchtelingen, niet de boodschap van ‘haat tegenover haat’, van ‘oog om oog en tand om tand’..., want die drijven ons met zekerheid naar de oorlog toe. Dat gevecht zal ons even slecht maken als het kwaad dat we bestrijden. De oorlog tegen de extremisten heeft ons al tot folteraars gemaakt.
Vannacht staat tegenover de dreiging van de keizer: een kind. Het kind ontwapent. De liefde bestrijdt de haat effectief. Niet de angst en de boosheid moeten sterk worden, maar de hoop, het verlangen. Het kind voedt de hunkering naar het licht en naar vrede. En dat verlangen is de redding voor de wereld. Voedt dus niet de vechtlust en de vrees. Voedt de hoop op het licht! Dat is de boodschap van de engel.
 
HERDERSTRUCJE
Lieve kinderen. Daniël had het koud. Hij was moe. De hele dag was hij met de schapen onderweg geweest. Schapen denken niet aan de weg. Ze lopen naar alle kanten, op zoek naar een sprietje groen. De hele dag liep hij te tellen en ook dat was moeilijk want ze liepen steeds door elkaar. ‘We moeten opschieten’, zei de oude Ezechiël, het is donker voordat je het weet, en dan moeten we in de schuur zijn. Daniël schrok. Stel je voor! Hij zou in het donker de schapen nooit meer bij elkaar krijgen. Vlug rende hij naar het achterste dier en begon met armen en benen te zwaaien en heel had te roepen: ‘Brrrr! Brrrrr! Vooruit! Boe!’ Het arme schaap schrok. Het maakte een sprongetje op vier poten tegelijk; het was een kwartslag gedraaid, en rende toen bergaf de verkeerde kant uit. Daniël er achter aan. ‘Dom schaap, Brrrrr! Terug jij!’ ‘Dat doe je helemaal verkeerd’, zei de oude Ezechiël. ‘Als je de schapen boos en bang maakt dan wordt het nog erger. Ze rennen weg, allemaal door elkaar.’ ‘Wat moet ik dan doen?’ ‘Ik leer je een herderstrucje’, zei Ezechiël. Dit schaap heeft het liefste gras. Ezechiël rukte een bosje uit de grond. Hij hield het voor de neus van het schaap en liep toen rustig achteruit. Het schaap kwam hem achterna. ‘Je moet ze niet bang maken maar lokken met iets lekkers!’ Daniël dacht even na en zei toen: ‘Enne?’ ‘Wat enne?’ ‘En waarmee lok je mij dan?’ Ezechiël lachte. ‘Dan ben je op tijd thuis en dan krijg je een fijne, lange avond om uit te rusten.’ Na ruim een uur kwam de stal in zicht. Net op tijd. Er brandde licht en er huilde een kindje. Dus een rustige avond is het toch niet geworden. Uit pure gewoonte plukte Daniël weer een plukje gras en hield dat het kindje voor de mond. Maar dat heeft Lukas helaas weggelaten in zijn evangelie!
 
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag46
gister176
deze maand3950
totaal823710