De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2018 - 11de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal





DE DROOM VAN HET ZAADJE





LICHAAM ZIJN OF HEBBEN....
Het eerlijke van ouder worden is, dat we allemààl ouder worden. Ouderdom komt met allerlei kwalen en met gebreken waarvan je het bestaan niet vermoedde! Iemand drukte dat eens zó uit: ‘vroeger wás ik een lichaam..., nu héb ik een lichaam.’ 
Iedereen begrijpt wat daarmee bedoeld is, maar als je erover nadenkt, is het een merkwaardige constatering. Kennelijk kun je jezelf zìjn en tegelijk kun je jezelf hebben! Dat is interessant. Als ik zeg dat mijn ogen ernstig achteruit gaan of mijn oren, dan zie ik mezelf als iemand die eigenlijk goede ogen en oren dient te hebben, maar ze nu even niet meer heeft! Wij beschouwen onszelf als een compleet mens, maar een die nu kampt met een gebrekkig lichaam. We zijn niet alleen degene die we zijn, maar ook een beetje degene die we geweest zijn, en zelfs degenen die we kunnen zijn of zouden kunnen zijn. De menselijke geest, waarmee we ons identificeren, is zoveel meer dan zijn huidige stand en daarom wordt het heden soms als een last gevoeld, waar het ware zelf onder gebukt gaat.
In de geschiedenis is het de filosoof Plato geweest, uit de vierde eeuw voor Christus, die deze visie tot een complete denkvorm heeft uitgebouwd. Ook op het christendom heeft hij grote indruk gemaakt en de eerste theologie een taal gegeven..
 
TAAL VAN PLATO
Plato was geboeid door het feit dat mensen, wanneer ze denken, vertoeven in een werkelijkheid waar de wereld van elke dag weliswaar op lijkt, maar die veel volmaakter is. In het denken bestaat zuivere liefde en perfecte democratie, terwijl het in de stad van de mensen maar een beetje aanmodderen is met de liefde en de democratie. In het denken bestaan perfecte driehoeken waarvan de hoeken inderdaad exact 180 graden zijn, maar in de dagelijkse werkelijk kun je niet eens een rechte lijn trekken omdat die altijd dikte en breedte heeft. Tot de dertiende eeuw was de benadering van Plato gangbaar. Men dacht dat er twee werelden waren: die van de perfecte en volmaakte denkbeelden, en die van de materie waarin de zuivere ideeën slechts ten dele hun vorm hadden gevonden. In de ogen van Jezus’ volgelingen was God de bron van alle volmaakte ideeën en moest de mens proberen om daar na zijn dood zo dicht mogelijk bij te komen. Ook na de dertiende eeuw bleef het denkmodel van Plato leven, zeker bij de mystici.
In de brief van Paulus aan de christenen in Korinte lazen we de zin: ‘We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten en onze intrek nemen bij de Heer. ‘We zijn ons lichaam niet’, schrijft Paulus, ‘we willen het ook niet meer hebben, we gaan liever met onze geest op in de gedachte van de Eeuwige.’

MUZIEK EN POEZIE
Moderne mensen gebruiken deze taal niet meer. Ze zien zichzelf als een complexe chemische machine, waar genen de processen bepalen, en hormonen en andere verbindingen de gevoelens maken. Het is de taal van de fysica en de medische wetenschap. Ze is de favoriete taal en ze heeft ons ook veel gezondheid en techniek gebracht, maar ze heeft ons oog ook verduisterd voor de mogelijkheden die ons denken te boven gaan, en daar hoort God bij!
Wat wij moeten leren is om het geloof niet als een quasi-wetenschap te zien. Het is eenvoudige geen vorm van natuurkunde of een alternatief voor scheikunde. Geloof ligt dichter bij de muziek en de poëzie. Vaak ligt het ook dichter bij ons direct ervaren van de wereld. En die verwoordde Paulus duidelijk: het lichaam wordt soms een last en de geest ervaart dat, en gaat eronder gebukt, want de geest is ook het verlangen naar bevrijding en genezing, naar die volmaakte wereld die als een droom in onze ziel ligt, en die ons aanzet om een wereld te scheppen die mooier is en beter. Geloof is een mosterdzaadje dat sluimert onder de grond en grootse plannen heeft.

TEGENSPRAAK
Lieve kinderen. 
Marleen hield ervan om tegen te spreken. Als iemand bijvoorbeeld zei: ‘Nou ik vind juffrouw Westhoven een beetje dik..’ dan zei Marleen: ‘Helemaal niet, ze is juist dun!’ En als de hele klas zei dat de nieuwe plaat van K3 zo mooi was, dan schreeuwde Marleen er boven uit dat het de ergste muziek was die ze ooit had gehoord. Dus, toen mamma op zekere dag een pond mosterdzaadjes kocht voor een Indisch gerecht, en ze aan Marleen enkele korreltjes liet zien, en zei: ‘Kijk, dit zijn de kleinste zaadjes en daar komt een grote plant uit, toen riep Marleen dat ze ze helemaal niet zo klein vond. Ze kende veel kleinere korreltjes, en toen ze thuis de mosterdplant had opgezocht op internet, vond ze die ook heelmaal niet groot. Toen had ze ook nog gevonden, dat de kleinste zaadjes die van de orchidee waren en dat de raflesia de grootste plant was. Dus dat verhaal over het mosterdzaadje, dat moesten we maar gauw vergeten. Mamma zuchtte en zei toen met een glimlach, ‘Wat boffen wij toch, Marleen, dat jij zoveel slimmer bent dan Jezus!’ En voor het eerst in haar leven... sprak Marleen haar niet tegen!


 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag99
gister176
deze maand4003
totaal823763