De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2017 - 7de zondag door het jaar © Harie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

 

 

 

 

 

OOG OM...
LINKER WANG

 

 

 

 

 

IN DE BENEN

In de eerste helft van de vorige eeuw leefde in China een hardloper, Eric Liddell. Hij was de zoon van Schotse ouders die er allebei als missionaris werkten. Zelf wilde ook zelf missionaris worden. In Parijs, tijdens de Olympische Spelen van 1925, sloeg hij zijn specialiteit - de 100 meter - over, omdat deze op zondag werd gelopen. Hij won toen wel de 400 meter. Het jaar daarop studeerde hij af en ging in China werken, samen met zijn broer die arts was. In 1941 werd het te gevaarlijk. Hun vrouwen en kinderen vertrokken naar veiliger oorden. Ze kwamen in een Jappenkamp terecht. Deze Eric nam zijn godsdienst heel serieus, maar het hardlopen heeft hij nooit opgegeven. Dat bleef zijn passie. Ergens legt hij uit waarom. Hij zegt: ‘Ik geloof dat God me met een doel geschapen heeft.’ Liddell bedoelt, dat hij zich geroepen voelde om in China te missioneren. Hij vervolgt: ‘Maar God maakte me ook snel. En als ik ren..., dan voel ik Zijn plezier...! Hardlopen opgeven zou neerkomen op Hem minachten.’
Deze sporter voelde tijdens het rennen het plezier van de Schepper in zijn benen! Tegenwoordig hoor je iemand eerder beweren dat zijn hersenen endorfine hebben aangemaakt. Voor Liddell is een mens gelukkig als hij zijn mogelijkheden uitbuit en dan de voldoening van zijn Schepper proeft.

Precies dit moet Paulus bedoeld hebben toen hij schreef: ‘Jullie zijn de tempel van God.’ Hij woont in je. Hij heeft er plezier in. God is niet alleen in het diepst van je gedachte, maar ook in je rennen, je zingen en dansen. Als je iets moois tot stand brengt, dan voel je Gods tevredenheid.

De mens als tempel van God, dat beeld hebben we in het verleden misschien teveel gebruikt als een vermaning. Pas op! Jouw lichaam is niet van jou. Het is Gods tempel, Gods kerk, en dus kijk uit! Dan kwamen de waarschuwingen en verboden. Maar je kunt het anders lezen. Niet als een onteigening van je lichaam maar als een heiliging. De schepper manifesteert zich in jouw lopen, in jouw vriendelijkheid, in jouw uitgestoken hand, en het maakt hem gelukkig. Hij leeft in jouw ziekte en dat doet hem pijn.

 

GEWEZEN OORLOGSGOD

Jezus van Nazareth moet die verbondenheid met zijn Schepper sterk hebben ervaren. Hij handelt en denkt vanuit dat intense gevoel. Op zeker moment ontstaat er onder de theologen een discussie. Het gaat erover of je geweld mag gebruiken. Of het doel de middelen kan heiligen. Of je in de opstand een Roimeinse soldaat mag uitschakelen. Of er zoiets is als een heilige oorlog. Jezus overziet de geschiedenis van zijn volk. Hij weet dat er in primitieve tijden veel ongebreideld geweld was. Heilige oorlogen waren er gevoerd, met de ark van het verbond als wapen; en Jahweh was de oorlogsgod geweest. Het waren de jaren van de bloedwraak. Als iemand je iets misdaan had mocht je dat afstraffen. Als iemand je broeder had vermoord was je gerechtigd als straf  zijn hele gezin uit te roeien. Maar het geloof en de ethiek groeiden. Op zeker moment formuleert men een nieuwe code. Voortaan mocht het geweld nog maar beantwoord worden met niets meer dan het geleden geweld. Dus voor één zweepslag die je gekregen had mocht je er maar één terugbetalen. Voor één uitgeslagen tand één tand. Voor één uitgerukt oog maar één oog. Jezus kan ook dit beperkte geweld niet in overeenstemming brengen met God die in zijn hart is en plezier aan hem wil beleven. De ander is ook een tempel van God, of hij het nu erkent of niet. Dit inzicht is niet zomaar een gezegde, een woord voor de zondag. Het leeft in Jezus. Daarom geeft hij geen mep terug. Integendeel. ‘Als iemand je op de rechterwang slaat, keer hem de andere toe.’
Hoe moeilijk deze boodschap is, zien we elke dag om ons heen. Hoe bevrijdend ze is, kun je elke dag zelf beleven. Als je geen kwaad met kwaad vergeldt, dan voel je het plezier van God die in je woont. Hij lacht uitbundig. Hij is blij in jou te bestaan!

 

DIKKE BULT
Lieve kinderen. ‘Stom joch’, riep Sanne en ze duwde haar broertje Ties van zich af. Sanne was een gedicht aan het schrijven met mooie letters. En toen had Ties haar met opzet tegen de elleboog gestoten en er kwam een vieze streep over haar papier. Kon ze opnieuw beginnen. Ze duwde Ties van zich af en met de andere hand griste ze de afstandsbediening van het elektrische autootje uit zijn hand. ‘Dat is niet eerlijk!’, riep Tiesp verontwaardigd. Hij vond een afstandsbediening van misschien wel 60 euro heel wat kostbaarder dan een velletje papier. Dit wilde hij haar wel even betaald zetten. Hij keek Sanne fel aan en haalde uit naar haar kapsel. In één gebaar had hij allebei de haarclipjes van Mickey Mouse te pakken. Het was een cadeautje geweest van oma Tegelen. Dus Sanne kookte van woede. ‘Dat zal ik tegen oma zeggen!, riep ze in een eerste opwelling. Toen bedacht zij, dat hij dat wel niet zo erg zou vinden. Ze deed of ze naar mamma wilde rennen, maar in de buurt van de elektrische auto nam ze die snel in beslag. Ties stikte bijna van woede. ‘Voorzichtig, trut! Je maakt hem kapot.’ Hij kwam dreigend op haar af en duwde haar met auto en al omver. Lieve kinderen. Nu zal ik maar ophouden, maar Ties en Sanne zijn nog een tijdje door gegaan. Allebei deden ze elkaar telkens een klein beetje meer pijn dan in de vorige ronde. Op het laatst lag er geen tafelkleed meer op zijn plaats en geen stoel stond meer rechtop. Toen pappa binnen kwam werd het nog erger. Ties en Sanne mochten een week geen tv meer kijken of met autootjes spelen en ze moesten op hun eigen kamer gaan nadenken over wat ze gedaan hadden. Van nadenken kwam overigens weinig terecht!

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag197
gister112
deze maand4731
totaal819183