De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

OPENBARING VAN DE HEER IN HET C-JAAR 2008
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2008

LAAT JE VERTEDEREN!


MAGIËRS

Zaratustra is de legendarische grondlegger van de Perzische godsdienst die meer dan 600 jaar voor Christus ontstond. Zarathustra brengt de hele godenwinkel van zijn tijd terug tot twee godheden. De ene voert de machten van het goede aan en de andere die van het kwaad. De mens moet in dat strijdperk van licht en duisternis zijn keuzes maken. De uitslag is nog onbeslist, zo dacht men.
De leiders in de Perzische godsdienst heetten Magiërs. Zij stookten vuren om licht te maken en deden lange gebeden bij zieken. De herinnering aan veel van hun rituelen is verloren gegaan door latere overheersers. Deze magiërs hadden in elk geval ook iets met sterren.
Het geloof in de strijd tussen licht en donker heeft ook invloed gehad op onze religieuze beeldvorming. In de apocalyptische verhalen vinden we het terug. Tot bij de Katharen duiken deze denkbeelden op.
Wel, deze magiërs uit het oosten zijn door de sterren uitgedaagd. In hun ijver om het goede te dienen, zijn ze op weg gegaan. En inderdaad, ze komen voor de keuze tussen goed en kwaad te staan; tussen Herodus, de verlichte vorst met connecties tot in Rome en een pasgeborenen in een arme hut. Ze weten dat de keuze moeilijk kan zijn en dat de schijn bedriegt. De Magiërs gaan aan Herodus voorbij en knielen bij de voerbak. Ze maken zich klein tegenover het kind.
De liefde voor Driekoningen moet iets te maken hebben met dit oerbeeld: de macht knielt voor de onmacht. Vertedering draait de rollen om. Als het onheil niet meer te keren is dan kun je enkel hopen dat de sterke week wordt. Het motto vandaag is: laat je vertederen!

VERTEDERING

Onlangs vertelde een oma over Koen. Een keer per week kwam de kleine een hele dag naar haar toe. Koens moeder had tientallen instructies gegeven over hoeveel hij mocht krijgen en hoe laat. Oma vond het maar moeilijk. Haar hart draaide om van verdriet als ze het mannetje zag huilen, telkens wanneer zijn moeder de kamer verliet. Ze wilde hem troosten met iets lekkers. Maar ze bleef sterk. Ze had haar dochter beloofd zich aan de regels te houden. ‘Maar’, vertelde ze, ‘als ik dan van het aanrecht het nekje van de peuter zag, dan vertederde dat me zo, dat ik naar hem toe ging en alle regels schond. Baby’s hebben het patent op vertederen. Misschien is dit gevoel in onze ziel gelegd om de pasgeborene te beschermen.
Een kind wilde me ooit belonen met een grote plaat. Op een A-3 vel had het alle babydiertjes geplakt die het had kunnen vinden: een girafje, een baby-olifant, kuikentjes en een veulen. Het was een pleidooi voor vertedering. Iemand vertelde me eens: ‘Wie mij het meest vertederde, was prins Claus. Hij liet zijn onvermogen zien zonder daarmee te koketteren. Hij was gewoon zichzelf, met zijn klachten van Parkinson en zijn depressie. Zo liep hij hulpeloos naast de koningin tussen pompeuze uniformen. Vertedering is de aangeboren neiging om de zwakkere te beschermen.

AGRESSIE

Tegelijk is er ook zoiets als agressie. In een mens bestaat ook de neiging om het zwakke uit te roeien. Laat kinderen maar eens hun gang gaan op het speelplein. Genadeloos kunnen ze met kwetsbare leeftijdgenootjes korte metten maken. In de geschiedenis is dit soms een ideologie geworden: het uitroeien van onvermogenden. Koning Herodus is er het schoolvoorbeeld van. Hij was een achterdochtig despoot. Hij eiste van alle onderdanen een eed van trouw. Verkleed trok hij soms de stad in om vijanden op te sporen en wreed te laten ombrengen. Hij liet zijn eigen zonen doden en hun moeder. ‘Kindermoordenaar’ werd hij genoemd. In zijn ziel was geen vertedering. Je kunt er slechts naar gissen hoe dat kwam. Was hij zelf als baby liefdeloos behandeld?
Dan verschijnen drie magiërs bij het kind. Zij voelen ontzag. Vertedering doet hen knielen. Ze erkennen in het kleine hun meerdere.
Laten ook wij ons niet schamen als we kwetsbaar worden. Als we op een zeehondje lijken of op prins Claus. Als we hulpeloos zijn als een kind. Als we op zorg aangewezen zijn. Heel wat mensen bereiken juist dan hun ware grootheid!

PETJE AF!

Lieve kinderen. Lars had een baseball-petje. Dat zette hij nooit af. Zelfs op school hield hij het petje op en daar waren al veel ruzies over gemaakt. Het schijnt zelfs dat hij het in bed op hield. In het begin had de kapper nog om het petje heen geknipt, maar tegenwoordig deed hij het wel eens af. Dan moest tante Mia hem knippen en iedereen moest de kamer uit. Hij zei dat hij het bij het douchen ook afzette. Maar zijn zusje was daar niet zo zeker van. ‘Wie niet mee naar de kerk gaat, krijgt ook geen worstenbroodje!’ had moeder besloten. ‘En in de kerk heb je geen petje op!’ voegde ze er onmiddellijk aan toe. Ze had er meteen spijt van. Ze begreep dat ze Lars nooit zover zou krijgen. ‘Behalve Lars, natuurlijk’ zei ze maar gauw. Het hielp. Lars zat met zijn petje in de kerk. De zegen was nog niet gegeven of hij bromde: ‘Worstenbroodjes!’ ‘Even nog’, zei moeder. Ik heb Mia beloofd dat we nog even zouden langsrijden om Stefan te bewonderen. Stefan was het nieuw neefje van Lars. Mia woonde vlakbij, dus dat was zo gepiept. Lars liep op Stefan af. Stefan begon te kraaien. Hij stak zijn handjes allebei uit. Lars boog zich voorover. De baby kraaide nog harder. Lars boog nog dieper. Stefan rukte aan de klep van het petje. Toen zette Lars zijn petje af. Stefan greep in Lars’ zwarte krullen en had de dolste pret. Moeder dacht: ‘dat heb ik nog nooit bereikt’, maar ze was zo wijs om haar mond te houden.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag130
gister172
deze maand885
totaal825531