De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET A--JAAR 2008
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2008


 




STRELING VAN GOD

 

 

AFGROND
Ik kende haar nog uit een vorige parochie. Ze zat daar elke zondag met twee keurige dochters in de kerk. Nu had ze me laten roepen. Ze lag er in het hospice uitgemergeld bij. Ik had moeite haar te herkennen. Haar hele leven had ze trouw de kerk bezocht. Menige ramp was ze te boven gekomen met kaarsjes voor Onze Lieve Vrouw. Toch was ze geen kwezel geweest. Over haar dochters die hun kinderen niet hadden laten dopen, sprak ze vol respect. Met een flauwe glimlach van pijn en herkenning begroette ze me. Ze stond voor de afgrond van de dood. De laatste maanden had ze in de gapende leegte naar ‘Iets Hogers’ gezocht. Tevergeefs. Met wijd opengesperde ogen vroeg ze ongelovig: ‘Zou God er werkelijk zijn?’ De wanhopige vraag had haar hele leven gesluimerd op de bodem van haar ziel. Nu stak zij de kop op. Is er wel een God? Heeft het leven wel een zin? Of zijn we toevallig ontstaan om te vergaan in een vacuüm van niks?

GODS ZWIJGEN
Deze verschrikkelijke gedachte steekt soms in paniek de kop op. Ze wordt doorgaans weggewuifd en verborgen onder luidruchtig vertier. Zou het kunnen dat dit bestaan geen enkele zin heeft? Dat het leven toevallig ontstaan is uit complexe moleculen. Dat ergens in de schimmel van een achteraf-planeetje wat chemische troep is gaan broeien. Zouden mensen zo ontstaan zijn? Domme eilandjes van bewustzijn die verbijsterd vragen: waarom leven we? Waarom is er een kosmos? Maar het heelal zwijgt. Een blind toeval laat de aarde beven als duizenden kinderen net een half uur in hun wankele schooltjes zitten. Zou er boven de mens niets zijn? Zou hij niemand verantwoording schuldig zijn? Zou hij slechts een onderdeel zijn van een wreed spel van eten of gegeten worden en het recht van de sterkste?
Petrus liep over water, totdat hij zich ineens realiseerde dat hij over het water liep, toen zonk hij: ‘Heer red me!’
In de tweede wereldoorlog werden joden, zigeuners en homofielen systematisch uitgemoord. Wie daarmee wordt geconfronteerd staart in een afgrond van leegte; hij werpt een blik in de hel!

VERSCHRIKKELIJKE LEEGTE
Elia had zo’n verschrikkelijk moment. Hij verdedigde de naam van Jahweh toen allerlei afgoden het koninklijk paleis waren binnengedrongen. Elia had de God van zijn vaderen verdedigd, de God die zijn volk uit de slavernij had gered. Elia komt voor Hem op, te vuur en te zwaard. Op zeker moment worden 450 Baalprofeten onder zijn leiding vermoord. De koningin is furieus. Elia wordt depressief. Hij heeft bloed aan zijn handen. Profetenbloed. Waarom? Bestaat God wel? Een God die mensenbloed op prijs stelt, kan toch geen Vader zijn? Elia moet een verschrikkelijkheid leegte en eenzaamheid hebben ervaren. Hij zoekt de dood en loopt een dagmars de woestijn in. Elia heeft oog in oog met het kille kwaad gestaan. Hij heeft de wanhopige vraag gehoord die op de bodem van zijn ziel te sluimeren lag. Zijn we niet slechts een speling van wat broeierige moleculen, zonder goed en kwaad, bestemd om voor immer ten onder te gaan?

KOSMISCHE STRELING
Ik besef dat ik meer vragen opwerp dan ik ooit kan beantwoorden. Maar dít is het antwoord uit de bijbel: Elia heeft zich teruggetrokken in een grot, in het woeste gebergte, waar zijn voorvaderen God ervaren hadden. Hier zal God zich misschien aan hem openbaren. Verwacht echter geen spektakel! Er komt geen bliksemstraal, geen aardbeving. Er komt niets dat volkeren verstomt en de loop van de geschiedenis verandert. Er komt niets dat kan concurreren met het ontstaan of verdwijnen van dinosauriërs. Geen komeet slaat in. Er komt geen nieuwe relativiteitstheorie. Nee, Elia voelt slechts een zacht suizende bries over zijn huid. En hij knielt. De warme streling van de wind brengt hem terug bij zichzelf. Zijn wanhoop is verdwenen. Er komt rust in zijn hart. Hij verzoent zich met de wereld. Er is toch een Geheim. Hij was even de weg krijt, maar nu weet hij dat er zin is. Een mens is er niet voor niets. Wanhopige gebeurtenissen kunnen verschrikkelijke vragen openscheuren, maar kleine, lieve incidenten kunnen het vertrouwen in God weer herstellen.

EVENWICHT
Lieve kinderen. Van alle toestellen in de speeltuin op de Franse Camping vond Nancy de evenwichtsbalk het mooiste. Ze liep er uren over heen en weer. Er stond een groot Frans bord bij met rode letters en die betekenden - had oom Nico uitgelegd: ‘betreden op eigen risico!’
Het was ook mooi. De loopplank was ruim 3,5 meter lang. Nancy zei: zo lang als de hele huiskamer. Hij was op sommige plekken bijna anderhalve meter boven de grond. Nancy zei: zo hoog als een huis. Het mooiste was dat haar vriendinnetjes er niet overheen durfden te lopen. En zelfs haar broertje Bas durfde het niet. Die zei dat het iets voor meisjes was.
Nancy rende weer opnieuw naar het begin, keek niet naar beneden, maar naar de overkant, en huppelde eroverheen. Heerlijk!
Maar gister was iets vreselijks gebeurd. Oma was op bezoek gekomen. Ze was met opa onderweg naar Parijs. Nancy wilde haar kunsten laten zien, maar oma had gegild en geschreeuwd. ‘Pas op, Nancy! Dadelijk breek je je been. Dalijk val je op die kleuter. Kijk uit, zie je niet hoe diep het is en hoe hard je kunt vallen!’ Nancy keek, en inderdaad, het was ontzettend diep. En er groeide ook brandnetels zag ze nu, en grote keien lagen er ook. En achter de rode Franse tekst zag ze nu drie uitroeptekens staan. En ze wilde over de balk rennen, maar ze durfde niet meer. Soms moet je gewoon niet nadenken!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag115
gister172
deze maand870
totaal825516