De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2016 - Kerstavond met kleuters (verhaal)  © Harrie Brouwers, Voerendaal




(kinderen kregen Piet mee naar huis om bij de stal te zetten)


kerstviering met kleuters
HET ZWARTE SCHAAPJE


Herder Sam tuurde in de verte. Het was al donker,
maar zijn schaapjes kon hij nog net zien in het licht van de maan. Het waren er 17.
Veertien grote schapen en drie kleintjes.
De lammetjes kropen dicht tegen de moeder aan om te drinken.
Je kon ze bijna niet zien.
Sam telde opnieuw. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 ,11, 12,
en daar zat het ene lammetje.
Het durfde al een beetje van moeder af te lopen en daar was ook haar zusje!
Veertien schapen. Ah! Daar bij de beek was nummer 15 en 16.  
Maar....!? Dat is er dus een te weinig!

Herder Sam krabde achter zij oor. Zestien schaapjes blonken in het maanlicht.
Maar één lammetje zag hij niet. Dat was ook moeilijk te zien in het donker.
Want, weet je? Het was een zwart schaap. Hij had hem Piet genoemd.
En een zwart schaap zie je niet in de nacht.
De andere schaapjes wilden niks van Piet weten.
Die vonden hem maar een rare. Ze dachten: die hoort er niet bij!
Hij lijkt wel op een zwarte kat, of op een kater.
Daarom liep Piet altijd een beetje zielig langs de rand van de kudde.

Als de andere lammetjes bokkensprongen maakten,
dan keek Piet de andere kant op en maakte een sprongetje in zijn eigen.
‘Ik deug ook niet!’, dacht Piet. ‘Wie wil er nu zwarte wol! Ik ben niet normaal.
Ik hoor er niet bij!’ En ‘s nachts droomde Piet, dat hij een wit schaap was
met een prachtig witte trui, die schitterde in het maanlicht.
Herder Sam werd ongerust. Hij zag Piet niet.
Hij tuurde in de donkere hoekjes van de wei.
Zou Piet verdwaald zijn?
Zou hij in slaap gevallen zijn? Dadelijk kwam er nog een wolf!

Ineens leek het alsof de maan een beetje sterker begon te schijnen.
Het leek alsof er sterretjes bij gekomen waren.
Misschien wel duizend. Het werd steeds lichter. Zo licht als de zon.
Sam keek omhoog en zag dat de lucht vol engelen was.
Maar Sam keek niet naar de engeltjes. Hij zocht Piet.
Hij liep in de richting van het licht. Daar! Sam zag iets bewegen.
In het stalletje bewoog iets.

Toen hij dichterbij kwam zag hij een man en een vrouw.
In de voerbak lag een kindje. Een pasgeboren baby’tje.
Sam liep er vlug naar toe. ‘Oh wat mooi...’, stamelde hij en warempel,
toen zag hij Piet!
Piet stond naast het kindje en het kindje graaide in zijn zwarte vacht.
‘Dat is Jezus’, zei de moeder. ‘Hij is gek op je zwarte schaap.
Kijk hoe hij zijn zwarte wol aait,
en kijk hoe het lammetje mijn kindje met zijn kopje streelt.’
Piet had eindelijk een goede vriend gevonden.
Hij voelde zich ineens een heel bijzonder schaap.
Zijn zusjes en tantes waren er intussen ook bij komen staan,
maar niemand stond zo dichtbij het kindje als Piet.
Piet knikte met zijn kop en blaatte: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn.
Het kindje is lief.’ Maria lachte en streelde de zwarte vacht van Piet.

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag136
gister176
deze maand4040
totaal823800