De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2016 - 1ste zondag van de advent in het a-jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

 

 

 

 

 

‘ES GOD BLEEF'
(als het God belieft)

 

 

 

 

VOOR DE VOLGENDE!

Een kerkhofscene is me altijd in mijn hoofd blijven hangen. Deze kwam voor een dialectverhaal dat een vriend van me ooit geschreven had. Het was een humoristische scene op een begraafplaats. Aan het slot van de plechtigheid raapte de weduwe de krans op en gooide die over haar hoofd naar achteren, zoals ze ooit op haar bruiloft had gedaan met haar boeket. En ja, degene die hem opving was aan de beurt... Het lijkt een absurde grap, maar stonden we vroeger als kind niet rondom een graf, en besloot de begrafenisondernemer dan niet, met een zo droevig mogelijke stem, de samenkomst met de uitnodiging: ‘En nu een onzevader voor de eerstvolgende.’
Het lijkt erop dat de mensen vroeger meer dan tegenwoordig, de broosheid van hun bestaan beseften. Het einde lag altijd op de loer. Onze tijd is wel openhartiger over de dood. Doktoren vertellen hun prognoses zonder terughoudendheid en soms zonder mededogen. Maar op een of andere manier doen we alsof de dood ons niet raakt; en wanneer ze ons treft, reageren we verongelijkt alsof ons iets overkomt dat nooit had mogen gebeuren.
Neem nu dat zinnetje van onze oma: ‘Es God bleef’. Ze zei het achter iedere toekomstverwachting die uitgesproken werd. Een oude vrouw in Heerlen, aan wie ik maandelijks de communie bracht, zei het altijd keihard en bijna verwijtend. ‘Tot volgende maand mevrouw,’ groette ik vriendelijk bij ten afscheid. ‘Es God bleef’, voegde ze er dan corrigerend aan toe. Ik dacht dan altijd, ‘ja natuurlijk. Gods wil zal geschieden; iets anders kan ook niet. Dat hoef ik er toch niet steeds bij te zeggen?’ De vrouw had waarschijnlijk het idee: ‘als ik het erbij zeg dan zal het wel goedkomen, maar als ik het níet zeg, dan slaat God toe, als de dief in de nacht.’
Jezus maakt in het evangelie duidelijk hoe onverwacht de ontmoeting met de Eeuwige kan zijn. Ik vraag me af: Waarover heeft hij het eigenlijk? Gaat het over de ondergang van de wereld? Of bedoelt hij het uur van onze dood?

 

ONDERGANG

Dat de wereld vergaat, denkt u daar wel eens over? We wonen nu met meer dan 7 miljard mensen op aarde. Worden dat er niet te veel? Hoeveel mensen kan de wereld verdragen? Hoeveel gekken lopen daar tussen? Hoeveel psychopaten kunnen er aan de lanceerknop van een atoombom komen, vroeg of laat...? Maakt u zich daar wel eens zorgen over? Of zal het zo’n vaart niet lopen? Haalt de mensheid het jaar 3000? En het jaar 10.000? Zullen we onszelf vernietigen? Putten we alle levensbronnen uit en vechten ons dood over de restjes? Of toch ineens een meteoor en een enorme ramp...? Op Youtube volgen sombere voorspellingen elkaar op. 13 april 2036 zou Apophis ons kunnen treffen, lees ik. Zouden onze achterkleinkinderen een veiligbestaan hebben in een verdraagzame wereld? En hun kleinkinderen ook nog? Fantasieën over het eind van de tijd waren ook in Jezus’ dagen actueel. En zeker zal men Jezus vaak naar zijn mening daaromtrent hebben gevraagd.
Veel gelovigen lezen het evangelie over de ondergang van de wereld anders. Zij zien niet een nieuwe tijd, een heilsstaat, uit het heelal neerdalen. Vroeger paste die voorstelling makkelijk in het wereldbeeld. De hemel, de woning van God, was immers letterlijk daarboven. Voor moderne mensen zit de kosmos heel anders in elkaar. Daarom interpreteren veel gelovigen tegenwoordig de ontmoeting met de Eeuwige als het moment van hun sterven.

 

VOORBEREID

Het pleidooi van Jezus is daarop evengoed van toepassing: wees er klaar voor. Laat je er niet door verrassen. Prepareer je er op!
Bij alle speculaties over het einde van de tijd, is er één ding dat Jezus duidelijk wil maken. De gedachte aan de ondergang moet je niet somber stemmen. Het eind van de tijd maakt de tijd niet onbelangrijk. Je hoeft er niet angstig om door het leven te gaan. Je moet je er ook niet kwaad over maken. Jezus beveelt geen vasten aan of een week van gebed en aflaten. Nog minder gaat hij speculeren over de vraag wanneer dat moment komt.
Uit de wetenschap dat alles aan zijn eind komt, moeten we deze ene les trekken: zorg dat je leven op orde is. Geef de ander wat hem toekomt. Leef met elkaar in vrede. De rest laat je maar komen zoals het komt! Het geschiedt niet ‘indien God het wil’, maar ‘zoals God het wil!’ Doe wat de liefde je ingeeft en het wordt vanzelf kerstmis.

 

GOD SPELEN

Lieve kinderen. Jeroen kwam een beetje nadenkerig uit school. ‘En wat heb je geleerd?’, vroeg mamma. Kan de wereld echt vergaan?, vroeg hij toen. ‘Maar knul, wat zet jij je in je hoofd. Natuurlijk niet. Gij fijn voetballen!’ Dat was Jeroen sowieso van plan. Hij pakte zijn voetbalspullen maar piekerde onderweg. Waarom had mamma geen antwoord gegeven? Waarom stuurde ze hem uit voetballen. Zou het waar zijn wat Jim gezegd had, dat er een dikke rotsblok op de aarde zou vallen, nog dikker dan die de dino’s had uitgeroeid, lang geleden? Even later stond Jeroen in zijn voetbalpakje op het veld. De trainer had de komende wedstrijd besproken. ‘Heeft iemand nog iets te vragen?’ En toen kwam er bij Jeroen uit wat hem de hele dag al bezig hield: ‘Kan de wereld vergaan?’ De trainer hoefde niet na te denken. Die zei direct: ‘Ja zeker! Als jij vanmiddag je best niet doet, vergaat de wereld!’ De jongens lachten en de scheidsrechter floot. Thuisgekomen begon Jeroen met lego een stad te bouwen, met huisjes en straten. Toen pakte hij zijn voetbal en begon de stad kapot te bombarderen. Zijn bal was een grote meteoor en hij was God. Als je de wereld niet begrijpt dan moet je hem maar spelen!

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag84
gister95
deze maand3812
totaal823572