De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZESDE ZONDAG VAN PASEN IN HET A--JAAR 2008
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2008

GEEN DREMPEL OPWERPEN


LAATSTE COMMUNIE?

‘Wie mij liefheeft zal ervaren dat God van hem houdt’, zei Jezus in het evangelie.

Dit weekend doen de 28 kinderen in Kunrade en 34 in Voerendaal hun eerste communie. 62 communicantjes is veel. Zoveel, dat sommigen hun hoofd schudden. Ze geloven er niet zo hard in. ‘Dat doen ze maar om de cadeautjes!’ hoor ik ze denken, en vaak zeggen ze het ook.
Ik begrijp de opmerking wel. Voor sommige kinderen is de communie het tweede bezoek aan de kerk sinds hun doop. Voor heel wat kinderen zal een tweede en derde communie lang op zich laten wachten. De kerk is niet ín. In de kringen waarin de kinderen gaan verkeren zal zij ook steeds minder tot de stoere mogelijkheden van het leven horen. In veel gezinnen speelt het evangelie een marginale rol.

IJZERSTERKE TRADITIE

Je kunt het echter ook heel anders zien. Je kunt ook zeggen dat de eerste communie een sacrament is, een feest, dat ook door moderne mensen wordt gewaardeerd. Het hoort tot de tradities die de stormen van de tijd overleven. Het spreekt sterk tot de verbeelding, ook van moderne mensen.

Vergeten we niet dat er tijden zijn geweest waarin gelovigen zich verheugden op de zondag, waarin ze zich met plezier in hun ‘s zondagse kleren hesen om elkaar in de kerk te ontmoeten, om muziek te horen en onder de indruk te komen van de plechtigheid. Ik denk dat alle vieringen die vroeger op massale deelname konden rekenen ooit beleefd zijn als iets dat in de mode was en waar je absoluut bij wilde zijn. Pas toen de tijden veranderden en bepaalde geloofspraktijken niet meer bij het levensgevoel pasten, ontstond de neiging om ze te verplichten. Toen werd het mógen een móeten. Toen werd de bevrijding een last en het feest een straf.

CRISIS

Zo valt het de meeste mensen zwaar om tussen televisie en computer, massaconcerten sportclubs en ‘druk-druk-druk’, de kerk een plek te geven in hun dagelijks leven. Voor Jezus’ boodschap is er wel gehoor, maar de vormen van samenzijn, van vertellen en luisteren moeten bij de tijd worden gebracht. De overdracht van het geloof is in een gigantische crisis. En temidden van deze tumultueuze veranderingen blijft de eerste communie overeind. De kinderen laten wij in een hartverwarmend feest voelen dat ze de moeite waard zijn, dat ze voor ons heilig zijn, dat ze Gods kinderen zijn en dat ze bij de grote mensen horen. We brengen met hen God aan het licht als we brood delen. We koesteren de verhalen van Jezus, niet om er macht mee uit te oefenen, maar omdat we van die verhalen houden. Dat allemaal heeft de communie in zich.

LAGE DREMPEL

We moeten dus niet de kinderen ervan afhouden om naar Jezus’ tafel te komen. Maar we zouden de andere kerkelijke samenkomsten een beetje op die communie moeten laten lijken. We moeten van de populariteit van de eerste communie iets leren: van het feestelijke, het spontane, van de eenvoud van het gebaar en de ruimte die er voor kinderen is.
In wezen zijn moderne mensen niet ongelovig, maar ze zoeken nieuwe vormen. De eerste communie is een van de plechtigheden die ook door jongere gezinnen begrepen wordt. Daarom heb ik niemand aangeraden zich nog maar eens te bedenken alvorens mee te doen. Daarom heb ik geen drempels verhoogd, maar -waar ik kon- verlaagd. Het is immers het sacrament van Gods liefde en die is grenzenloos.
Jezus beloofde zijn volgelingen, dat zij Gods liefde zouden voelen. En dat precies is ook onze opdracht: de mensen laten ondervinden dat God hen welkom heet aan zijn tafel. God begrijpt hoe moeilijk het leven kan zijn en Hij veroordeelt niemand. Iedereen is onvoorwaardelijk welkom, de zondaars voorop; drempels opwerpen om mee te doen aan de communie vind ik heiligschennis.



Lieve kinderen. Clara was heel boos. De rook kwam bijna uit haar oren, zo boos. Wat was de wereld toch oneerlijk! ‘Als je je kamer opruimt mag naar Goede-tijden blijven kijken’, had mamma gezegd. Ze hád haar kamer opgeruimd maar mocht ze nóg niet! ‘Kijk morgen maar, vanavond kan het niet!’, had mamma gezegd, alleen maar omdat juffrouw de Boer op bezoek kwam. Mamma hield meer van juffrouw de Boer dan van Clara, dat was wel duidelijk. Clara deed haar jas aan, smeet de deur dicht en liep twee straten verder naar oma. ‘Zo?’, riep oma verrast. ‘Onverwacht bezoek? Dan zal ik de tv maar even uitzetten.’ Ze pakte de afstandsbediener, richtte die met twee handen, als een pistool, op het scherm en drukje de televisie uit. Clara viel met de deur in huis: ‘Het is niet eerlijk! Mamma is een stomme mamma. Ze houdt niet van mij.’ Oma ging naast Clara zitten. ‘Wat is er dan gebeurd meisje?’ En Clara vertelde over haar ‘slechte tijden’ en het onrecht dat haar was aangedaan. Oma dacht even na. ‘Houdt je wel van mij, Clara?’ ‘Tuurlijk’, Clara strekte de armen uit om oma een knuffel te geven. ‘En jouw mamma’, ging oma verder, ‘is mijn lieve dochter. Als je van mij houdt dan houdt je ook van mamma.’ En even later: ‘Ik zal mamma wel opbellen, dan kijken we hier naar Goede-tijden. Voor het meeste bezoek gaat de tv uit, maar voor jou gaat-ie aan!’ Clara lachte. Dat was ze vergeten dat mamma oma’s eigen Clara was. Haar tijden waren weer helemaal goed!

  MENU


   
BEZOEK
vandaag110
gister172
deze maand865
totaal825511