De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2019 - Allerheiligen/Allerzielen © Harrie Brouwers, Voerendaal






VERBEELDINGSKRACHT




GROEIEN EN KRIMPEN

Als een jong hondje dat zijn baas in de ogen staart, omdat het na de wandeling een brokje verwacht, zo volgde haar kleinkind oma met gretige blik. Op het bovenste schap, wist Noah, lag de voorraad snoep. Oma haalde er een opstapje bij, want het was ook voor haar te hoog. Ze verontschuldigde zich tegenover Noah. ‘Oma wordt steeds kleiner!’, legde ze uit. ‘Als je ouder wordt, word je steeds kleiner.’ Dit thema van groeien en krimpen, was voor deze vier-jarige Noah heel actueel. Hij dacht erover na. ‘Als jij steeds kleiner wordt, en als je dan héél klein bent..., zó klein...,  dan hou ik je wel vast...’ zei Noah troostend. En toen: ‘Hoe oud ben je, oma?’ ‘76’, zei oma zonder aarzelen. ‘En waar blijf je dan, als je nog kleiner wordt?’ ‘Dan kom ik bij God, in de hemel.’ ‘Nou’, beloofde Noah dapper, ‘als ik er 21 ben, dan kom ik met Robin ook naar jou.’ Daarmee was het onderwerp voor Noah afgedaan. Bij oma zijn, dat was het belangrijkste. Hoe hij er komen moest was geen vraag. En oma kon nog maandenlang warm worden van binnen, als ze zich het gesprekje herinnerde. Er was geen woord theologie bij geweest maar het ging over de essentie van leven, over samenzijn en sterven.

GEEN BALKON TE HOOG
Een oma vertelde me het voorval. Ze had het in het voorjaar meegemaakt en ze was er nog vol van. Het was een sterk voorbeeld van de verbeeldingskracht van de liefde. De overtuiging, de waarde, van haar verhaal zit niet in het werkelijkheidsgehalte maar in de liefde. De liefde zoekt wegen naar samenzijn, ook in het domein van het schijnbaar onmogelijke. Waar de werkelijkheid tekort schiet daar helpt de fantasie ons verder, want één ding is zeker: de liefde komt uit de eeuwigheid, de liefde is het wezen van het zijn, en zij laat zich niet ontmoedigen, door geen oceaan, - geen water is te diep voor twee koningskinderen! -, door geen sociale of politieke kloof, - geen balkon te hoog voor Romeo, geen achterbuurt te gevaarlijk voor Tony..., de liefde gaat dwars door elke muur en ze breekt ijzer met handen. De liefde zoekt zelfs taal en teken, woorden en verhalen om de dood te overwinnen. Elk kind doet het spontaan. Het geloof is uit liefde geboren.
Het is duidelijk. Als we straks bloemen neerleggen bij een graf, dan volgen we niet de wetten van de logica maar van ons hart.

GELUKKIG DE ONGELUKKIGEN!
‘Zalig die treuren, want getroost zullen ze worden’, roept Jezus, en hij varieert op dat thema zeven keer. ‘Zalig die vrede stichten want dat zijn Gods kinderen!’, Zalig de zachtmoedigen want zij veroveren het land!’ Het kan verkeren! Matteüs voegt er nog een achtste aan toe. “Zalig de slachtoffers van de vervolgingen!’ Jezus vertelt er niet bij wie ons zal troosten. Hij legt niet uit wanneer dat zal zijn. Hij voert er geen bewijzen voor aan. Hij probeert het niet aannemelijk te maken. Het komt uit zijn hart. Het bestaan van een rechtvaardige God staat vooor hem vast, en dat is voldoende om het uit te roepen: ‘Zalig de hongerenden want ze zullen overvloed hebben.’ Als de liefde vastloopt in een harteloze wereld dan zoekt ze een uitweg in de verbeelding, want er moet toekomst dagen, er moet een weg komen, er zal een brug zijn tussen mij en alle lieve doden.
De vrome fantasie van Johannes schept zelfs een heel visioen vol dubbele bodems en geheime symbolen. Hij ziet een menigte die niemand kan tellen. Ze komen uit het eigen volk, maar vooral ook uit het buiteland, want er is pas van God sprake als het over álle mensen gaat, zonder uitzondering. Er is pas van liefde sprake als elk eigenbelang heel klein geworden is en het belang van alle mensen samen de norm is geworden. Ook Johannes bewijst het niet. Hij maakt het zelfs niet aannemelijk. Hij roept het uit, hij droomt het overdag, hij schrijft het op: een visioen van alles wat de liefde hem gebiedt te geloven.
Dat is de uitdaging van vandaag! Dat als we heel klein geworden zijn, heel erg klein, dat er dan een hand is die ons draagt..., liefst een klein kinderhandje!

RUSTEN EN LATEN RUSTEN
Lieve kinderen. Ruud kon het niet laten. Maanden geleden had hij met pappa zijn konijntje in de tuin begraven. Ze hadden een kruis van takken op het graf gestoken en het netjes dicht geharkt. Pappa had zelfs nog een toespraakje gehouden met alle lieve dingen van Snuf. Dat was dus prettig geregeld. Zand erover! Maar telkens als Ruud langs het grafje liep, - het kruis was weg, maar je zag nog waar ze gegraven hadden - dan kreeg Ruud zin om nog eens even te kijken. Hoe zou het gaan met Snuf? Iets in zijn binnenste hield hem tegen. Wat zolang onder de grond lag, kon je misschien maar beter niet zien. Maar op zekere dag had hij toch de schop erin gezet en even later een hoopje zand opgetild, en toen hij aarzelde of hij verder zou gaan, hoorde hij pappa zeggen: ‘Wat ben je aan het doen, knul? Je moet Snuf met rust laten. Dat hoort bij dood-zijn: Rust en vrede. Je mag er een bloemetje bijleggen als je hem mist, maar wat in de grond ligt, dat is voor de wormen. Snuf bestaat in de oneindigheid en in onze verhalen en foto’s.’ Ruud trok de schop uit de grond. Pappa ging opgelucht naar binnen. Maar de nieuwsgierigheid van Ruud was nog veel groter geworden. Hij zou later zeker nog eens stiekem gaan kijken!


 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag118
gister244
deze maand1237
totaal920251