De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ACHTENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET A--JAAR 2008
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2008


 




GRATIS MAAR NIET VOOR NIETS

 

 

SMOESJES

We hebben het allemaal die teleurstelling wel eens meegemaakt. Je nodigt iemand uit; ‘Ga je mee uiteten, ik word vijftig jaar?’ De ander kijkt in zijn agenda en zegt: ‘Ach wat jammer, dan kan ik niet!’ Liet hij het nu maar daarbij, dan zou je ermee kunnen leven, maar de ander is in verlegenheid gebracht en gaat zich excuseren. ‘Ze komen die dag aan de garagedeur werken!’ Of: ‘Ik heb mijn vrouw beloofd naar Utrecht te gaan op onze laatste dag vrij reizen.’ Met deze gegevens gaat de jarige een afweging maken. ‘Ik word maar één keer vijftig: zou die garage niet een dag kunnen wachten? En kun je dat vrij reizen niet een keer laten schieten? Je krijgt bij mij toch vrij eten!

AFWIJZING

Als iemand een uitnodiging afslaat dan wijst hij jou af. Zo voelt dat.
‘Och, ben je nu al uit het ziekenhuis? Sorry, maar ik had zoveel aan mijn hoofd, de harde schijf was gecrasht en je wilt niet weten hoeveel uren me dat gekost heeft!’ De ander weegt zijn slapeloze nachten, zijn eenzaamheid en zijn doodsangst af tegen de gecrashte computer. Of dat vriendschap is?

DYNASATIE

Een prins gaat trouwen. De koning pakt flink uit. Zijn zoon zal voor het eerst in het openbaar optreden. Zijn gezag moet gevestigd worden. Zijn huwelijk is een belangrijke stap voor het voortbestaan van de dynastie. De koning heeft niet op een paar miljoen gekeken. Het feest is ook een mooie gelegenheid om alle vrienden en familieleden bij elkaar te brengen. Hij bestelt een orkest, laat personeel aanrukken en de beste wijnen invoeren. Kalveren worden geslacht. De invitaties worden verzonden. Dan krijgt hij een ontstellend bericht. Zijn boden zijn vermoord! De genodigden knagen aan de poten van de koningstroon. Ze bereiden zich voor om het gezag van de koningszoon niet te erkennen. Ze tarten zelfs de oude koning. Het koninkrijk wankelt. ‘Wat doet de heerser dan?’, vraagt Jezus zich hardop af. De toehoorders begrijpen het wel. De koning zal nu zijn leger sturen en wraak nemen!

JERUZALEM

Zou het kwartje nu gevallen zijn bij de lezers van Matteüs? De legers die de stad vernietigen, de troepen die de huizen in band steken, zij roepen het beeld op van Jeruzalem dat door de Romeinen onder de voet gelopen is. De smeulende resten van de brandende tempel liggen nog vers in het geheugen. Is dat boosheid van God geweest? Was dat Zijn toorn omdat er niet naar de profeten werd geluisterd? Wat kan de koning nu doen? Als de genodigden niet komen, dan laat hij de mensen halen van straten en pleinen. Het paleis is open voor Jan en alleman.

VOOR IEDEREEN

Jezus vertelt dit verhaal om duidelijk te maken dat Gods Rijk er ook is voor tollenaars en melaatsen, vrouwen en zondaars. Matteüs vertelt het verhaal om te laten zien dat het koninkrijk er ook is voor niet-joden, Hellenen en Romeinen.
Het koninkrijk is er voor iedereen, maar dat wil niet zeggen dat er niets van je verwacht wordt! Je moet niet denken dat, als je je hebt laten dopen, dat je er dan verder op los kunt leven. Daarom haakt Matteüs er nog een parabel van Jezus achteraan. Degene die zich niet gedragen worden uit de feestzaal verwijderd.

Iedereen is op het feest van God uitgenodigd. Iedereen mag delen in Zijn gerechtigheid en vrede. Moslems en Joden, atheïsten en streng gereformeerden, roomsen, boeddhisten en mensen die het worst zal wezen. Iedereen, de rijken van de aarde, die niet weten hoe ze een teveel aan voedsel kunnen kwijtraken, die wel twee of drie keer zo oud worden als de rest van de wereld, en de armen, de hongerigen, de werkelozen, de profiteurs. Ook de bedelaars, de verslaafden, de invaliden: ze zijn allemaal uitgenodigd. Maar pas op, er wordt wel iets van je verwacht! Het recht van de armen, de gezondheid van de zieken, de beweeglijkheid van de lamme: die moeten je wel iets waard zijn!


VIER INVITATIES

Lieve kinderen. Celien stond met de handen op de rug. Af en toe draaide ze een rondje op haar hakken. Dan zuchtte ze heel diep. Ze stond er al een tijdje, maar niemand vroeg: ‘Is er iets?’ En dat was toch de bedoeling. Daar kwam Else. Nieuwsgierige Else. Celien zuchtte nog eens extra hard. Else vroeg: ‘Wat mankeert jou?’ ‘Het is verschrikkelijk’, begon Celien en ze zuchtte nog maar eens. ‘Morgen is het woensdag, hè. Nou zit ik met drie uitnodigingen, vier eigenlijk! Ik weet niet wat ik moet doen.’ Else vond het maar een opschepperig verhaal. Ze wilde doorlopen, maar daar was ze te nieuwsgierig voor. Dus vroeg ze: ‘Wat zijn dat dan voor uitnodigingen?’ Eindelijk kon Celien het vertellen. ‘Nou, oma heeft de kleinkinderen uitgenodigd op de pannekoeken. En Joep is jarig. Joep gaat een akelige griezelfilm draaien. Tja, en dan is er jazzballet. Na het repeteren worden de rollen verdeeld voor de volgende voorstelling.’ Celien zuchtte nog maar eens. ‘En die vierde dan, je zei dat er eigenlijk nog een vierde uitnodiging was?’ ‘Nou die was eigenlijk voor mamma. De schoenenwinkel opent een nieuwe zaak en ik mocht mee. Je krijgt ballonnen en limonade. Ik weet niet wat ik moet doen!’ Maar Else was er zo klaar mee. ‘Ik zou naar Joep gaan!’ ‘Ja, maar Joep vind ik eigenlijk niet zo leuk.’ ‘Nou die valt dan af. Ga dan met oma pannenkoeken eten.’ ‘Ja maar daar zijn Uk en Jarno ook en die zijn pas drie.’ ‘Oké, weer een probleem minder. Dat wordt dus jazzballet!’ ‘Ja maar ik heb een zere enkel. Ik wordt toch niet gekozen.’ Nu werd Else een beetje boos. ‘Wat is je probleem nou? Ga toch gewoon naar de schoenenwin-kel!’ ‘Ja, zei Celien, maar mamma gaat niet! Eindelijk had Else het begrepen. Het probleem van Celien was dat ze helemaal geen uitnodiging had.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag119
gister172
deze maand874
totaal825520