De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2015 - 2de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
ROEPEN EN GEROEPEN WORDEN
 
 
 
 
 
NIEUWE LEERLINGEN
In de parochie was een avond georganiseerd over het geloof. Tegen kwart voor acht arriveerden enkele bezoekers. Gelukkig, we zaten er dus niet voor niks. Ze kregen een hartelijk onthaal. Zouden er meer mensen komen? ‘Het regent hard buiten, en ‘t is al zo vroeg donker’, trooste iemand zich. Er kwamen nog twee parochianen. ‘Om half negen begint de voetbalwedstrijd’, merkte een ander op. Om acht uur waren er veertien personen aanwezig en het werd een boeiende avond, want veertien mensen brengen veel leven mee, vol hoop, angst en liefde. Aan het eind was er koffie over... Mij is van toen déze opmerking bijgebleven: ‘Jezus is ook maar met twaalf man begonnen!’ Iemand voegde daar snel aan toe: ‘Maar die waren wel een stuk jonger!’
 
NIEUWE LEERLINGEN (2)
We kennen de verhalen van Jezus, die aan het meer vissers uitnodigt om leerling te worden. We kennen zelfs hun namen. We weten dat Petrus de belangrijkste zou worden. Maar vandaag lazen we de versie van de evangelist Johannes. Johannes is altijd een beetje apart. Hij schrijft tientallen jaren na de andere drie. Je hoort bij hem de taal doorklinken van de Griekse geleerden. En je kunt ook - als je goed luistert - iets vernemen over de situatie van de jonge kerk. Dat is vandaag het geval. Bij Johannes is het immers niet Jezus zelf, die actief aan de slag gaat om leerlingen te werven; die vissers wegroept van hun netten. Hier doet Jezus bijna niets. Het is Jan de Doper die een van zijn eigen leerlingen, een zekere Andreas, naar Jezus stuurt. ‘Daar gaat het lam van God!’ Andreas en een vriend van hem gaan er op af. Ze willen nader kennis maken met die Jezus. Er staat: ze willen zien waar hij woont. Als ze bij hem thuis geweest zijn, is hun vertrouwen zo groot dat ze hem volgen. Ze halen er anderen bij, een broer, Simon Petrus, en een vriend.
Waarom zijn bij Johannes de leerlingen actief bij het werven van volgelingen, terwijl in de oudere evangeliesJezus daar zelf mee bezig is? Het antwoord ligt nogal voor de hand. Johannes schrijft voor een kerk, die wel de gedachtenis viert van Jezus, maar er is niemand meer die Jezus nog heeft meegemaakt. De gelovigen zijn zich ervan bewust dat zij er zelf voor moeten zorgen dat de groep zich uitbreidt. Hun wordt gevraagd om familie en vrienden mee te nemen en kennis te laten maken met de kerk. Johannes past dus het verhaal aan, aan de situatie van zijn gemeente.
 
NIEUWE LEERLINGEN (3)
Die situatie is ook de onze. Ook van ons wordt verwacht dat we het geloof doorgeven; dat we anderen meebrengen. Nu zou je kunnen zeggen, dat juist dít de afgelopen halve eeuw mis is gegaan. Het doorgeven van het geloof aan familie en vrienden is in west-Europa mislukt. In de vijftiger en zestiger jaren leidde geloofsoverdracht tot heftige spanningen in de gezinnen. Men bedacht er zelfs een term voor: ‘generatiekloof’. Daarna verdween het onderwerp levensbeschouwing uit de gesprekken en geleidelijk uit het hele openbare leven. Ouders durven niet meer hardop over dopen te praten waar de kinderen bij zijn; ze tonen daar zelfs geen belangstellende voor. Kinderen durven hun ouders niet te vragen naar hun hoop en hoe ze aan het eind van hun bestaan bij God denken te zijn.
Hoe is dat nu gekomen, dat het geloof zo een beladen onderwerp is geworden? Het geloof is in wezen toch iets fijns, een blij bericht, een verhaal vol verwachting, een pleidooi voor barmhartigheid. Als ik dat zo zeg dan hoor ik ook al het probleem. In de vijftiger jaren was het geloof vooral het verhaal van de angst geworden; vrees voor Gods oordeel; de bedompte sfeer van de donkere biechtstoel, de depressieve benadering van  seksualiteit; het opgeheven vingertje naar echtparen die gingen scheiden en mannen of vrouwen die wilden samenwonen. Het geloof was voor de gewone man geen blij, hoopvol getuigenis van Gods liefde, maar het was een machtswoord, een streng vermaan, een gefrustreerde ethiek. Daarvan wilde men zich bevrijden. Geen ouder kreeg de sombere en strenge traditie meer kwijt aan zijn studerende tieners.
 
TOEKOMST
Ik vermoed dat dit ook precies is, wat paus Franciscus beoogt. ‘Keer terug tot de kern, tot die eenvoudige boodschap van liefde die Jezus had. En laat die zien.’ Het mag wat kosten. Bootvluchtelingen laat je niet verdrinken. Belijd je geloof in daden. Dan hoef je ook niet te schrikken als de jeugd van vandaag er even geen boodschap aan heeft. Zo gaat dat in de geschiedenis. De stem van Jezus, van de naastenliefde en de vergevingsgezindheid, van hart voor wie verloren dreigt te gaan, die stem zal weer door alle rumoer wel weer worden gehoord. De tijd komt wel dat kinderen en kleinkinderen zich nieuwsgierig afvragen waar opa ten diepste voor leefde. Eerst moet die ballast eraf.
 
'LEUK'
Lieve kinderen. Achter in de kerk stond oma met Boyke. Hij mocht twee kaarsen opsteken. Toen ze brandden haalde Boyke zijn mobieltje te voorschijn. ‘Ik maak er een selfie van’, zei hij, terwijl hij twee passen achteruit zette. ‘Ga jij er ook maar op’, hij wenkte oma een beetje naar het midden. Oma stak haar vingers voorzichtig in de haren en tilde ze wat op; dat deed ze altijd voor een foto. Ze protesteerde: ‘Een selfie is een foto van jezelf, niet van mij!’ Maar daar was Boyke duidelijk over: ‘Ik vind een selfie van jou mooier.’ Toen maakte hij een prachtige foto van oma naast de kaarsjes en met Maria op de achtergrond. Een minuut later stond die op facebook. Eronder stond: ‘Met oma mag ik altijd mee naar de kerk. Daar mag ik een wens doen.’ Liefst 36 mensen vonden dat leuk!
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag110
gister172
deze maand3214
totaal822974