De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2015 - 5de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
GELOOF IN OPSPRAAK
 
 
 
 
EERVAARDE?
Als iemand ‘Eerwaarde’ tegen me zegt, dan bedoelt hij dat meestal ‘n beetje spottend. Geloof en kerk staan niet meer zo in aanzien. De politieke ontwikkelingen in het Nabije Oosten hebben de godsdiensten in de hoek van fanatisme en geweld gezet. Eerder al, in het debat tussen geloof en wetenschap, was de religie afgetekend als een soort achterhaalde kennis over de natuur. In elk geval is de gelovige behoorlijk in de verdediging gedrukt.
 
DE PLUSLUNTEN
Toch zal er, volgens mij, in de toekomst meer openheid komen voor het christendom. Mensen zullen weer inzien dat atheïstische ideologieën veel gewelddadiger waren dan bewegingen die zich met een kerkelijke vlag sierden. Hitler, Mao en Stalin maakten heel wat meer slachtoffers dan de Inquisitie en de kruistochten. Men zal inzien dat niet enkele fanatici het wezen van een beweging laten zien, maar wel de miljoenen vreedzame gelovigen. Ook zal duidelijk worden dat Godsdienst geen primitieve wetenschap is maar een cultuur die met liederen, verhalen en rituelen de zin van het leven onderzoekt en uitspreekt. Geloven is een cultuur! De Europese maatschappij was zo door en door christelijk, dat het eigene van het geloof niet meer opviel. Dat wezen is geen geweld, geen onbarmhartigheid en geen heerszucht. Integendeel. Onze welvaart hebben we te danken aan de landbouwmethodes van generaties monniken; aan de leergierigheid van klerken; aan de gastvrijheid jegens vreemdelingen en aan het belang dat zusters en broeders hechtten aan onderwijs en gezondheidszorg. Velen riskeerden hun leven om medemensen met een besmettelijke zieke te verplegen. De motivatie daartoe hadden ze van Jezus.
Marcus vertelt het verhaal van een genezer, Jezus uit Nazareth. Deze maakte indruk met zijn aandacht voor zieken. Hij had geen gezondheidsprogramma, maar een visie op een wereld naar Gods hart. Hij toonde de realiteit aan van dat Godsrijk door zieken de handen op te leggen. Eerst is het de schoonmoeder van Petrus, maar al spoedig verdringen de zieken van de stad zich voor zijn deur. Jezus trekt dan naar de andere dorpen. Die moeten ook horen dat de wereld van God binnen handbereik is.
 
GENEZEN EN HELEN
Een moderne mens kan sceptisch staat tegenover de genezingsverhalen. We hebben gelezen over duiveluitdrijvers die vooral zelf rijk wilden worden, die trucjes opvoerden met ingehuurde toneelspelers. We hebben gelezen over de suggestieve werking van het menselijk lichaam. Veel kwalen zijn te genezen door een ‘placebo’, door een geneesmiddel waar geen moeilijke stoffen in zitten, maar waar de patiënt zijn geloof aan schenkt. Ook zullen de eerste christenen de neiging hebben gehad om te overdrijven; eerst is er een verhaal over één uitgedreven geest, dan over twee en vervolgens over heel veel. Daarbij komt dat men vroeger niet zoveel verstand van ziektes had. Het verschil tussen vormen van eczeem en lepra was niet duidelijk en dat tussen hysterie en een herseninfarct evenmin. Tientallen vraagtekens kun je bij de verhalen zetten. Maar al die vragen gaan aan het wezen voorbij. Ze houden zich immers bezig met de botsing tussen het wereldbeeld uit het jaar 1 en dat uit het jaar 2000. Het gaat er nu om, dat Jezus met hart en ziel de zieken is toegedaan, naar hen toegaat en hun vertrouwen wekt in een wereld die draait naar Gods bedoeling. Als wij met operaties en chemokuren aan de gang gaan, met antibiotica en fysiotherapie, dan is dat in wezen hetzelfde verhaal: we keren ons tot zieken en trekken ons hun lot aan. Ook als de kwaal besmettelijk is; ook als er geen medicijn voorhanden is. In talloze ordes en congregaties hebben mannen en vrouwen hun leven gewijd aan het stichten van gasthuizen, leprakolonies en ziekenhuizen.
Dus als er een discussie is over het geloof, of dat een waarde is of een gevaar, laten we dan naar voren brengen dat de zorg om zieken uit het evangelie komt. Dat het geven van goed onderwijs in Europa  vanzelfsprekend is geworden door veel generaties kloosterlingen; dat landbouwmethodes door de Benedictijnen zijn ontwikkeld en dat door alle eeuwen de stem van de geweldloosheid en voor de rechten van vreemdelingen van de kansel is verkondigd, ook in de meest gewelddadige periodes in de Middeleeuwen. Laten we maar doen waar het evangelie van Marcus ons toe inspireert: lief zijn voor de zieken!
 
KOPJE-KOFFIE
Lieve kinderen. ‘Kopjekoffie’, zo heette het hondje van Lisa. Niet dat hij graag koffie had. Lisa ook niet, maar ze wilde een originele naam; een, die nog geen hond ter wereld had. Zo was ze op ‘Kopje koffie’ gekomen. Kopjekoffie was intussen heel oud. Al bijna 15 jaar. Hij liep heel langzaam. Soms bleef hij minutenlang staan onderweg en dan staarde hij naar een lege plek in het zand. Lisa had medelijden. Ze was al twee keer bij de dokter geweest, maar de pillen hielpen niet. ‘Kunnen we hem niet laten inslapen?’, had pappa aan de dokter gevraagd. Lisa schrok. ‘Inslapen?’ Tranen sprongen in haar ogen. ‘Doodmaken bedoel je!’ De dokter had iets met pappa gefluisterd. Lisa was bedroefd. Zachtjes was ze blijven huilen, de hele rit naar huis. Ze was op de trap gaan zitten. Mamma ging naast Lisa zitten. Ze aaide over haar hoofd. ‘Wat een verdriet. We willen Kopjekoffie alleen maar helpen’, zei ze. Hij heeft pijn, en daarom dacht pappa dat een spuitje het beste is. Kopjekoffie is al oud; hij kan toch niet met zoveel pijn rondlopen....’ Lisa haalde diep adem, veegde met haar pols de tranen weg en keek mamma met grote ogen aan. ‘...Als ik dan pijn heb? Laat je me dan ook inslapen?’ Daar waren de tranen weer! Mamma drukte haar tegen zich aan. ‘Natuurlijk niet!’
 
 
 
 
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag17
gister176
deze maand3921
totaal823681