De genoemde datums laten het moment van publicatie zien,
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2015 - 3de zondag in de 40dagentijd © Harrie Brouwers, Voerendaal
ALS GOD NIET THUIS GEEFT....
GOD DOOD
Ze lag op sterven. Een kleindochter, die ook in de kamer zat, had moeite met de situatie. Ze dook in haar iPad. ‘Ik ben altijd heel gelovig geweest’, stelde de vrouw rustig vast. ‘Zo ben ik opgevoed.’ Ze voegde daar vlug aan toe: ‘Ik heb er nooit spijt van gehad. God gaf me een goed gevoel over het leven. Ik kon Hem kracht vragen.’ Herinneringen kwamen boven drijven. ‘Toen mijn dochter plotseling was verdwenen... negentien was ze. Ze was met een vriendje zonder afscheid naar Nieuw-Zeeland vertrokken.’ De vrouw slikte een brok weg. ‘God gaf me niet altijd wat ik vroeg, maar het was fijn dat Hij er was.’ ‘Toen ik bijna zestig was’, haar stem klonk iets hoger van opkomende emoties, ‘toen was ik bij een van de kleinkinderen in het ziekenhuis. Evie had kanker. Op haar kamer lag een meisje dat intussen haar vriendinnetjes was geworden. U kent dat wel. Grote ogen, wit gezicht, hoofddoek om. Toen ik er nog eens kwam, kende ik haar niet terug, maar ze zwaaide en liet me de kralen zien die ze gekregen had.’ Ze pauseerde even om op adem te komen. ‘Vertel het maar rustig, ik heb de tijd’, zei ik. Ze kneep de wenkbrauwen samen en vervolgde: ‘Ik ben toen naar een soort kapel gegaan. Ze noemde het Stiltecentrum. Wat heb je aan stilte, dacht ik nog. Schreeuwen wilde ik. Ik dacht: dit is zeker de wachtkamer van God. Kan nog even duren voor Hij komt. Het leek allemaal zo zinloos wat hier gebeurde. Ja, petje af voor de dokters en de verpleegsters, en de ouders vooral... Maar dat een kind zo ziek kan zijn... Dan lijkt de wereld toch eerder bestuurd door blind toeval..., of een duivel.’ Kortom: ze was God kwijt geraakt.
LEGE TEMPEL
Jezus bezoekt de tempel. Hier werd met offers het akkoord tussen God en mens in stand gehouden. Voor de offers waren dieren nodig. Schapen en lammeren vooral, maar ook runderen en duiven. Die werden verkocht op het buitenste tempelplein, in de open lucht dus. Bij de mensen die daar een lam kochten, waren ook vaders en moeders van hopeloos zieke kinderen, van gesneuvelde zonen en mishandelde dochters... Ze brachten hun offergave naar de priesters om er God gunstig mee te stemmen. Hier werd gehandeld tussen kerkgangers en vee-verkopers, maar ook tussen gelovigen en God.
Ons eerste idee van God is een kinderlijke voorstelling: God staat garant voor ons welzijn. Ik kan Hem alle ongemakken van het leven voorleggen. Dat geloof spat uiteen, als je eens echt met het kwaad wordt geconfronteerd. De God die bestaat, het ware mysterie achter alles, is geen speeltje; het is geen instrument in onze handen. Daarom pakt Jezus de zweep en ranselt de onderhandelaars de tempel uit. Met God moet je geen deal sluiten. Hem moet je vertrouwen. Je moet je aan Zijn genade overgeven.
Van de middeleeuwse mysticus - hij doceerde in Parijs toen hier de kerktoren werd gebouwd - , meister Eckhard, is een preek over dit evangelie bewaard. ‘Waarom ranselde Jezus die kooplieden uit de tempel?’, vroeg hij zijn toehoorders en hij deed een suggestie: ‘Het lijkt wel alsof Jezus de tempel voor zich alleen wilde hebben!’ Het lijkt wel alsof het geheim van God stilte en leegte zoekt. Een kleine witte wachtkamer. Kunstzinnige voorwerpen zijn er niet nodig. Als in je ziel is het er: leeg en donker.
Ons eerste idee van God is een kinderlijke voorstelling: God staat garant voor ons welzijn. Ik kan Hem alle ongemakken van het leven voorleggen. Dat geloof spat uiteen, als je eens echt met het kwaad wordt geconfronteerd. De God die bestaat, het ware mysterie achter alles, is geen speeltje; het is geen instrument in onze handen. Daarom pakt Jezus de zweep en ranselt de onderhandelaars de tempel uit. Met God moet je geen deal sluiten. Hem moet je vertrouwen. Je moet je aan Zijn genade overgeven.
Van de middeleeuwse mysticus - hij doceerde in Parijs toen hier de kerktoren werd gebouwd - , meister Eckhard, is een preek over dit evangelie bewaard. ‘Waarom ranselde Jezus die kooplieden uit de tempel?’, vroeg hij zijn toehoorders en hij deed een suggestie: ‘Het lijkt wel alsof Jezus de tempel voor zich alleen wilde hebben!’ Het lijkt wel alsof het geheim van God stilte en leegte zoekt. Een kleine witte wachtkamer. Kunstzinnige voorwerpen zijn er niet nodig. Als in je ziel is het er: leeg en donker.
