De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2016 - 22ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal


 




 


 

RESPECT VOOR JEZELF
ÈN VOOR DE ANDER...!

 


 

WEDSTRIJD OPSCHEPPEN
Opscheppen is een vorm van schelden...! Dat is me jaren geleden duidelijk geworden. Ik werkte nog in Heerlen en bezocht de communieklas van de basisschool. Aan de orde was het verhaal over de Farizeeën die graag demonstreerden, hoe voornaam ze wel niet waren. Het gesprek ging over opscheppen. ‘Zullen we een opschep-wedstrijd houden?’, vroeg ik aan de kinderen. In een wedstrijd hebben ze altijd wel zin. ‘Wie is de grootste opschepper?’ ‘Bart’, riepen onmiddellijk een stuk of tien meisjes. Bart begon rood te glimmen van trots en verlegenheid tegelijk. ‘Kom maar hier Bart. Ga maar op deze stoel staan.’ Ik ging naast hem staan. Onze gezichten op gelijke hoogte. ‘Jij mag beginnen.’ Bart keek me met vuurspuwende ogen aan en zei toen: ‘Ik kan lekker beterder vechten als jou!’ De kinderen proestten het instemmend uit. Zoveel was wel zeker! Nu was ik aan de beurt. ‘Ik spreek beter Nederlands dan jij!’, zei ik een beetje flauw. Hierop keek Bart me van boven tot onder aan, op zoek naar een item. ‘En jij..., en jij met je...’, kwam er uit. Hij bedacht koortsachtig of hij dit wel zeggen kon. Aan de stille beweging van zijn lippen zag ik wat er kwam. ‘En jij met je schele bril!’ Het werd me ineens duidelijk. Opscheppen, elkaar aftroeven, de ander laten merken dat je beter bent, intelligenter, sterker, rijker..., dat is eigenlijk een geraffineerde vorm van ordinair uitschelden.

NIET LAF...
In de bijbel komen we een aantal deugden tegen. Ze zijn de belichaming van fundamentele waarden. Je moet ze niet verwarren met opvoedingsadviezen.
Ik bedoel dit: Als Jezus zegt ‘wanneer iemand je op de linkerwang slaat, keer hem dan je rechter toe’, dan bedoelt hij niet, dat je aan je kinderen moet leren om nooit van zich af te bijten. Daar worden ze niet deugdzaam van, maar laf. Jezus richt zich tot mensen die wel degelijk voor zichzelf kunnen opkomen, misschien wel tegen driftkoppen en lieden met korte lontjes. Tegen hen zegt hij, ‘slik ook eens iets in. Dan verminder je het geweld op aarde.’
En als Jezus de man prijst die bescheiden achteraan heeft staan wachten en met een mindere plaats genoegen neemt, dan gaat hij uit van iemand die wel degelijk assertief is, die zich best onder de notabelen durft te begeven, maar die zich heeft eigen gemaakt om alle mensen met evenveel respect te bejegenen. Hij eist voor zichzelf niet meer ruimte op dan hij aan de anderen kan geven.
Jezus stelt ons dus niet de mensen met minderwaardigheidsgevoelens tot voorbeeld, maar degenen die niet zelfingenomen zijn. Allen die vol zijn van zichzelf, roept hij tot bezinning. Ze hoeven niet bang en onzeker te zijn. Het is niet nodig dat zij zichzelf opblazen met hoge mijters en dure kleren om zich belangrijk en onkwetsbaar te maken.

...MAAR RESPECTVOL
De andere kant van die medaille lazen wij in de eerst lezing: ‘een zachtmoedig mens maakt meer indruk op anderen dan iemand die cadeautjes uitdeelt.’
U zou eens moeten nagaan wie er in uw leven de diepste indruk op u gemaakt heeft...!
Bij mij komt direct tante Maria naar boven. Ze liep voorovergebogen, gekleed in het zwart, tot op de enkels. Ze leefde met drie ongehuwde zussen in een huis. Het waren zussen van mijn opa; dus we moesten hen altijd goeie dag zeggen. Ze waren nogal aanhalig en luidruchtig. Je werd er verlegen van en ongemakkelijk. Maar tante Maria wachtte geduldig tot je kwam. Ik zie haar buiten op een keukenstoel bezig met boontjes doppen. Je hoefde niet veel te zeggen. Ze had een lieve glimlach en je voelde haar waardering. Ze was echt blij als ze je zag. Haar levenshouding ademde een genadige uitnodiging aan de ander uit om er te zijn. Daar had ze geen snedige opmerkingen en geen cadeautjes bij nodig.
We gingen wel eens appels halen op een boerderij. Daar zat op een keukenstoel tegen de witte muur een oude gerimpelde man. Het was een feest om er twee kilo’s appels te halen. Hij kwam vriendelijk naar je toe. Hij lachte blij. Daar zat niets gemaakts bij. Hij was werkelijk verheugd dat hij je zag en hij wisselde enkele woorden waaruit bleek dat hij je voor vol aanzag. Als er appels gehaald moesten worden, werd erom gevochten wie het mocht doen.
U kent ze ook wel, die mensen die in staat zijn om anderen te ontmoeten. Niet om een wedstrijd aan te gaan, niet om indruk te maken, niet om slimmer te zijn en grappiger, maar gewoon, je gelijke, je medeschepsel, het andere kind van de Vader. Als je hen ontmoet lacht het leven je toe. Het nodigt je uit: ‘Vriend kom hoger op!’

OPSCHEPPERS ONDER ELKAAR
Lieve kinderen. Milan slenterde fluitend het schoolplein op. Hij schopte een kielsteentje weg. Hij had goeie zin. Kevin stak een vuist omhoog en riep ‘Huu!’‘ Milan stak zijn kin in de lucht en groette terug. ‘Huu!’ ‘Ik lag vanmorgen pas om half zes in bed’, zei hij terwijl hij met een fors gaap zijn verhaal geloofwaardig probeerde te maken. ‘Een vriendje van pa uit het leger was op bedoek. Die heeft me leren schieten. Ik heb in het bos een zwijntje geschoten!’ Daar had Kevin niet direct van terug. Maar even later vertelde hij: ‘Bij mij was het ook laat. Ik heb nog wat zitten hacken op de computer. Heb ik met mijn broertje ingebroken in de computer van Justin Bieber. Lache! Heleboel foto’s met Sofia binnengehaald! Vet hoor!’ Maar Milan twijfelde. Hij wist hoe opscheppen werkte. Je wilt iets graag doen, maar of je het ook gedaan hebt?! Daarom keek hij Kevin diep in de ogen en zei: Laat jij die foto’s van Sofia maar d’r uit, dan doe ik het zwijntje eraf!’ Kevin en Milan bezegelden hun deal met een high-five. Ze wisten wat ze aan elkaar hadden.

 

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag27
gister193
deze maand4124
totaal823884