De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2016 - Christus Koning © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

 

 

 

 

 

KONINKLIJK STERVEN

 

 

 

 

 

VERZOEND IN DE DOOD

Een dramatische scene: Jezus spreekt, na een uitputtende nacht vol haat en wreedheid, woorden van vergeving en verzoening. Dat heeft diepe indruk gemaakt. Zijn sterven werd het voorbeeld voor heel wat martelaren in de eerste eeuwen van het christendom, althans voor hun biografen! Christenen gingen ernaar streven om hun leven af te sluiten met verzoenende woorden.
Voor Jezus was dat altijd al een ideaal geweest. Hij vertelde er ook dikwijls over. Bijvoorbeeld in het verhaal over twee mensen die onderweg zijn naar de rechtbank. Probeer alsnog, voordat je bij de grote rechter komt, om het op een akkoord te gooien. Probeer elkaar te vergeven, voordat je voor je schepper staat. Jezus propageerde dat niet alleen, hij deed het dus ook zelf.
Ik wil er vandaag even bij stilstaan dat zo’n gebaar van vergeving aan het eind van het leven toch veel moeilijker kan zijn, dan het in zo’n heilig verhaal klinkt. We kennen immers allemaal wel mensen die dit níet gelukt is! En dan bedoel ik goede, lieve, gelovige mensen. We kennen er allemaal wel enkelen die niet in staat waren tot verzoening. Zelfs voor hun dood stuitten ze op een muur van onvermogen. Ze konden geen uitnodigend gebaar maken naar degenen door wie ze zich diep gekwetst voelden. Ik heb wel eens gedacht: misschien is het nog moeilijker om een kind door wie je je verraden voelt te vergeven, of een ouder door wie je je in de steek gelaten voelt, dan je moordenaar!

 

NIET HET SLACHTOFFER

Ooit had een ernstig zieke mij aangesproken over zijn uitvaart. Hij had nog maar enkele maanden te leven. We hadden gepraat over de muziek en zo. Toen kwam aan de orde of er, buiten mij, nog anderen het woord zouden voeren. De man overwoog wie er zich allemaal nog zouden kunnen melden als spreker. Ineens dacht hij aan een vroeger werkgever die hem ooit ontslagen had. Echt iets voor hem om aan het eind een rede te willen houden, om de dode te bejammeren en zijn eigen handen schoon te wassen. Dat moest tegen elke prijs voorkomen worden. Nu hij er zo over nadacht: ook de directie van zijn vroegere bedrijf zou er misschien zijn, op de eerste bank en in het zwart. Ineens stelde hij me de vraag: ‘U kunt de kerk zeker niet gesloten houden voor mijn oude firma?’ Hij begreep het antwoord zelf wel. Nee, de kerk is natuurlijk openbaar. ‘Ik kan voor God niemand tegenhouden. We kunnen eventueel een besloten viering houden’, zei ik, ‘maar inderdaad, ik ga niemand tegenhouden.’ Er volgde een lang gesprek. ‘Als jij straks vanuit de eeuwigheid naar de wereld kijkt, dan zul je glimlachen met al die mensjes en hun ego’s, je zult mededogen voelen met je oude baas, je zult zijn positie beter begrijpen en zijn angsten, en je zou ze er allemaal bij willen hebben. Alles weten is alles vergeven!’ Maar de man nam een kloek besluit. Dan maar niet in de kerk begraven! Dan maar in het crematorium en de uitvaartleider zou hij een lijst geven van ongewenste gasten. Zo is hij ingeslapen.
In die bitterheid heb ik nogal wat mensen zien heengaan. Een man die zijn moeder nooit had verteld dat hij homofiel was en dat ook nu niet durfde te doen; zo zeker meende hij te zijn van haar afwijzing. Vaak genoeg had hij haar horen schamperen op anderen in de familie. Een moeder die haar dochter eeuwig kwalijk nam niet bij het ziekbed van haar stervende vader geweest te zijn. En verloren schaap, een jongen die na een drugsverleden buitengesloten was. De hele familie had hij vroeger opgelicht toen hij aan de heroïne was, en nu werd hij niet eens op de hoogte gesteld van de uitvaart. Twee dagen na de begrafenis kwam hij bij me vragen of het waar was dat zijn oma dood was.
Nogmaals: ik verwijt niemand iets. Ik zie niet de boosheid van de mensen maar hun onmacht, hun worsteling. Het valt me op dat het moeilijke punt vaak is: wie zet de eerste stap? Beide partijen voelen zich gekrenkt, beide wanen zich het slachtoffer en daarom kan niemand in de heldenrol gaan staan van degene die vergeeft. Van Jezus aan het kruis.
Hij verzoent zich met het leven, hoe genadeloos de afloop ook was. Hij is niet langer het slachtoffer. Hij triomfeert op het moment dat hij vergeeft, hij maakt  dan contact met de eeuwigheid! Dat bedoelen we óók met Christus Koning: dat hij boven de haat staat van de mensen. Hij overstijgt zijn eigen gekwetstheid.

 

KUSJE VOOR HET SLAPEN

De kleine Ludo was stampvoetend naar boven gelopen. Hij was boos. Heel erg boos. Sinterklaas was in het land en hij mocht de schoen niet zetten! Zo’n onzin! Dit was toch een kwestie tussen hem en de Sint. Hij mocht Sint toch een kans geven! Hij mocht zijn schoen toch wel neerzetten waar hij wilde! Het was zijn schoen! Bryan zette vannacht ook de schoen. Hij trok de deur van de slaapkamer met een knal dicht en hij zou uit pure woede zijn tanden niet poetsen. Toen hij in bed lag ging de deur op een kier. ‘Eindelijk’, dacht Ludo. Mamma kwam zachtjes binnen ging op de rand van het bed zitten. Ze aaide hem, maar Ludo draaide zich op zijn zij, van haar af. ‘Morgen mag je de schoen zetten, knul. Maar je moet niet zo boos gaan slapen. Voordat mensen gaan slapen moeten ze eerst vrede sluiten. Anders krijg je misschien akelige dromen. Mamma bedoelde eigenlijk: stel je voor dat ik vannacht overlijd dan is onze ruzie voor eeuwig! Maar ze wilde Ludo niet bang maken. ‘We moeten morgen met een schone lei beginnen. Net als de zon!’ Mamma gaf een kusje en verdween weer. ‘Als ze maar weet’, dacht Ludo voordat hij insliep, ‘dat ik morgen twee paar schoenen zet.’

 

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag142
gister112
deze maand4676
totaal819128