De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2015 - palmzondag © Harrie Brouwers, Voerendaal
 
 
 
 
 
 
UITBUNDIG BEGIN
VAN DE STILLE WEEK
 
 
 
ZWAAIEN
De laatste keer dat ik langs de weg stond te zwaaien, was ik nog een kleuter; het zal wel naar koningin Wilhelmina zijn geweest! Ik heb een vage herinnering aan het geritsel van papieren vlaggetjes en zware benen van het lange staan. Zwaaien is best leuk! Ooit was ik op excursie in ‘t Heilig Land. Ik herinner met dat in Jordanië alle mensen, jong en oud, uitbundig stonden te zwaaien naar onze bus. Dat gaf, na alle strenge grenscontroles een enorm welkom gevoel. Het verhaal van palmzondag gaat over zwaaien. Met palmen nog wel. Jezus en de leerlingen naderen Jeruzalem en de evangelist tekent verheugd op dat ze werden toegejuicht. De Hosanna’s accentueren de pijnlijke stilte rondom Jezus in de week die komt.
De stoet is geen optocht, hoewel de koning op zijn ezel carnavalesk aandoet. Het is ook geen processie, hoewel Jezus zelf meeloopt. Het tafereel doet eerder denken aan de finish van de vierdaagse in Nijmegen. Rond Pasen kwamen mensen uit het hele land de bevrijding uit Egypte vieren. De hele dag arriveerden er uitgeputte pelgrims. Daar konden ooms bij zijn, tantes, verre neven en nichten uit Galilea en de kuststreek. Veel inwoners zaten langs de invalswegen en moedigden de pelgrims aan. Bij het naderen van  de finish hielden ze met bedevaartpsalmen de moed er in. Jezus was populair. Men wilde hem als koning.
 
AFTAKELING
Als het evangelie bij deze triomfantelijke intocht een happy end had gevonden, dan hadden wij waarschijnlijk nooit meer over deze Jezus gehoord. Dan was zijn verhaal er een van de vele geweest. Maar er volgde nog een week. Een rampzalige week. Zo’n week die je 'je ergste vijand niet gunt’, en die je het liefst zou willen overslaan.
Die laatste weken of maanden van een leven, ze kunnen zwaar zijn. U hebt het misschien al vaker van nabij meegemaakt. Een mens wordt afhankelijk. Hij verliest zijn vrijheid; hij verliest de regie. Zoals die vrouw die haar hele leven gastvrij anderen had onthaald en bemoedigd; nu zit ze bevend in een stoel en slaat wartaal uit. Niemand heeft tijd voor haar. Ze roept klaaglijk haar zang in een lege gang. Of zoals die gewezen directeur van een bouwonderneming. Altijd hartelijk en geestig geweest. Een beetje dominant. En nu kan hij geen pen meer vasthouden. Hij is onverstaanbaar geworden. Tegen zijn wil zit hij in een vreemd huis. Hij weet niet meer dat hij het zelf ooit gerenoveerd heeft en zijn vrouw heeft schrik om te komen omdat het afscheid nog steeds hartverscheurend is. Voor zijn doodsprentje hadden ze lang naar eeen foto moeten zoeken. ‘We willen pa in herinnering houden zoals hij in zijn goede dagen was’, had de zoon gezegd en hij koos een foto waarop zijn vader op zee aan het vissen was.
 
PERSPECTIEF
Laten we ons vandaag realiseren, dat deze periode ook waardevol kan zijn. Mensen slagen er soms in om daar iets heel dierbaars van te maken. Iemand vertelde: ‘Ik had een goeie vader. Hij deed alles voor me, maar hij hield me ook op afstand. Op zijn ziekbed kreeg hij tranen in de ogen, toe hij me herkende. Hij liet het toe dat ik zijn hoofd optilde. Eindelijk voelde ik een vertrouwensband die ik altijd had gemist.’ Iemand anders herinnerde zich hoe zijn moeder juist in haar afhankelijkheid zachtmoedig was geworden. Voor het eerst had ze verteld hoe zwaar haar jeugd was geweest, hoe hard ze had moeten werken zodat de jongens konden studeren. Nu had ze haar dochter vergeving gevraagd, voor de keren dat ze haar afgewezen had. Zij had die laatste gesprekken voor geen goud willen missen.
 
LICHT
De laatste zware periode is er soms een vol nieuwe mogelijkheden. Er kan een heel nieuw  perspectief op het leven ontstaan. Dit geheim mogen we ook lezen in het paasverhaal. Het eindigt in een wanhoopskreet: ‘God, waarom? Waarom bent u er niet?’ En daarna, daarna is er vrede. Daarna is God er in het licht, ook al valt dat buiten de waarneming. De leerlingen dragen het beeld van Jezus in hun hart. Niet dat afschuwelijke lijden, niet de pijn en de aftakeling. In hun oren klinkt de echo na van de hosanna’s. Daar doen ze het dan maar mee!
 
JUICHTAKKEN
Lieve kinderen. Jakob had dringend geld nodig. Zijn moeder had hem al vroeg naar buiten gestuurd: ‘Zorg dat je wat verdient vandaag. Je zusje is ziek.’ Jakob stak nog vlug een homp brood in zijn mond en ging op pad. Vroeg in de ochtend waren er nog niet zoveel bedelaars langs de weg. En vandaag, in de week voor pasen, wemelde het van toeristen in Jeruzalem. ‘Eens kijken waar de mensen zijn’, dacht Jakob en hij klom in een boom. Jakob was lenig. Als een aap vloog hij omhoog. In de verte zag hij een opstootje. Mannen, vrouwen en kinderen stonden er te roepen en te zingen. Kwam er een beroemdheid langs? Jakob tuurde in de verte. Hij schermde met zijn rechterhand de zon af en ineens roetsjete hij langs de stam omlaag. Met zijn linkerhand kon hij nog net een tak grijpen. Hij hoorde hem scheuren, maar Jakob klemde de stam vast tussen zijn benen. Toen kreeg hij een wereldidee. Hij trok de tak los en plukte nog zes andere takken. Hij liet zich naar beneden zakken en rende naar het opstootje, ‘Takken..’ riep hij zo hard als hij kon. ‘Juichtakken te koop! Wie wil er een juichtak...?’ Nou daar hadden vooral de mensen die een beetje achteraan stonden, wel oren naar. Voor een kopermuntje hadden ze er een. Jakob klom nog 23 keer de boom in en op de terugweg naar huis kocht hij een annanas voor zijn zieke zusje!
 
 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag173
gister95
deze maand3901
totaal823661