GEDULD MET GOD
Waarom treft mij het kwaad? ‘De ziekte komt in Nederland nog geen twintig keer voor’, had de dokter gezegd. ‘Eerst vond ik dat wel bijzonder maar later dacht ik: ja, maar waarom ik dan? Hij heeft me uitgelegd dat het door de genen kwam en zo. Maar niet: waarom het er was!’ Waarom ik? De mystici spreken over de nacht van Gods aanwezigheid. Ze hebben eerst de wanhoop en verlorenheid ervaren, voordat ze tot overgave kwamen en zich geborgen voelden in de Eeuwige. ‘Waarom hebt Ge mij verlaten’, riep Jezus uit. De tempel was leeg. Ook aan zijn eigen lijf ervoer hij geen God-de-Vader meer.
Ons geloof zal niet volwassen worden als we niet door die nacht van Gods afwezigheid zijn gegaan. De kleine Theresia van Lisieux kreeg tuberculose. Ze was nog geen vijfentwintig. Zij die de eenvoudige liefde van God had uitgestraald werd ineens somber en neerslachtig. Ze verloor haar geloof in God. En toen besefte ze ineens dat dit ongeloof haar verbond met alle atheïsten op de wereld. In een tijd dat atheïsten alleen als zondaars en dommeriken werden gezien, voelde zij zich solidair met hen. De ervaring van Gods afwezigheid moest ze serieus nemen. Ze moest er doorheen. De tempel moet leeg worden. Dan kan God komen. Niet als ons eigen ontwerp maar als pure genade, als liefde. Soms kun je op God alleen geduldig wachten. (Tomáš Halík)
Waarom treft mij het kwaad? ‘De ziekte komt in Nederland nog geen twintig keer voor’, had de dokter gezegd. ‘Eerst vond ik dat wel bijzonder maar later dacht ik: ja, maar waarom ik dan? Hij heeft me uitgelegd dat het door de genen kwam en zo. Maar niet: waarom het er was!’ Waarom ik? De mystici spreken over de nacht van Gods aanwezigheid. Ze hebben eerst de wanhoop en verlorenheid ervaren, voordat ze tot overgave kwamen en zich geborgen voelden in de Eeuwige. ‘Waarom hebt Ge mij verlaten’, riep Jezus uit. De tempel was leeg. Ook aan zijn eigen lijf ervoer hij geen God-de-Vader meer.
Ons geloof zal niet volwassen worden als we niet door die nacht van Gods afwezigheid zijn gegaan. De kleine Theresia van Lisieux kreeg tuberculose. Ze was nog geen vijfentwintig. Zij die de eenvoudige liefde van God had uitgestraald werd ineens somber en neerslachtig. Ze verloor haar geloof in God. En toen besefte ze ineens dat dit ongeloof haar verbond met alle atheïsten op de wereld. In een tijd dat atheïsten alleen als zondaars en dommeriken werden gezien, voelde zij zich solidair met hen. De ervaring van Gods afwezigheid moest ze serieus nemen. Ze moest er doorheen. De tempel moet leeg worden. Dan kan God komen. Niet als ons eigen ontwerp maar als pure genade, als liefde. Soms kun je op God alleen geduldig wachten. (Tomáš Halík)
VOL
Lieve kinderen.Weten jullie wat het probleem was van de poes? Grandiosa was veel te vol van zichzelf. Gek hè? Zo heette ze. Grandiosa! De hele dag zat ze te spinnen op een kostbaar zijden kussen in de kamer. ‘Mijn vacht is te teer voor dat goedkope spul’, dacht ze. En ze at alleen maar verse zalm. ‘Ik ben geboren met een prinsessenmaag’, zei ze tegen de andere poezen. De muizen liet ze rustig op tafel dansen. ‘Ik ben geen ongedierte verdelgster’, zei ze terwijl ze de neus ophaalde voor de jonge katjes die achter mussen en muizen aanholden. Op ‘n avond kwam haar baasje thuis, maakte verse zalm gereed, klopte het dure kussen op en joeg de muizen van tafel. Hij wilde Grandiosa aaien en vertellen hoelang hij in de file had gestaan, maar Grandiosa dacht: ‘In dat gezeur heb ik nu geen zin’ en ze glipte door een kier de deur uit. ‘Nu is het genoeg!’, riep het baasje. ‘Jij bent alleen maar vol van jezelf .’ En hij bracht haar naar het asiel.
Lieve kinderen.Weten jullie wat het probleem was van de poes? Grandiosa was veel te vol van zichzelf. Gek hè? Zo heette ze. Grandiosa! De hele dag zat ze te spinnen op een kostbaar zijden kussen in de kamer. ‘Mijn vacht is te teer voor dat goedkope spul’, dacht ze. En ze at alleen maar verse zalm. ‘Ik ben geboren met een prinsessenmaag’, zei ze tegen de andere poezen. De muizen liet ze rustig op tafel dansen. ‘Ik ben geen ongedierte verdelgster’, zei ze terwijl ze de neus ophaalde voor de jonge katjes die achter mussen en muizen aanholden. Op ‘n avond kwam haar baasje thuis, maakte verse zalm gereed, klopte het dure kussen op en joeg de muizen van tafel. Hij wilde Grandiosa aaien en vertellen hoelang hij in de file had gestaan, maar Grandiosa dacht: ‘In dat gezeur heb ik nu geen zin’ en ze glipte door een kier de deur uit. ‘Nu is het genoeg!’, riep het baasje. ‘Jij bent alleen maar vol van jezelf .’ En hij bracht haar naar het asiel.