De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2019 - 5de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal


FISHING


VISSERS
De leerlingen vangen talrijke vissen in hun netten. Ongetwijfeld gaat het hier over de jonge kerk die snel groter wordt. Veel mensen uit allerlei landen worden samengebracht en gered uit het water. De visie op het leven die de leerlingen van Jezus hebben gekregen, willen ze doorgeven. Ze zijn er vol van. De jonge kerk groeit explosief. De netten dreigen te scheuren.
Het beeld van de visser komt hierbij sterk naar voren. Niet de veroveraar, niet de leraar, niet de theoloog, zelfs niet de herder of de zaaier, maar een visser is bij uitstek degene die het geloof door kan geven.
Nou ligt de zee hier een eind uit de buurt. Vissers vind je alleen langs de Maas of bij de vijver. Trouw staat daar een groepje mannen met hengels. Vrouwen wat minder, maar ik neem aan dat ze even welkom zijn. Er is een keet bij gebouwd om te schuilen als het te hard regent. Daar kunnen ook spullen bewaard worden en koffie gezet. Het wordt een echt vissersclubje. 

VISSERSCLUB
Stel je nu eens voor, dat hier steeds meer gepensioneerden, als ‘hang-ouderen’, op af komen. Het wordt steeds gezelliger. Er moet bijgebouwd worden, maar er ontstaat ook wrevel. Het wordt te druk. Laat degenen die niet willen vissen, toch naar een café gaan! Er komt een studieroep. Wie zijn de echte vissers? ‘Iemand die minstens één dag in de week met een hengel aan de vijver zit’, roept iemand. ‘Moet hij ook iets gevangen hebben?’, vraagt een ander. Er ontstaan diverse partijen. Er wordt contact gezocht met vissersclubs elder. Enkelen nemen zitting in de publiciteitscommissie. Ze onderhouden contact met de pers en organiseren jaarlijks een ‘dag van de vis’. De fotoclub wordt uitgenodigd om een expositie te houden. Er worden juristen aangezocht om het contact met de overheid te verzorgen. De vissersclub wordt steeds groter. Er komen bazen en bovenbazen, en een boel computers. Er wordt nog meer geruzied over de vraag, wie nou een echte visser is, maar Sjeng en Joep, die ècht van vissen houden, die staan al lang aan de overkant van de vijver. Ze zitten zwijgend naast elkaar bij het water en af en toe bijt er een vis. 
Zou Jezus zoiets bedoelen? Zijn kerk is geen grote organisaties met werkgroepen, departementen, statuten en commissies, maar mensen die van mensen houden en iets voor hen overhebben!

GELOOFSGESPREK
Jezus kiest vissers voor zijn kerk. Ik denk omdat een visser vooral geduld moet hebben. Je kunt een vis lokken met een wormpje, maar niet dwingen. Als je aan anderen iets van je overtuiging wilt laten voelen, dan moet je eerbied hebben. Ook je kinderen en kleinkinderen zul je niet onmiddellijk overtuigen. Je moet gewoon op je plek blijven, blijven geloven in wat je hoopt en zeggen wat je voelt, zonder andersdenkenden te veroordelen, zonder te kwetsen, zonder hun mening van minder belang ter vinden. Wie de ander niet hoogacht wordt ook niet geacht; wie niet van vissen houdt, zal geen vis vangen! De visser moet de juiste plek weten te vinden en het juiste moment.
Het onderwerp ‘geloof’ is vaak taboe tussen ouders, kinderen en kleinkinderen. Men gunt elkaar zijn geloof, men zal er niet mee spotten, maar een boeiend gesprek erover blijft achterwege. Vaak beperkt het zich tot het aanhoren van hoe pappa en mamma begraven wensen te worden. Veel verder komt het niet. Als ik dan later met de kinderen in gesprek raak over de uitvaart, dan weten ze geen raad met de belangrijkste vragen: Wat waren de idealen van je ouders? Wat vonden ze van het leven? Geloofden zij dat hun bestaan een diepere zin hd? Welke? Waren er dingen waar ze bang voor waren? Die ze als kwaad zagen en bedreigend voor het leven en de wereld? De boeiendste onderwerpen zijn weinig aan de orde geweest. 
Een gesprek daarover is nooit een discussie; geen wedstrijd die gewonnen moet worden. Het vereist geen geleerdheid, geen retoriek, maar een hartelijke uitwisseling van levenservaring. Het gaat over onze intiemste gedachtes. Het gesprek over ons geloof lukt alleen met de houding van de vissers aan de vijver: naast elkaar staan zonder agressie, geduldig, niet de ander overbluffen, niet zijn woorden direct naar je hand zetten. Er wordt tegenwoordig zoveel geredeneerd en geroepen en getwitterd, dat we het echte gesprek misschien verleerd zijn. 
De visser zit geduldig aan de oever. Hij voelt zich klein in het grote geheel van de schepping. Hij is er niet de baas van, maar hij hoort erbij, en hij voert er zwijgend een gesprek mee.
 
VISSER
Lieve kinderen. Meneer Kiek is op vakantie in Portugal en in de haven maakt hij een foto van een oude vissersboot. De visser die erin te slapen ligt schrikt op. ‘Is het niet wat vroeg om te luieren?’ vraag meneer Kiek. De visser legt uit dat hij 's morgens al genoeg vissen had gevangen voor vandaag en morgen en dat hij nu lag te genieten in de zon. ‘Ja maar’, zegt Kiek, ‘als je nou eens verder gaat met vissen, dan kun je over een half jaar een nieuwe boot kopen die verder de zee op kan, en dan vang je veel meer vis, en het volgend jaar heb je misschien drie boten, met personeel. Dan wordt je rijk en dan kun je op je dertigste de hele boel verkopen!’ ‘Ja en dan?’, vraagt de visser. ‘Dan heb je vrije tijd, en dan kun je op je rug gaan liggen aan het strand en genieten van de zon!’ De visser kijkt meneer Kiek glimlachend aan en zegt: ‘Maar dat doe ik nu toch toch al!’ 
 (Heinrich Böll, ‘Anekdote zur Senkung der Arbeitsmoral’ 1963) 



 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag199
gister172
deze maand954
totaal825600