De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2018 - 1ste zondag in de advent © Harrie Brouwers, Voerendaal




HET GEWELD VAN DE ZEE




WILDE ORCHIDEEËN
Toen ik in 1985 benoemd was als pastoor in Kunrade, leefde mijn moeder nog. Ze was erg blij met die benoeming, ‘want’, zei ze, ‘in de Kunderberg groeien wilde orchideeën!’ Ik was dan ook niet lang hier, of de parochie organiseerde een excursie naar de berg en de orchideeën. Dit in het kader van het ‘conciliair proces’ dat het behoud van de schepping tot thema had. Een gids van de IVN leidde ons rond, een oudere man, die ons meenam tot boven op de berg en toen een weids gebaar maakte over het hoogland, en zei: ‘U kunt het zich misschien niet voorstellen, maar lang geleden was dit hier allemaal zee.’ Hij keek ons lange tijd aan om de schrik uit ons gezicht te lezen en herhaalde: ‘Allemaal zee, zover u kijken kunt.’ Weer een lange pauze. ‘Dat is wel heel lang geleden.’ Hij waagde zich niet aan jaartallen of tijdperken. Hij volstond met ‘heel, heel, lang geleden. Miljoenen jaren misschien wel...!’ Zijn uitleg is me blij gebleven omdat ik zelf ook geen enkele besef heb van tijden en tijdperken die langer geleden zijn dan Abraham. Wat is een miljoen jaar? Wat honderd miljoen?

DINOSAURUSSEN
Het moet meer dan 50 miljoen jaar geleden zijn, - de dinosaurussen waren al lang uitgestorven - dat in onze omgeving de oerzee begon te zakken. Het kalkgebied dat zich in de eeuwen daarvoor had gevormd werd zichtbaar. Nederland kwam boven water. En het begon hier. Voerendaalse ondernemers zijn bezig een kleinschalig, kwalitatief hoogwaardig, toeristisch aanbod te ontwikkelen om dat oerland van kalk te laten genieten. Het plan is om een toren van kundersteen te bouwen zodat je vanaf de autobaan kunt zien dat hier het oude land begint. Het kerkbestuur doet mee omdat men toegang zocht tot groepen vrijwilligers die hierbij zouden kunnen helpen. Toen het plan bekend werd gemaakt hoorde ik iemand iets mompelen. ‘Maak dat maar niet overal bekend’, zei hij. ‘Straks komt de hele randstad hier nog wonen! Want die verdwijnen weer onder de oerzee!’ Nederland was hier 50 miljoen jaar geleden ontstaan en geleidelijk aan bevolkt, zelfs onder de zeespiegel. Maar als de zee opnieuw gaat stijgen, komt Nederland goeddeels onder water te staan, en waar moeten die mensen dan blijven? Ons modern levensgevoel zegt, dat de aarde heel erg kwetsbaar is en overbevolkt. We zijn niet meer zeker van de storm en het vuur, van de zee en de bodem. Rampen dreigen: droogte, overstromingen, stormen, langdurige bosbranden. De natuur is getergd en slaat terug.

OERZEE
Dat gevoel van een labiele, onbetrouwbare kosmos, een wankele wereld, klinkt ook tot ons door in een aantal bijbelteksten, zoals het evangelie van vandaag. De sterren aan de hemel wankelen; de zee laat zijn bulderend geweld horen. Zon en maan worden onberekenbaar. De aarde zal vergaan. Dat doemdenken zit diep. Ik vrees, dat het ons zelfs wat defaitistisch maakt. Zo van: we kunnen het toch niet tegenhouden. Na ons de zondvloed! 
Toen de oerzee dit land onder water had gezet, was de aarde ook opgewarmd. Het C02 gehalte was veel hoger dan thans. De zee was opgewarmd door uitstromende hitte uit het binnenste van de aarde. De aarde kan het broeikasteffect wel aan, maar of de mensheid het kan? 

ZEESPIEGEL
Als je het schrikbeeld uit het evangelie van vandaag vergelijkt met de ondergangsvisioenen in onze kranten, dan valt één ding op. In het evangelie zag men God als degene die bij alles achter het stuur zat. Hij had de ondergang van de aarde als een instrument in zijn handen. Hij was ook de garantie dat er na alle verschrikkingen een veilig thuis was. Daarmee wil het evangelie ons ook troosten. Als de hele schepping wankelt en de grond onder je voeten dreigt te scheuren, besef dan, dat God je toch nog draagt en behoedt.
De sombere toekomstbeelden van tegenwoordig hebben niet God als de grote veroorzaker maar de mens zelf. De hebzucht van de mens en zijn kortzichtigheid laten het ijs op de polen smelten en de oerzee het land bedekken. Achteraf kun je de mensen van vroeger benijden. Als God de touwtjes van het einde in handen heeft, dan is er nog hoop. Als het echter van de mensen afhangt, dan blijft de twijfel knagen. 
Doet God dan niet meer mee in het levensgevoel van de moderne mens? Jawel. God heeft er een plek in. Die is gelegen in ons gevoel van verantwoordelijkheid. God is de grote baas, die op reis is gegaan en aan ons, zijn knechten, het beheer heeft toevertrouwd over de rijkdommen van de wereld. God heeft ons de touwtjes van de schepping  in handen gegeven en Hij rekent op ons!

WENS
Lieve kinderen. De ogen van Brian straalden. Hij was met pappa laat thuis gekomen. Het was al pikdonker geweest. En ineens had Brian aan de hemel een ster zien vallen. Geweldig! Hij had er al veel over gehoord, maar nu had hij het zelf meegemaakt. Ze bestonden dus echt, die vallende sterren. Het ging allemaal heel snel. De ster was ook niet recht naar beneden gevallen, maar eerder in een schuine glijvlucht, een flits. ‘Waar is-t-ie nu?’ ‘Verbrand’, zei pappa. ‘We noemen het een ster, maar het is een beetje stof, wat gruis, en dat verbrandt als het dicht bij de aarde komt.’ ‘Kan het ook op ons huis vallen?’ Pappa aarzelde. Ja dat kon wel, maar het zou niet gebeuren. Brian pakte de hand van pappa stevig vast. Dat voelde veiliger. ‘Je mag een wens doen, als je een ster ziet vallen. Want vallende sterren brengen geluk.’ ‘Dan wens ik...’, zei Bryan bedachtzaam, ‘dat-ie niet op ons dak valt.’ Bryan en pappa speurden, hand in hand, de hemel af. Samen konden ze de kosmos wel aan.



 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag304
gister236
deze maand5074
totaal819526