De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2017 - Pinksteren © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

 

 

BEZIELD LEVEN

 

 

 

SPOOK

De Geest..., wat is de geest? Wat is een ziel? Iets spookachtigs? Anti-materie? Ik las ooit: ‘Brood is materieel..., brood voor anderen is geestelijk!
In onze boekenkast stond een dik studieboek van mijn vader: ‘Occulte Verschijnselen’. Een Jezuïet had het geschreven om het spiritisme te bestrijden dat tussen de grote oorlogen in opkomst was. Fascinerend eraan was, dat de tekst zo wetenschappelijk aanvoelde. Spookverschijnselen werden er heel klinisch in beschreven. Er stond bijvoorbeeld: ‘Londen, 22 februari 19:30 uur. Aanwezig: doctor die en die, professor zus en zo’, en dan volgden nog de namen van enkele dames en heren. ‘19:31 uur: er word geklopt. Stilte. 19:40 opnieuw drie kloppen....’
Eens had ik het boek aan een klasgenoot geleend. Die had er ‘s nachts in liggen lezen en hij was bang geworden. Hij was opgestaan uit bed en had, om zich te kalmeren, in de keuken een ei staan bakken. Zijn moeder werd daar wakker van, kwam haar slaapkamer uit en vroeg wat er was. Bert legde uit dat hij iets had gelezen over ‘telekinese’ en dat hij er niet van kon slapen. ‘Wat is telekinese?’, vroeg zijn moeder. ‘Nou’, zei Bert dapper en hij wees naar een van de lampjes in de kroonluchter, ‘als ik nu zeg: ga uit... en dat dat lampje dan...’ Op hetzelfde moment begon het aangewezen lampje te flikkeren en doofde. Moeder en zoon schrokken zich lam..., en de moeder is toen ook maar een ei gaan bakken.

 

ENTITEIT

Op de televisie zie je, vooral ‘s nachts, nogal eens uitzendingen waar je waarzeggers kunt raadplegen. Zij spreken niet over de ‘hemel, God of geesten’, maar wel over ‘gidsen, gene zijde en entiteiten’. Het begrip geest is zeker nog actueel. Maar het lijkt erop alsof het vooral in het alternatieve circuit en in de subcultuur thuis is.
Achter het begrip ‘geest’ gaan veel oude en onduidelijke definities en voorstellingen schuil. Lange tijd werd ‘geest’ gezien als een totaal andere werkelijkheid dan ‘materie’. De schepping bestond uit twee totaal verschillende werkelijkheden: uit onzichtbare, eeuwige geest en uit vergankelijke materie. De mens had iets van allebei. Plato had dit gevoel tot filosofie verheven en de kerk nam dat via Augustinus over.

 

GEEST

In de Bijbel las men hoe God de mens schiep uit klei, en hem vervolgens goddelijke adem inblies. Het woord ‘psyche’ betekent in het Grieks ‘geest’ maar ook ‘adem’, en ‘wind’ en ‘storm’! Men stelde zich vaak voor dat een pasgeboren kindje bij de eerste adem ook een ziel inslikte. In elk geval ervoer men het uitblazen van de laatste adem als het vertrek van de ziel uit het stoffelijk lichaam. Er waren tijden dat men die verknoping van lichaam en ziel maar heel labiel vond. Een mens kon zomaar ineens doodgaan. Ooit zag ik in een museum een alkoof, zo’n kast waarin mensen vroeger sliepen. De uitleg was dat de mens in die tijd zittend sliep. Men durfde niet goed te gaan liggen, bang dat de ziel als een sliertje witte damp uit het hart zou ontsnappen.
In de oudheid dacht men dat de schepping uit vier elementen bestond. Twee vergankelijke, namelijk aarde en water. Deze hebben de neiging omlaag te vallen. Uit stof en water waren de mensen en de dieren geboetseerd. Maar ook twee hogere elementen, namelijk lucht en vuur. Die stijgen omhoog, die zoeken de hemel. De mens bestond uit aarde en water, en het goddelijk element adem, geest.

 

SPIRIT
Veel verhalen uit onze traditie dragen nog de sporen van deze wereldbeschouwing. Jezus verschijnt. Hij blaast zijn adem over de leerlingen en geeft hun de goddelijke opdracht om te vergeven. Iets als vuur maakt hen compleet. Nu bestaat de mens uit alle vier de elementen.
Hoe anders wij de wereld ook beschrijven, ik denk toch, dat we het verhaal van Lukas heel goed kunnen volgen. Ook wij voelen een hemelsbreed verschil tussen het dode lichaam en de persóón van een dierbare. Dat verschil tussen dode materie en een liefdevol mens, dat noemen we ‘geest’. En ook kennen we de ervaring dat we ‘in de geest’ van anderen kunnen voelen en denken. We kunnen in de geest van onze ouders handelen als we compassie voelen met iemand die uit de oorlog is gevlucht. We kunnen tegen de geest van onze ouders ingaan als we brood weggooien of onze kinderen niet laten dopen. Het woord ‘geest’ geeft helder onze ervaring weer, afgezien van de filosofische of fysieke benadering van de term.
Zo kunnen we het ons levendig voorstellen hoe de bedroefde leerlingen in hun rouw de eerste stap buiten de deur zetten. Ze doorbreken hun depressie en laten zich door de Geest van Jezus bezielen. Ze voelen die als een werkelijke kracht die hun moed geeft en vindingrijkheid. Ineens krijgt hun leven weer zin. ‘Geest’ mag tegenwoordig een problematisch begrip zijn, maar we voelen nauwkeurig aan wat het Pinksterverhaal over onszelf vertelt!

 

IDEAAL

Lieve kinderen. Twan was een slimme jongen! Hij had van oma gehoord dat Pinksteren het feest was van de heilige Geest. Maar wie is die heilige Geest nou? Bestaan geesten? Hij dacht van niet. Oma had het uitgelegd. Jezus was dood, maar de leerlingen zaten nog vol plannen die Jezus had. Ze zouden nog naar de Samaritanen gaan en hun vertellen dat God van hen hield. Ze wilden zieken genezen en de mensen toeroepen dat ze elkaar moesten vergeven. Ze zouden de verhalen van Jezus opschrijven en er liedjes van maken. Nou, die plannen dreven hen de straat op. Snap je? Tuurlijk! Twan vond het een makkie. ‘Dus, de heilige Geest’, zei hij, ‘dat is eigenlijk gewoon dat Jezus in je hoofd zit!’ Ja, dat is het. Jezus in je hoofd en in handen.

 

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag42
gister193
deze maand4139
totaal823899