De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VEERTIENDE ZONDAG VAN PASEN IN HET A--JAAR 2008
© Ad Blijlevens,Heerlen 2008




LOSLATEN EN OPSTAAN: GELOVEN

 

 

Voor veel mensen is de vakantie weer begonnen of begint ze binnenkort. Talloze mensen gaan op weg naar oorden waar ze zon, rust en ontspanning hopen te vinden. In de eucharistie van vaandaag wordt een pleidooi gehouden voor de kracht van innerlijke vrede en eenvoud. Ik vat dat graag samen in: `Loslaten en openstaan: geloven'.

Wanneer ik de eerste lezing van deze zondag hoor, denk ik aan het verhaal van Palmzondag: de profeet die op een ezeltje gezeten feestelijk binnentrekt in zijn vaderstad. Zijn waardigheid steunt niet op strijdwagens en wapens, maar op zachtmoedigheid en deemoed, zo heet het daar.
Dat woordje 'deemoed' nemen wij niet gemakkelijk in de mond. Het klinkt misschien wat ouderwets.

Volgens het woordenboek van de Nederlandse taal betekent deemoed 'nederige dienstbaarheid'.. Je zou haast denken aan de gedweeë gehoorzaamheid van een gedresseerde hond, die op bevel van zijn baas of bazin over de grond kruipt of gaat zitten of liggen; een vorm van dienstbaarheid die ons terecht allerminst ligt!

Wij kennen andere houdingen die ons na aan het hart liggen: assertiviteit, authenticiteit, creativiteit, en noem maar op. Dat is goed! Maar daar moeten wij toch ook wel wat mee oppassen. Want overal waar de zogenoemde zachte krachten ontbreken, gaat het mis. Als wij onszelf niet kennen, onszelf overschreeuwen of uit angst voor zelfverlies om ons heen slaan, wordt in ons het beeld van God geweld aangedaan. De harde krachten van overmoed en eigenwaan krijgen het dan voor het zeggen. Niemand geeft dan antwoord op Gods uitdagende oproep: 'Hier is de schepping, bouw ze uit, maar ze tot een woning voor u allen en voor Mij'.

'Deemoed' nu is het verbindingswoord tussen de eerste en de tweede lezing van vandaag. In het evangelie horen wij Jezus zeggen: er bestaat een wijsheid die verborgen blijft voor de zogenaamd groten, voor hen die zweren bij een wetsopvatting die hun van pas komt, enzovoort. Die wijsheid, zegt Jezus, vinden wij echter wel bij mensen die deemoedig zijn; bij mensen die niet alsmaar uit zijn op naam en faam en eigenbelang, maar die bereid zijn om Jezus' juk te dragen en anderen daarbij to helpen. Hun biedt Hij aan, wat in deze zomerweken zo naarstig wordt gezocht: rust, verkwikking, verlichting van lasten, een plek om weer op verhaal te komen. Zo geeft de liturgie van vandaag aanleiding, ons af te vragen: Waar ligt de bron van mijn, van ons bestaan; waar vind ik, vinden wij steun voor het dragen van de lasten van ons leven?

Loslaten en openstaan: geloven: dat is van levensbelang. Ik ga niet verder in op het 'loslaten' van wat het beleven van de wortels van ons bestaan bedreigt. Leggen wij nu nadruk op 'openstaan'. God wil dat wij openstaan voor mensen en voor alle vormen van leven. Maar het gaat ook om een openstaan voor God. Dat openstaan is er, als wij onze eigen plek innemen, niet meer en niet minder: dienaar/dienares (deemoed), afhankelijk (nederig), binnen de juiste verhoudingen (bescheiden), eenheid scheppend (zachtmoedig) en oplettend (mild). Dat is geloven in de zin van overgave, leven in waarachtige 'love'.

De beroemde kerkvader Sint Augustinus, uit de vierde eeuw, zegt: 'De mens maakt reizen om zich te verwonderen over de hoogte van de bergen, over de geweldige golven van de zee, over de lange loop van de rivieren, over de uitgestrektheid van de oceaan, over de eeuwige kringloop van de sterren; maar aan zichzelf gaat de mens zonder verwondering voorbij'.

Ik wens ons allen, juist ook in deze weken, dit: verwondering in de meest waarachtige zin van het woord: 'loslaten en openstaan: geloven'.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag262
gister172
deze maand1017
totaal825663