De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2018 - 25ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal




KINDEREN TOT VOORBEELD!





KINDERACHTIG....
De apostelen waren tegenover elkaar aan het opscheppen geweest en hadden ruzie gekregen. Daarop stelde Jezus hun een kind ten voorbeeld. Maar is het niet zo dat de leerlingen juist heel erg kinderachtig bezig warren met elkaar te overtroeven en de ogen uit te steken? Wat moeten we nog van kinderen leren?

IN HET OGENBLIK
Ik was eens rond Carnaval in de basisschool. De kinderen stonden klaar voor het feest in de gymzaal. Heel anders dan jongeren en volwassenen hadden ze het niet nodig, om eerst enkele glazen alcohol te nuttigen. Ze hoefden geen remmingen weg te spoelen. De kinderen gaven zich onmiddellijk over aan het moment. De meester klapte in zijn handen en riep: ‘Zo het feest kan beginnen!’ Hij zette de muziek aan en van het ene op het andere moment begonnen de kinderen met volle overgave te dansen en te lachen. Het was vanaf dat ogenblik helemaal carnaval. Dat vermogen hebben we op een bepaald moment verloren. Toen kwam er iets van schaamte en reserve in ons. We gingen de last voelen van wat anderen denken en hoe anderen naar ons kijken. We kunnen de kinderen benijden om de manier waarop ze hier en nu bestaan en zonder aarzeling hun gevoelens tonen.

GOEDE TROOSTERS
Soms, als er iemand in de familie overleden is, hebben de ouders de neiging om hun kind te sparen en overal buiten te houden. Ik adviseer altijd om dat vooral niet te doen. Laat het kind je verdriet zien. Het zou hem meer schokken als het te zien krijgt, dat de dood van oma jou helemaal niets doet. Ik kan me voorstellen dat oeverloze paniek en een onstuitbare huilbui een kind bang maakt en zijn gevoel van veiligheid aan het wankelen brengt, maar de tranen van vader en moeder mogen ze best zien. Pappa en mamma zullen merken dat niemand hen beter kan troosten dan juist de kinderen. Ze komen belangeloos naar je toe, leggen hun armpje over je hals en zeggen dat je niet moet huilen.

ZELFSPOT
Iemand merkte eens op: ‘mijn zoontje gaat ‘s morgens zo uit zijn bed voor de spiegel staan. Hij lacht zich kapot om zijn eigen gezicht. Als ík in de spiegel kijk, zie ik alleen dat de rimpeltjes naast mijn oog en een paar haartjes in mijn nek.’ Wij zien de onvolkomenheden, de kinderen de mogelijkheden.

WAARHEID
Je kunt van kinderen de hele waarheid horen. Natuurlijk leren de kinderen wat liegen is. Als zij in het nauw worden gedreven zullen ze de waarheid geweld aan doen, maar anders laten ze het wel horen dat ze jou lief vinden, dat je een gekke trui aan hebt, dat het toetje van de maand nergens naar smaakt, en dat ze je haten omdat ze de puppy niet mogen houden.

MEDEDOGEN
We zien wel eens dat een kind het slachtoffer wordt van een groepsproces waarbij er ééntje uit de klas het zwaar te verduren krijgt en gepest wordt, maar van nature leeft een kind mee met dieren en met zieke kindjes. Een pedagoog gaf les aan kleuterleidsters. Eén van hen bracht een probleem naar voren. Er waren in haar klas drie jongetjes gekomen van een andere school. Met hen was geen land te bezeilen. Elke keer als de hele klas aandachtig luisterde naar een verhaal, dan maakte de drie de sfeer kapot door keihard een scheet te imiteren of luidruchtig te vragen of ze even naar buiten mochten. De pedagoog antwoordde, dat de juffrouw eens aan de klas moest vragen, wat ze het beste kon doen. Een week later bracht ze verslag uit. Ze had aan de kinderen gevraagd: ‘Kunnen we iets doen, zodat de drie nieuwe jongens zich bij ons thuis gaan voelen?’ Een meisje stak bijna onmiddellijk haar hand omhoog. ‘Misschien’, opperde ze, ‘moeten we vaker iets doen waar zij goed in zijn....!’ Zo eenvoudig is dat!

LEVEN SPELEN
Een kind leeft om te spelen. Een bezigheid hoeft geen ander belang te hebben dan dat het ons in vrede en met plezier samenbrengt.
U kunt hier ongetwijfeld nog veel ervaringen aan toevoegen. Jezus heeft dus alle reden om een kind midden tussen de apostelen te zetten en te zeggen: neem er een voorbeeld aan. Ik denk dat Jezus vooral bedoelt: gun elkaar je kwaliteiten. Wees niet afgunstig. Maak jezelf niet groter en de ander niet kleiner dan hij is. Ben tevreden als je in de spiegel kijkt. Gun elkaar de kans om het spel een keer te winnen. Neem het niet te ernstig, je kunt zo weer opnieuw beginnen! Weet dat je de touwtjes van de wereld niet in handen hebt. En vanwege de kwetsbaarheid van het kind, voegt Jezus er een gedachte aan toe: ‘wie een kind opneemt, neemt mij op.’ En de toehoorder verstaat daar ook zeker in: ‘wie een kleine mens, een onderdrukte man en vrouw, een vervolgde, opneemt, neemt mij op. God bestaat in de weerloze. Het mag duidelijk zijn: misbruik van kinderen, op welke wijze ook, en waar dan ook is heiligschennis!

OBSERVATIE
Lieve kinderen. Het was zo leuk begonnen. Anjo was jarig. Er waren wel acht kinderen uitgenodigd. Ze hadden gezongen en in de handen geklapt. Ze hadden cadeautjes meegebracht en taart gegeten. Toen kregen ze nog een zakje chips. Lei had ze het eerste op en toen sloeg hij zomaar Annelies haar zakje de handen. De chips vlogen in het rond. Lei raapte er een paar op. Annelies was van verbazing even stil, maar daarna begon ze heel hard te huilen. Daarom had haar broertje Lei omver geduwd. Anjo had keihard geroepen: ophouden! Mamma trok Bert van Sanne af, rende de kamer uit en duwde heel hard op de bel. Dat bracht even stilte in de tent, want de kinderen zouden worden afgehaald. ‘Nou’, zei mamma, ‘mooi feest zijn jullie aan het maken. Wat was er nou aan de hand?’ Het kleine zusje van Anjo had al die tijd met de armen over elkaar op haar stoeltje naar de grote kinderen zitten kijken. Toen mamma haar aankeek zei de rustig: ‘Lei had geloof ik nog honger!’




 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag278
gister236
deze maand5048
totaal819500