De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2021 - 12de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal









TERWIJL JEZUS SLAAPT...



DETAILS

Een verhaal wordt geloofwaardig door de details. Als er iemand bij me aan de deur komt bedelen, dan krijg ik de meest opvallende details te horen. Die moeten de smoes geloofwaardig maken! Niet gewoon ‘mijn auto is kapot en staat langs de snelweg, maar: mijn Kia Quatro begon naar verbrand plastic te stinken toen ben ik gestopt bij de Proosdij, en ik moet echt vanavond naar Purmerent want mijn dochtertje ligt in het Dijklanderziekenhuis. Inmiddels heeft het opsommen van al die bijzonderheden bij mij een averechts effect gekregen. Hoe meer details, des te wantrouwiger ik ben geworden. 
Details geven een verhaal realiteitswaarde. Soms is dat heel zinvol. Neem bijvoorbeeld een man die plotseling zijn vrouw verloren heeft. Vooral die laatste middag en avond hebben hem diep aangegrepen. Hij móet het vertellen. Hij móet het verwerken. Het verhaal van de man is heel erg gedetailleerd. Hij vertelt erbij welke jurk ze aanhad en waar die gekocht was en met wie..., wat ze om vijf uur nog gezegd had toen een kleinkind opbelde, en dat ze nog een boterham met hagelslag had gevraagd, terwijl ze al weken bijna niets maar had gegeten. Het verhaal is zo uitvoerig, omdat de man de afschuwelijke werkelijkheid die hem is overkomen, de baas wil worden. Hij vertelt het opnieuw, en met alle details. Hij moet het herbeleven om de angst er wat uit te halen. Hij moet het keer op keer opnieuw voelen en misschien wordt het dan op den duur iets draaglijker.

KUSSEN
De leerlingen herinneren zich Jezus. Hoe hij eens in hun boot zat. Hij lag nota bene te slapen, achterin de boot. Op een kussen! Opvallend detail! Waar komt dat kussen vandaan?
Ook elders in het evangelie kom je soms merkwaardige details tegen. Johannes beschrijft een ontmoeting met de verrezen Heer. De leerlingen treffen op het strand een houtskoolvuur aan met een geroosterd visje. Waarom houtskool? Is dat van belang? Of blijkt uit dit detail dat het een herinnering is aan een echte gebeurtenis? Elders staat hoe een Jezus een blinde bedelaar bij zich roept. Marcus vertelt hoe deze zijn jas op de grond laat vallen en op staat. Waarom die jas? Hij doet er niet toe. Maar misschien is het een concrete waarneming van iemand die het zo aan Marcus heeft doorverteld.
Toen ik theologie studeerde hadden we een prof die dat kussen aanvoerde als argument dat dit verhaal teruggaat op een ware gebeurtenis. Marcus heeft een herinnering. Hij heeft een beeld voor ogen. Jezus lag op een kussen achterin. Ik neem aan dat Marcus een herinnering van Petrus te horen heeft gekregen, over een voorval tijdens een stormachtige middag op het meer van Galilea.

STORM
Dat is één kant: een herinnering aan een ware gebeurtenis. Maar er is ook een andere kant: de situatie in de kerk van Marcus. Er zijn meer verhalen over de leerlingen die angstig in een bootje zitten. Het gaat dan over de jonge kerk, na Jezus’ dood. De bedreigde boot is een beeld voor de kwetsbare parochie. De jonge christengemeente heeft het niet makkelijk. De Joodse synagoge, de Sadduceeën vooral, zijn kritisch en laten de leerlingen herhaaldelijk gevangen zetten. Ook de Romeinen zien deze uitbreiding van het Joodse geloof met lede ogen aan. De Christenen weigerden immers de keizer als hoogste gezag te erkennen. De gemeente moet zich gevoeld hebben als een dobberend, lek bootje op woelig water.  Maar ook..., ze moet het vertrouwen hebben gehad dat achterin de boot, buiten hun blikveld, Jezus aanwezig was. Hij zou hen behoeden in elke storm.

NABIJHEID
Afgelopen veertien dagen overkwam het me tot drie keer toe dat ik het relaas te horen kreeg van mensen die een zware klap te verduren had gehad. Alle drie hadden ze iets ingrijpends meegemaakt. Het overlijden van een partner,  of een dramatische uitslag van een medisch onderzoek. Maar alle drie vertelden ze me ook, dat ze diep ontroerd waren door de liefde die ze daarna hadden ondervonden, uit bekende en onbekende hoek. Oude vrienden, buren familieleden, vroegere collega’s... zo velen waren heel dichtbij gekomen; ze hadden hulp aangeboden en geluisterd, en de  verbijsterende gebeurtenissen gedeeld. Ze hadden hun telefoonnummer achtergelaten en nog eens herhaaldelijk geïnformeerd of ze iets konden doen. 
Ik dacht: dit zeggen wij misschien wel eens te weinig, dat er zoveel ontzettend goede mensen zijn. Als de grond onder je voeten dreigt weg te zinken, als je leven in stormachtig weer terecht gekomen is, dan blijkt de redding soms vlakbij te zijn. Achter in de boot, op een kussen. 

EILAND
Lieve kinderen. Ben jij wel eens op een echte boot geweest? Ik stond eens in een lange rij mensen die allemaal op de boot moesten naar Ameland. Vóór mij liep een pappa en mamma met twee kinderen. Het meisje hield de hand van mamma stevig vast en de jongen liep voorzichtig achter pappa aan. Ik zag hem af en toe en beetje zorgelijk naar het klotsende water kijken. Hij kon niet zoveel zien tussen al die grote mensenbenen. ‘Waar geen we heen?’, riep hij naar pappa. ‘We gaan de boot op!’, riep pappa blij. De jongen was er niet gerust op. ‘Waar gaan we dan naar toe? Pappa kon het niet goed verstaan met al die wind om zijn oren. Hij gaf een weekendtas aan mamma en pakte toen het manneke op, en zette hem in zijn nek. De jongen leefde op. Hij wees in de verte. ‘Gaan we daar naar toe?’ ‘Ja, we gaan naar dat eiland’, zei pappa. Bij het woord ‘eiland’, zette de jongen grote ogen op. Hij riep uit: ‘Zijn daar ook piraten?’ Hij had er wel zin in. Bij pappa op de schouders durfde hij alles aan.


 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag100
gister176
deze maand4004
totaal823764